Een van 's werelds grootste zakelijke dienstverleners vecht voor zijn voortbestaan. Om het door de Enron-affaire bezoedelde imago op te poetsen gaat geen zee te hoog. Maar komt het nog goed met de firma?
Accountancyfirma Andersen heeft de kantine van zijn grootste vestiging in ons land in Amstelveen uitgeleasd aan the Coffee Company, een trendy keten 'koffiesnackbars' waar je ristretto's en macchiati kunt bestellen. Opmerkelijk hoe een paar kleurige discolampen in verschillende kleuren het verschil tussen een middagje uit en de werklunch kunnen doen vervagen.
De kantine stroomt vol met het beroemde superjonge (gemiddelde leeftijd 29) Andersen-volk: accountants, belastingadviseurs, advocaten, notarissen en consultants. Beautiful young people. De sfeer is ontspannen. Wordt dit bedrijf met de ondergang bedreigd? Inclusief ondersteuning heeft Andersen in Nederland (Amstelveen, Rotterdam, Eindhoven) 1600 medewerkers, ongeveer de helft van de omvang van KPMG, PriceWaterhouseCoopers, Deloitte & Touche en Ernst & Young, andere 'leden' van de zogeheten big five. “Dat komt mede omdat wij nooit zijn gefuseerd” zegt managing partner Andersen Nederland Jan Dalhuisen. “Wij moesten ons als accountants helemaal op eigen kracht in de Nederlandse markt invechten die wat betreft de grootste concerns toen al was verdeeld.” Dat is een van de redenen dat de high profile klanten van Andersen veelal jonge bedrijven zijn in nieuwe sectoren: UPC, Versatel, KPN Quest, Newconomy. Oei, dat rijtje klinkt nogal risicovol. 'Potentiële Enrons' denk je al snel. Gaat Andersen de controle op deze bedrijven anders aanpakken na de Enron-affaire? “Zeker niet,” zegt Dalhuisen. “Elk jaar maken we van deze cliënten een risicoprofiel. Dat deden we in de VS bij Enron trouwens ook. Maar je kunt natuurlijk niet zomaar de relatie met een klant verbreken. Dat is niet in het belang van die onderneming en leidt bovendien tot aansprakelijkheidsrisico's voor de accountant. Je doet dus het maximale om de risico's te beheersen en voert stevige discussies met het management van de klant.”
Core value
Andersen kende de problemen en risico's van Enron. Sterker: de accountants hadden in het audit committee van 12 februari 2001 zelfs een presentatie gehouden over tal van risco's en afwegingen, waaronder transacties tussen geaffilieerde partijen, zoals de inmiddels beruchte LJM-partnership waaraan de nu in opspraak geraakte Enron-CFO Andrew Fastow leiding gaf. Vraag is en blijft of het voldoende was. Veel door Enron gedupeerden vinden in elk geval van niet. Het aanbod, eind februari, van Andersen om de rechtszaken van aandeelhouders, werknemers en schuldeisers van Enron te schikken voor 800 miljoen dollar, ving vooralsnog bot.
Jan Dalhuisen: “Natuurlijk is mijn leven op zijn kop gezet na het uitbreken van de affaire. De meeste tijd besteed ik nu aan Enron. De impact van de media is immens. Ik moet nu iedereen zo goed mogelijk informeren, intern en extern. Na een periode van schrik ga je door een diep dal. Maar het informatieproces wordt langzaam maar zeker beter beheersbaar. Nog niet alles is bovendien bekend. Laat ik het nog een keer zeggen: we zijn geen club van boeven. Integriteit is onze core value.”
Andersen is vanaf het begin van zijn bestaan een buitenbeentje geweest. De Noor Arthur Andersen zet in 1889 met zijn ouders, broertjes en zusjes voet aan Amerikaanse bodem. Het wordt een klassieke American dream: met zijn ongebreidelde werklust klimt hij hoger en hoger en in 1908 haalt hij zijn accountantsdiploma in dienst van Price Waterhouse. Een jaar later gaat hij verslaglegging doceren aan een universiteit. In 1913 opent hij in Chicago zijn eigen accountantskantoor Andersen and DeLany dat in 1918 Arthur Andersen & Co. gaat heten. Vanaf de eerste dag kenmerkt het kantoor zich door een agressieve en innovatieve marktbenadering, typerend voor de nieuwkomer die zich moet invechten. Andersen richt zich niet op de bovenlaag van klassieke ivy league universiteiten als Harvard en Yale, maar rekruteert liever ambitieuze middle class graduates met een small town attitude. “Ik hoop dat we deze agressiviteit nooit zullen verliezen” zei topman Duanne Kullberg in 1988 bij het 75-jarig bestaan van Arthur Andersen. Maar Andersen werd ook alom geprezen om zijn hoge beroepsethiek. In 1914 ontdekt hij dat een treinmaatschappij zijn winsten wilde opkrikken door grote onderhoudskosten vooruit te schuiven en zo uit de cijfers te houden. De directeur van het bedrijf eiste op hoge toon dat Andersen dit zo zou consolideren. Hoewel Andersen niet zeker wist of hij zijn medewerkers die maand wel kon uitbetalen, rechtte hij zijn rug en zei 'dat in de hele stad Chicago niet genoeg geld zou zijn om hem ertoe te brengen zijn jaarverslag aan te passen.' Na 1917, als de VS deel gaan nemen aan de Eerste Wereldoorlog en als gevolg daarvan tal van nieuwe belastingen gaan heffen, wordt het belang van het voeren van een goede boekhouding voor het bedrijfsleven groter. Het is de doorbraak van de accountancy. Andersen ontwikkelt daarnaast een poot belastingadvies die direct leading wordt in het land. Ook dit is kenmerkend voor de firma: vanaf het begin wordt een actief tweesporenbeleid gevoerd van advies naast accountancy. Ook deze aanpak was toen geheel nieuw. Russell Morrison die in 1941 partner werd zei in 1988: “Ik denk dat Arthur Andersen zeer tevreden zou zijn met de hoge concentratie van consulting work in al onze praktijkgebieden.”
In 1933 wordt wettelijk bepaald dat alle beursgenoteerde ondernemingen elk jaar een accountantscontrole moeten ondergaan. Zo'n crash als in 1929, deels veroorzaakt door een fundamenteel gebrek aan inzicht in de huishouding van de ondernemingen, mag nooit meer voorkomen. Interessant is dat het congres aanvankelijk wil dat deze controle (onafhankelijkheid) wordt uitgevoerd door accountants in dienst van de overheid. Maar de gevestigde accountantslobby weet dat tegen te houden. Na de Enron-crisis zijn opnieuw pleidooien te horen voor zo'n overheidsaccountant. Arthur Andersen is in die dagen al druk bezig uit te groeien tot een mondiaal bedrijf en gaat samenwerkingen aan met accountantskantoren in Londen, Zweden, Australië en Canada. In 1932 raakt het accountantsvak bekend bij het grotere publiek dankzij een artikel in Fortune, 'Het is het jongste, minst bekende maar meest verantwoordelijke aller beroepen' aldus het zakenblad. 'Het zijn de waakhonden die bedrijven controleren en de aandeelhouders beschermen tegen bedrog.' Maar dat was toen al een probleem: in de jaren dertig maken accountantsfirma's ook de eerste grote zeperds. In 1940 keert Price Waterhouse een half miljoen dollar uit als compensatie voor falend controlewerk. In 1961 strijkt Andersen neer in ons land (Den Haag) maar pas in het begin van de jaren tachtig wordt de markt actief bewerkt op zoek naar klanten. Naast de genoemde bedrijven uit de 'nieuwe economie' bedient Andersen ondermeer Vedior, Hunter Douglas en VastNed uit de 'oude'. Dat wil zeggen: als hoofdaccountant. Want voor de meeste van zijn klanten maakt Andersen niet de jaarstukken op, maar doet werk van allerlei soort van consultancy via implementaties tot due diligence-onderzoek.
Oorlog
Jan Dalhuisen zit met zijn voorlichter tussen de jonge collega's aan de cappuchino. Zijn drive is niet anders dan bewonderenswaardig te noemen. Hij moet en zal Andersen door deze crisis heen slepen. “Enron kun je beschouwen als de laatste grote hickup van de dotcom crash” zegt hij. “Het was eigenlijk meer een zakelijk fiasco dan een fiasco van de accountants. Vergeet niet dat het aandeel Enron al 90 procent van zijn waarde had verloren toen de affaire losbarstte.” Heeft Andersen dan helemaal geen aanwijsbare fouten gemaakt, los van de vernietiging van documenten? Dalhuisen: “De affaire ontstond in november, toen Enron in een zogeheten restatement toegaf dat de cijfers van 1997 tot 2000 niet klopten. Dit leidde tot een profit reduction van 591 miljoen dollar en een verhoging van de schuldenlast met 628 miljoen dollar. Voor 20 procent van dat bedrag zijn wij aanspreekbaar. Wat betreft de rest is ons alle relevante informatie onthouden.”
Dalhuisen voert een oorlog. De inzet: het redden van zijn firma. De wapens: praten met de pers. En met de markt. Hij laat een powerpoint presentatie zien die hij afdraait voor zijn eigen vaste klanten. In deze presentatie worden zogeheten percepties tegenover de 'realiteit' gezet. Een voorbeeld. Perception: An Andersen attorney (advocaat) ordered Andersen to destroy documents. Reality: Nancy Temple's memo to the Enron engagement team dated october 12, did not direct employees to destroy documents. Feitelijk zal het ongetwijfeld kloppen, maar wat zegt het? Niets. Nog een voorbeeld. Perception: Audit errors and the restatement of accounting errors from 1997-2000 caused Enron to file for bankrupcy. Reality: Enron's collapse was a business failure. Hier worden de beproefde regels van de misleiding toegepast. Eén van die regels zegt: bedenk zelf de verwijten die je wilt ontkrachten. Niemand zal Andersen verwijten dat het de ondergang van Enron heeft veroorzaakt. Dat heeft Enron zelf gedaan. Het verwijt aan Andersen is het actief meewerken aan een frauduleus beeld van het bedrijf naar de buitenwereld. Dalhuisen (hij werkt bij Andersen vanaf 1978): “Cruciaal is dat we dat verhaal van die vernietiging van stukken en emails helemaal uitzoeken. Daar mag helemaal geen lucht meer tussen zitten.”
In 1932 legt Andersen zijn nieuwe partners een nieuw type contract voor onder de slogan building for permanency. Het komt erop neer dat het individu ondergeschikt wordt gemaakt aan de organisatie die 'vereeuwigd' moet worden. Tot op de dag van vandaag geldt de 'Andersen-cultuur' als specifiek. 'Andersen wil vooral anders zijn dan de anderen', kopte het Financiele Dagblad daags voor het uitbreken van de Enron-affaire.
In 1970 verwerft Andersen als eerste van de big five een eigen campus, het Center for Professional Education. In de loop der jaren wordt dit uitgebouwd tot een luxe scholingsoord dat in het jubileumboek bij Andersen's 75 jarig bestaan wordt omschreven als 'de wieg van onze cultuur', vanwege 'zijn rol in het introduceren van nieuwe mensen in de ongebruikelijk sterke bedrijfscultuur en het versterken van deze cultuur tijdens hun loopbaan.'
Behalve Andersen opereert in Nederland ook Wouters Advocaten & Notarissen/Andersen Legal, dat deel uitmaakt van de wereldwijde Andersen Legal organisatie.. Kandidaat-notaris Maurits Hes werkte ruim twee jaar voor Andersen Legal:: “Andersen startte begin 1999 het vastgoed-notariaat in Rotterdam. Elke infrastructuur voor de notariële afhandeling van vastgoedzaken ontbrak.- Dat moesten we allemaal zelf uitdenken en opbouwen. De organisatie op zich stond echter binnen no time en heel langzaam kwam het werk vanuit de organisatie zelf alsook van buiten onze kant op. Vervolgens werd eind 1999 een partner aangetrokken van Derks Star Busman die veel klanten en veel lopende zaken en natuurlijk veel in potentie ook veel nieuwe zaken meenam, maar het roer totaal omgooide. Dat gaf veel spanning. Vervolgens vertrok deze partner weer. In eerste instantie werd ons de steun toegezegd om door te kunnen gaan, maar de wijze waarop het allemaal ging, gaf mij geen vertrouwen in een goede afloop. In april 2001 kregen we te horen dat het vastgoed-notariaat definitief naar Amstelveen zou worden overgeheveld. Een voor mij onbevredigende en frusterende gang van zaken.”
“Andersen in Nederland heel anders dan in de VS?” vervolgt Hes. “Ik kan me voorstellen dat mensen die al heel lang binnen de organisatie werken zeggen dat dat wel meevalt. Maar ik zie weinig verschillen. Ze profileren zich op een redelijk agressieve en naar mijn mening Amerikaanse manier in de markt en leggen overal druk.”
Andersen is in de VS bezig de complete accountantspraktijk te herstructureren. Het regent nieuwe commitees, offices en boards die ervoor moeten zorgen dat er in de toekomst niets meer fout kan gaan. Echt heil verwacht niemand hiervan zolang de houding, de intentie waarmee wordt gecontroleerd niet fundamenteel verandert. En wel zo: in plaats van de adviseur van het management moet de accountant weer dienstverlener worden aan het publiek en optimale openheid nastreven. Als dat nog lukt. Arthur Levitt, de vorige baas van de SEC, de Securities and Exchanges Comission die toezicht houdt op verslaglegging, zei het zo: “De kern van accountancy is openbaarmaking, maar de big five hebben zich gespecialiseerd in het optrekken van dikke muren.”
De komende maanden moet Andersen leven van de hoop. En wachten op de schadeclaims die als ze worden toegewezen de macht van de firma naar alle waarschijnlijkheid verre te boven zullen gaan. In theorie riskeren alle 4700 partners een persoonlijk faillissement, maar de praktijk leert dat dergelijke soepen nimmer heet worden gegeten. Vervelend is dat Andersen's reputatie voor Enron ook al stevige knauwen had opgelopen in twee zaken (Sunbeam en Waste Management) die als extreem ernstig worden gezien en door Andersen met tientallen miljoenen dollars moesten worden afgekocht. En om het inferno te completeren dient een mogelijk nieuw schandaal zich alweer aan: Global Crossing (en in het kielzog daarvan KPNQuest).
Jan Dalhuisen: “Als er een claim wordt toegewezen, beslissen we zelf hoe we de schade gaan verdelen. Het zou best kunnen dat alleen Andersen in de VS voor de schade opdraait.”
De komende maanden zal blijken hoe groot de schade is – zowel financieel als wat het imago van Andersen betreft. Andersen vecht terug – tegen de ondergang. Vieren de 85.000 mensen van Andersen in 84 landen volgend jaar het negentigjarig bestaan?
Ondertussen in Europa…
Alsof Andersen nog niet genoeg problemen heeft, kwam er twee weken geleden een arrest van het Europese hof. Kort samengevat: vergaande samenwerking tussen accountants en advocaten is in Nederland verboden. De twee beroepsgroepen zijn, aldus het arrest, onverenigbaar wegens de vereiste onafhankelijke positie van de accountants en de partijdige positie van de advocaat.
Het verbod zal behalve Andersen ook PricewaterhouseCoopers treffen. In praktijk betekent dit, dat bij Andersen en PricewaterhouseCoopers de accountants en de advocaten winst of verlies niet met elkaar mogen delen. Ook de zeggenschap kan niet in beider handen zijn.
Wat de consequenties van dit arrest verder zullen zijn voor Andersen, is nog niet bekend. Volgens Andersen zal het in geen geval het einde betekenen van de advocatenmaatschap.