Hoewel de moderne werknemer zijn eigen zaakjes prima kan regelen, worden er meer cao's afgesloten dan ooit. Zelfs de vrijgevochten IT'ers kiezen voor de zekerheid van het collectief. “Zonder cao ben je aan de haaien overgeleverd.”
De moderne werknemer gaat jobhoppend door het leven en weet precies wat hij wil. Eerst een hoog loon en een glimmende cabriolet. Hoewel hij er in eerste instantie zijn neus voor ophaalt, krijgt hij rond zijn 35e belangstelling voor een pensioenvoorziening. Niet zo'n saaie eindloonregeling als zijn vader had, maar iets spannends met wat meer risico's. Op de huidige arbeidsmarkt kan deze werknemer krijgen wat hij hebben wil. Werkgevers hebben het allang niet meer over secundaire arbeidsvoorwaarden, maar over employee benefits. De een een kleine lease-auto, de ander een grote stationwagon, de een een sabbatsverlof, de ander wat extra pensioenopbouw, een beetje werkgever komt moeiteloos tegemoet aan al die individuele wensen.
Het gaat nu in sommige sectoren misschien wat minder goed, maar er is nog lang geen reden tot klagen. Vorig jaar werden werkgevers en werknemers het eens over een loonstijging van 4 procent, maar in de praktijk gingen de lonen gemiddeld met 7,5 procent omhoog. De IT-sector zat, evenals de organisatieadviseurs, met 10 procent fors boven dat gemiddelde.
Het ligt voor de hand dat op zo'n dynamische, geïndividualiseerde arbeidsmarkt steeds minder belangstelling is voor cao's. Maar dat is een misvatting. Nooit eerder werden er zoveel cao's afgesloten als nu. En nooit eerder vielen er zoveel werknemers onder een cao. Ook de overheid biedt steeds meer ruimte aan de dikke bijbels vol gedetailleerde regeltjes en bepalingen die de werkgevers en de vakbonden jaar in jaar uit samen schrijven. Zo was in de oude Arbeidstijdenwet uit 1919 nog precies geregeld hoeveel uren men overdag of 's nachts mocht werken, maar in de nieuwe wet uit 1996 staat dat in cao's afgeweken mag worden van de wettelijke arbeidstijden.
Eisenpakket
Het totale aantal cao's – zowel voor complete bedrijfstakken als voor individuele ondernemingen – steeg de afgelopen paar jaar van duizend naar bijna veertienhonderd. Volgens Hans van der Steen, coördinator arbeidsvoorwaardenbeleid bij Werkgeversvereniging AWVN, komt dat doordat sectoren die vroeger een gezamenlijke cao afsloten – zoals de banken en de gezondheidszorg – tegenwoordig afzonderlijke cao's hebben. Daarnaast zijn er veel cao's afgesloten in nieuw opgerichte ondernemingen en in relatief jonge bedrijfstakken, zoals in de IT-sector en de uitzendbranche.
De groep werknemers die onder een cao valt, steeg de afgelopen tien jaar van 70 naar 80 procent. Zelfs in de bedrijfstak die bij uitstek doorgaat voor dynamisch en individualistisch, de IT, zijn de afgelopen jaren cao's tot stand gekomen. Als de hardware buiten beschouwing blijft – de kantoorautomatiseringswereld of de metaalsector kent al langer cao's – en alleen gekeken wordt naar het deel dat zich met software en diensten bezighoudt, blijven er een kleine honderdduizend IT'ers over. Een kwart van deze werknemers valt onder een van de zes cao's (Origin, Pink Roccade, Getronics, Hiscom, Debis en EDS) die de afgelopen vier jaar zijn afgesloten.
Waar komt die behoefte aan vastigheid en regelgeving toch vandaan? “Die verhalen over individualisering en flexibiliteit zijn mythes,” zegt Adriaan van Liempt. “Er wordt beweerd dat moderne werknemers alles zelf willen regelen. Dat is helemaal niet waar. Mensen praten elkaar na.” De socioloog Van Liempt is eigenaar van het bedrijfje Cyber Happy Software Development en combineert dat werk met het schrijven van een proefschrift over cao's in de IT. Volgens hem bestaat de jobhoppende jonge hond niet – hoogstens een paar jaar, totdat hij zijn wilde haren kwijt is – en willen werknemers allemaal weten waar ze aan toe zijn.
Een krappe arbeidsmarkt betekent bovendien niet automatisch dat werknemers een eisenpakket op tafel kunnen leggen dat zonder meer wordt ingewilligd. Kees Korevaar, adviseur arbeidsverhoudingen bij FNV Bondgenoten, spreekt regelmatig werknemers die er niet in slagen iets bij hun baas gedaan te krijgen. “Ze zijn wel mondig, maar ze hebben geen macht,” zegt hij. “Ze vliegen eruit. Ja, ook op een krappe arbeidsmarkt. Zelfs schaarse storingsmonteurs. Daar sta ik ook van te kijken.”
Werknemers die iets extra's willen, of het nu vrije dagen zijn, scholingsmogelijkheden of een hoger loon, kunnen nog steeds het beste de cao omarmen. “Samen een vuist maken tegenover de machtige werkgever. Dat is de ontstaansgeschiedenis van de cao en dat is nog steeds de drijvende kracht,” zegt Robbert van het Kaar van het Hugo Sinzheimer Instituut van de Universiteit van Amsterdam. “Zonder cao ben je aan de haaien overgeleverd.”
Goed salaris
Werknemersorganisaties hebben er belang bij dat veel cao's worden afgesloten. Het percentage vakbondsleden daalde van 1982 tot 1992 met 10 procent. Op dit moment is er weliswaar sprake van groei, maar omdat er steeds meer mensen werken, neemt het percentage leden niet toe. Naar schatting 27 procent van de werknemers is lid van een bond. Vooral in de IT-sector nemen de vakbondsleden toe. Binnen de totale sector is 15 procent lid en in het deel van de bedrijfstak dat zich alleen met software en diensten bezighoudt, ligt het percentage op bijna 7 procent.
Niet alleen de werknemers hebben er belang bij, ook de werkgevers dringen aan op een cao. Origin, het eerste IT-bedrijf dat in 1997 met een cao kwam, had als gevolg van fusies te maken met verschillende groepen personeel met diverse contracten. “Voor een werkgever is het niet wenselijk om op één gang medewerkers te hebben met verschillende arbeidsvoorwaarden,” zegt Van der Steen van AWVN. In economische termen, legt Van het Kaar uit, heb je het over transactiekosten. “Voor de werkgever is het niet handig om met iedere werknemer apart te onderhandelen, dus een zekere mate van coördinatie is te verkiezen.”
De vraag dringt zich op waarom werkgevers de arbeidsomstandigheden niet zelf regelen. In plaats van te kiezen voor een zwaar instrument als de cao, zouden ze ook zelf afspraken kunnen maken met de ondernemingsraad of een personeelscommissie. Volgens FNV-adviseur Korevaar gebeurt dat ook vaak.
Ondernemingen met dertig of veertig personeelsleden maken in eerste instantie individuele afspraken. Vooral in startende IT-bedrijven is dat gemakkelijk, want de werknemers zijn daar doorgaans zo jong dat ze al meer dan tevreden zijn met een goed salaris en een lease-auto. Als ze wat ouder worden, neemt de behoefte aan zekerheden toe en raken ze geïnteresseerd in zaken als pensioenen en collectieve verzekeringen. Vaak is het bedrijf tegen die tijd ook flink gegroeid en is het aantal personeelsleden zo groot dat de inmiddels aangetrokken personeelsadviseur niet meer met elk individu apart kan onderhandelen. Vanaf dat moment is er behoefte aan basisregels en worden er intern afspraken op papier gezet. “Ik krijg elke week wel iemand aan de telefoon die bij een bedrijf werkt waar ze het zelf geregeld hebben,” zegt Korevaar. “Er gaat altijd iets mis, bijvoorbeeld met de werktijden of het doorbetalen van overuren. Dan wordt er gezegd: vroeger werkte ik bij bedrijf X en daar hadden we een cao.
Daar ging het altijd goed. Kan hier ook niet eens iemand van de vakbond langskomen?”
In zijn ogen zijn collectieve afspraken onvermijdelijk. “De werkgever wil de arbeidsvoorwaarden stroomlijnen en de werknemer wil minimumafspraken voor als het slechter gaat. De decentralisatie stuit op een natuurlijke vloer.” Socioloog Van Liempt is ervan overtuigd dat cao's juist goed passen in een tijd waarin elke werknemer individuele wensen heeft. “Centraliseren van arbeidsvoorwaarden is de beste manier om maatwerk te leveren. Dat is een paradox, maar zonder spelregels kun je niet spelen,” zegt hij. “En het mooie is dat volgens de wet elke nieuwe werknemer vanzelf onder de cao valt. Je hoeft niet meer met iedereen een contract af te sluiten.”
Bijbel
Er mogen dan volop cao's worden afgesloten, de nieuwe cao's lijken beslist niet op de bijbels van vroeger. Zowel werkgevers als werknemers geven de voorkeur aan een flink uitgedunde, flexibele cao. De cao's die de laatste jaren in de IT zijn afgesloten, gelden dan ook als voorbeeld. “In de IT zitten per definitie veranderingsgezinde mensen en dat leidt tot andersoortige cao's,” zegt Cor Inja, hoofd van de afdeling Arbeid van de FNV. “De cao's die nu populair zijn, bestaan uit basisafspraken voor iedereen en daarboven allerlei keuzemenu's.” Van der Steen van de AWVN kan zich hierin vinden. Ook hij zegt dat de cultuur van de IT-sector weerspiegeld wordt in de cao's. “De afspraken zijn niet dichtgetimmerd. Eigenlijk worden er alleen piketpalen gezet met veel ruimte voor centrale invulling. Wij vinden het mooie cao's.”
Het ziet er naar uit dat de komende jaren zeker in de IT meer cao's worden afgesloten. Redenen hiervoor zijn dat de IT'ers meer behoefte krijgen aan zekerheid, plus het gegeven dat de moderne cao's heel geschikt blijken te zijn voor het afspreken van afwijkende individuele arbeidsvoorwaarden. Ook het veranderende klimaat op de arbeidsmarkt speelt een rol. Naarmate de arbeidsmarkt ruimer wordt, zal de behoefte aan vastigheid en minimumafspraken over lonen en secundaire arbeidsvoorwaarden bij werknemers toenemen.
Bovendien gaat de sector steeds meer op de doorsnee bedrijfstak lijken, zeker sinds afgelopen zomer een werkgeversorganisatie is opgericht. “Daar hadden ze eigenlijk geen behoefte aan, maar ze moeten wel samenwerken,” zegt Van Liempt. “Ze willen mensen opleiden en bij de overheid lobbyen voor erkende vakdiploma's.” Ook de krapte op de arbeidsmarkt van de laatste jaren speelt een rol. “In alle onderzoeken zie je dat de IT zo vrouwonvriendelijk is,” zegt Korevaar. “Maar ze hebben vrouwen nodig, dus ze moeten iets regelen. Omdat de bedrijven niet groot genoeg zijn om dat zelf op te lossen, formuleren ze het als sectorprobleem. En dan komen ze met hun vragen bij de bonden.”
Discussie rondom AVV
Het is gebruikelijk dat de sociale partners met hun cao-afspraken naar de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid stappen voor een algemeenverbindendverklaring. Zodra de cao 'ge-aveeveed' is, gelden de afspraken voor de hele bedrijfstak. Op die manier wordt moordende concurrentie voorkomen tussen bedrijven onderling. Bovendien is er geen ruimte voor 'freeriders', werkgevers die niet meebetalen aan de scholingsfaciliteiten in de bedrijfstak, maar die ondertussen wel goed opgeleid personeel aannemen.
De laatste tijd is de algemeenverbindendverklaring aan kritiek onderhevig. “In de wet uit 1937 staat dat de avv bedoeld is om concurrentie te voorkomen en orde en rust te garanderen. Dat zijn toch geen woorden van deze tijd,” stelt het VVD-Tweede Kamerlid Geert Wilders verontwaardigd. “Je moet van goeden huize komen, wil je cao-afspraken opleggen aan ondernemers die geen lid zijn van een werkgeversorganisatie.” Ook vindt Wilders de vakbonden zo weinig representatief dat hij het onterecht noemt dat zij onderhandelen namens de werknemers. Langzaam neemt het draagvlak voor zijn standpunt toe.
Voorstanders van de avv waarschuwen voor enorme loonschommelingen. “Uit onderzoek blijkt dat de avv een dempende werking heeft,” zegt Robbert van het Kaar van het Hugo Sinzheimer Instituut van de Universiteit van Amsterdam. Ook lijkt het niet in het belang van sociale partners om de avv af te schaffen. Werkgevers die onder cao-afspraken uit willen komen, hoeven dan alleen maar hun lidmaatschap van de werkgeversorganisatie op te zeggen. Dat maakt de discussie er niet eenvoudiger op.
De IT-sector neemt al een afwijkende positie in bij de algemeenverbindendverklaringen. Werkgevers en werknemers zijn nog nooit naar de minister gestapt om te vragen of die bijvoorbeeld de ick-cao van de kantoorautomatiseerders en hardwarebedrijven op de hele branche van toepassing wil laten zijn. Socioloog Adriaan van Liempt voorspelt dat dat ook in de toekomst niet zal gebeuren. “Dit is een sector die niet op al die bemoeienis zit te wachten. Uit oogpunt van concurrentie zou het trouwens heel gevaarlijk zijn om dwingende afspraken te maken voor zo'n internationale wereld als de IT.”