Chinese investeerders en bedrijven hebben Europa ontdekt. 'Hun aanwezigheid is veel groter dan uit de cijfers blijkt.'
We wachten er al een jaar of 10 op. Na een enorme instroom van buitenlandse investeringen door westerse multinationals, zou het nu de beurt zijn aan de Chinezen om een flinke kapitaalstroom onze richting op te sturen. Toch zijn Chinese investeringen in Nederland tot op heden weinig zichtbaar. Hoe komt dat?
Onbekendheid
‘Ze zijn er al’, zegt Dolores van Dongen, sinoloog en assistant director of China Business Services bij EY. ‘Voor een deel blijven Chinese investeringen onder de radar. Vooral als het gaat om minderheidsdeelnemingen die een strategisch partnerschap onderstrepen, blijft het vaak buiten de openbaarheid.' Dat de Chinese bedrijven zichtbaar gearriveerd zijn, wordt duidelijk uit dit overzicht van negen grote partijen die een poging waagden in de Nederlandse economie. Het zijn er minder dan aanvankelijk werd gedacht. Hoe dat komt? Het antwoord valt uiteen in drie delen: de politieke situatie in China, de behoefte van de Chinese bedrijven en de houding van Nederland. ‘Er is sprake van onbekendheid met de Chinese manier van zakendoen en met de identiteit van Chinese ondernemingen en investeerders’, zegt Eric Visscher, director Transaction Advisory Services en dealmaker bij Ernst & Young.
Forse winsten
‘De Chinese aanwezigheid in Nederland is inderdaad veel groter dan uit de cijfers blijkt’, zegt Haico Ebbers, voorzitter van het China Instituut van Nyenrode. ‘Het zou me niet verbazen als maar zo’n 10 tot 15 procent van de investeringen ook daadwerkelijk wordt geregistreerd. Maar ook ik zei 5 jaar geleden dat ze er elk moment en masse aan konden komen.’ En dat bleek dus nogal mee te vallen. Eén van de belangrijkste verklaringen daarvoor ziet Ebbers in de forse stijging van de winstgevendheid die grote Chinese bedrijven halen op de thuismarkt; zelfs tijdens de economische neergang van de afgelopen 5 jaar. 'Die bedrijven hebben weinig reden om over de eigen grenzen te expanderen. Vrijwel de gehele groei van de besparingen binnen de Chinese economie tussen 2008 en 2013 bestaat uit ingehouden bedrijfswinsten.’
Volvo
Maar dat de Chinese intocht achterblijft bij de verwachtingen heeft ook te maken met ons onbegrip van de Chinese motieven om hier te investeren. Ebbers wijst op het voorbeeld van Volvo. In 2010 nam Geely het bedrijf over. ‘We dachten dat Geely daarmee technologie kocht, maar in werkelijkheid bleek dat ze vooral op zoek waren naar het innovatief vermogen binnen het bedrijf om dat op de eigen thuismarkt uit te buiten.’ Volgens Ebbers hebben de Chinese managers goed door waar hun zwakke kant zit, namelijk in het tot ontwikkeling brengen van innovatie. ‘Al leren ze ook daar snel bij. Het moment komst steeds dichterbij dat Chinese bedrijven voldoen aan de westerse modellen die we eerder op ze loslieten.’
Slecht begrepen
De oriëntatie op de eigen thuismarkt is een ander deel van de verklaring van de achterblijvende Chinese investeringen. ‘Wij begrijpen slecht dat er bij de Chinese bedrijven een sterke – zij het soms indirecte – sturing is vanuit de overheid’, zegt Van Dongen, die 20 jaar in de volksrepubliek woonde en werkte. ‘Een van de redenen dat er vorig jaar maar zes transacties in Nederland waren en we dit jaar waarschijnlijk op ruim het dubbele uitkomen is de machtswisseling die vorig jaar plaatsvond.’
Aardverschuiving
Commentatoren noemden het aftreden van Hu Jintao en zijn opvolging door Xi Jinping niets minder dan een aardverschuiving. Het is niet alleen een machts-, maar vooral ook een generatiewisseling. De veel jongere Xi Jinping heeft volgens China-watchers zeker anderhalf jaar nodig om net zo’n sterke machtsbasis als zijn voorganger te ontwikkelen. Van Dongen: ‘De politieke besluitvorming lag ruim een half jaar stil en daarmee ook die binnen de grote door de staat gecontroleerde bedrijven.’ De reden is dat met het aantreden van een nieuwe machthebber een ongekende stoelendans ontketend is. ‘Zo is Lou Jiwei, voorzitter van het China Investment Corporation (het Chinese Sovereign Wealth fund), nu minister van financiën. Dat betekent dat de besluitvorming daar ook zeker vijf maanden stil ligt.’
En toch komen ze
De bloeiende thuismarkt, de hoge winstgevendheid van de afgelopen jaren, de periode van politieke onzekerheid en de Europese recessie – zo interessant is Nederland niet als markt – verklaren samen grotendeels de geringe activiteiten van de Chinezen. Maar – en daar zijn alle geraadpleegde deskundigen het over eens – ze komen. En deze keer echt. De onderliggende ontwikkelingen in China maken dat namelijk onvermijdelijk.
Sterke merken
‘We zien nu al een sterke toename van de informatieverzoeken en de daadwerkelijke onderhandelingen’, zegt Visscher van Ernst & Young. ‘En de richting van de Chinese expansie vind je terug in het vijfjarenplan’, vult Van Dongen aan. Die grote strategische plannen schrijven voor dat China wereldwijde corporate champions ontwikkelt. Sterke, integere merken. Die politieke wens wordt vrijwel één op één vertaald in de manier waarop giganten als Lenovo en Huawei zich momenteel op de Europese markt presenteren. ‘Maar die strategische keuze om steeds hoger in de internationale waardeketens te opereren domineert niet alleen de richting die de staatsbedrijven inslaan. Ook de private bedrijven conformeren zich aan dat beleid’, zegt Van Dongen. Al is het maar omdat de kredietverlening voor buitenlandse overnames door de Chinese banken aan politieke goedkeuring onderhevig is. ‘Dat is een sterk sturingsmechanisme.’
Procestechnologie
DE 9 CHINESE BEDRIJVEN
De Chinezen zijn al in Nederland, zo schrijven we vorige week. Dit zijn de negen Chinese bedrijven die je moet kennen. Zoals China langzaam steeds hoger in de waardeketen opereert, zo verschuift ook de focus van de investeringen in het buitenland. ‘Je ziet dat de Chinezen minder gefocust raken op grondstoffen, maar ook steeds meer en meer op zoek gaan naar merken en markten’, zegt Ebbers. Opeens komt het grondstofarme Europa weer in beeld. En daarmee ook Nederland. ‘Waar Chinezen ook graag naar kijken is procestechnologie.’ Toevallig een erkend sterk punt binnen de Nederlandse maakindustrie. Maar Ebbers waarschuwt wel. ‘Het anti-Chinees sentiment is schadelijk en vaak onnodig. Vooral als het om ‘reguliere’ Chinese bedrijven gaat die marktconform opereren. Het leidt tot irrationele beslissingen.’
Slechte pers
Hij noemt het voorbeeld van de mislukte overname van Draka door Tianjin Xinmao, dat met een financieel superieur bod toch met lege handen achterbleef. De uitverkoop aan de Chinezen werd voorkomen deels met het argument dat Xinmao in handen is van de Chinese lokale overheid. Het sentiment kostte grootaandeelhouder Flint circa 90 miljoen euro. ‘Deze affaire geeft Nederland een slechte pers in China’, zegt Ebbers. Of wat te denken van Ping An dat nu procedeert tegen de Belgische staat dat na een miljardeninjectie van deze Chinese verzekeraar besloot het Belgische Nederlandse Fortis toch maar te nationaliseren?
Slechte ervaringen
Het zijn deze slechte ervaringen die de Chinezen kop- en koopschuw maken. Ebbers vermoedt dat het anti-Chinees sentiment een grote rol speelt bij de onderrapportage van Chinese deelnemingen. ‘Zeker bij familiebedrijven speelt dat, ze hebben er geen belang bij om met dat nieuws naar buiten te komen.’ Wij vinden het in Nederland vaak een eng idee dat die bedrijven banden hebben met, of zelfs in handen zijn van, de overheid. Maar of dat werkelijk zo eng is, is voor een belangrijk deel een kwestie van perceptie. XEMC, dat windmolenbouwer Darwind uit de failliete boedel van Econcern overnam, meldt op de website trots dat het in overheidshanden is. Het is een garantie voor financiële slagkracht en stabiliteit, schrijft het bedrijf.