Snelle cash nodig voor verdere groei? Het vroegtijdig verzilveren van de debiteurenportefeuille via een factormaatschappij kan de uitkomst zijn. De succesfactoren.
Snelle groeiers lopen bij hun bank keer op keer tegen hun kredietlimiet aan. Om die bij te stellen is een hele papierwinkel nodig en ben je zes weken tot twee maanden verder. Dan is die gouden investeringskans misschien allang weer vervlogen. Factormaatschappijen kunnen veel sneller schakelen. Een paar dagen nadat zij de debiteurenlijst binnen hebben, geven zij uitsluitsel over het bedrag dat het bedrijf tegemoet kan zien. Dat bedraagt 70 tot 90% van de vorderingen, terwijl banken tot maximaal 70% gaan. Een plafond is er niet. Wel zakt de kredietruimte ook sneller dan bij de bank, mocht het debiteurenbestand onverhoopt kelderen.
Seizoenspatroon
Ook voor bedrijven die stelselmatig het ene seizoen meer omzet scoren dan het andere, denk aan de modesector, is factoring bijzonder handig. Zij hoeven niet telkens te soebatten bij de bank om de kredietlimiet op te vijzelen na een luwe periode en kunnen hogere verkopen direct te gelde maken voor meer investeringsruimte. Gebruikelijk is een frequentie van één keer in de maand, maar zelfs een wekelijks voorschot op de debiteurenvorderingen behoort tot de mogelijkheden.
Afgeronde prestaties
Factormaatschappijen doen geen zaken met bedrijven die met deelfacturen werken. Bepaalde sectoren, denk aan bouwbedrijven en de kapitaalgoederenindustrie, ontkomen door de duur van hun projecten niet aan gefaseerd incasseren van de betaling. Zij vallen dus buiten de boot. De bank is op dit punt coulanter.
Eenpitters kunnen het vergeten. Een bedrijf moet wel een beetje omvang hebben, wil een factor er warm voor lopen de debiteurenportefeuille over te nemen. Er zijn aanbieders die genoegen nemen met een kwart miljoen euro omzet, andere gaan niet aan de slag voor minder dan 2 miljoen euro. Ook voor de kredietbehoefte geldt een minimum, veelal variërend van een tot vier ton.
klantenportefeuille
Wie voor het leeuwendeel van zijn omzet afhankelijk is van één grote klant, wordt door de factormaatschappij al gauw te licht bevonden. Stel dat die debiteur omvalt. Aangezien het risico op wanbetaling meestal ook wordt overgenomen, is de factor dan het haasje. Het hangt er wel vanaf om wat voor soort debiteur het gaat. Is dat de overheid, dan ligt het wat makkelijker.
Wel duurder
Debiteurenfinanciering heeft een hoop pre's, maar is wel beduidend duurder dan financiering door de bank. Bovenop een marktconforme rentevergoeding op het voorschot van debiteurenvorderingen, komt het factorloon. De tarieven verschillen sterk: zij lopen uiteen van 0,05% tot bijna 1,5% van de omzet van het bedrijf. De hoogte van het tarief hangt af van diverse factoren, zoals spreiding van de debiteuren, de sector waarin het bedrijf actief is, de hoogte van het verzekerde risico en niet in de laatste plaats de omvang van het bedrijf. Hoe kleiner het bedrijf, hoe duurder de dienst begrijpelijkerwijs uitvalt. Een gemiddeld tarief van 0,5% is vrij gebruikelijk.
Met dank aan Jaap de Jong, directeur corporate finance bij Mazars Berenschot