Managen en creativiteit verdragen elkaar vaak slecht. En dat is jammer, want creativiteit zou binnenkort wel eens ‘de vijfde productiefactor’ kunnen worden. Hoogste tijd voor een bijscholingscursus voor managers, dacht de Rietveld Academie.
Het gaat deze eeuw gebeuren, waarschijnlijk eerder dan later, dat we ook de vierde productiefactor, kennis, wel zo ongeveer in de vingers hebben. (De andere drie zijn, ter herinnering, grond, arbeid en kapitaal). Binnen niet al te lange tijd zijn informatiestromen geoptimaliseerd, weten we wat we willen weten en kunnen we op elk gewenst moment en overal over die kennis beschikken. We kunnen die kennis ook goed delen. Wat dan? Dan komt het op creativiteit aan, menen adviesbureau Squarewise, managementcentrum De Baak en de uit beider initiatief voortgekomen KEN-Society (Knowledge Economy Network). Als iederéén de productiefactor kennis ten volle benut, dan blijft creativiteit over om je te onderscheiden, om de concurrentie aan te gaan. Vandaar wordt creativiteit in de 21ste eeuw de ‘vijfde productiefactor’, volgens de KEN-Society. Zo bezien komt het slecht uit dat veel managers niet creatief zijn of – nog sterker – dat ‘creativiteit bijna het tegenovergestelde is van managen’, zoals Ellen Mensink van Squarewise en de KEN-Society beweert. Ga maar na: managers zijn vooral gericht op efficiency en het behalen van doelstellingen op de korte termijn. Ze zijn ‘vastgeroest in structuren’, terwijl het juist nodig is om het denken vanuit bestaande structuren te verlaten. “Er moet iets gebeuren,” zegt Ellen Mensink. Want: “Zonder creativiteit geen toekomst.”
Waar anders dan op de kunstacademie kun je creativiteit leren, bedacht de KEN-Society, en zo kwam het tot de managementtraining ‘Vier jaar Rietveld in anderhalve dag’ die 16 en 17 juni plaatsheeft aan de Gerrit Rietveld Academie in Amsterdam. Van de toelating, de introductie (‘het basisjaar’), het eerste kunstzinnige experiment, via de specialisatie tot de afrondende opdracht: wat normaal vier jaar kost, krijgt de cursist nou in een ‘cultureshock training’ van krap twee dagen. Niet voor niets is de training gericht op directies en topmanagers uit bedrijfsleven en overheid. Er hebben zich al een paar managers aangemeld. Wat kunnen managers leren van kunstenaars? Die vraag is te simpel gesteld, zegt Mensink. “Het is nadrukkelijk geen training ‘creativiteit doe je zo’.” De cursisten hebben waarschijnlijk alle boeken over creativiteit en creatieve tools al gelezen, en daarom bekijkt ‘Vier jaar Rietveld’ het begrip van een andere, meer ‘inhoudelijke’ kant. Het gaat om het creatieve proces, om ‘fundamenteel creatief zijn’. Dus, vertaald naar de praktijk: geen toegepaste innovaties (nieuwe koffiezetapparaten) maar uitvindingen (iets compleet anders dan koffiezetapparaten). Geen handigheidjes en foefjes maar een nieuwe manier van kijken, een compleet nieuwe mindset. Voordat de cursisten met een certificaat en een nieuwe mindset de deur uitlopen, moeten de handen flink uit de mouwen. Deelnemers kunnen hun goeie pak thuis laten: meteen al op de eerste middag gaan ze zelf aan de slag met hun eerste werkstuk, materialen en technieken naar keuze. Zo ondervinden ze aan den lijve wat het betekent om werkelijk creatief te zijn. Het serieuze werk, op dag twee, moet dan nog komen.Al tijdens de eerste creatieve opdracht, vermoedt Mensink, komt er een moment waarop de cursisten ‘vast komen te zitten’. Dat is een mooi moment voor een beschouwend intermezzo over wat je dan moet doen, over wat het betekent om werkelijk creatief te zijn. Er zijn interessante sprekers uitgenodigd: gelauwerd fysicus Robbert Dijkgraaf vertelt over de relatie tussen kunst, wetenschap en het proces van uitvinden en Peik Suyling, thans directeur van Young Designers & Industry, gaat nader in op de ontwikkeling van de creatieve industrie en op wat creativiteit in iemands eigen organisatie kan betekenen. Het creatieve denken wordt een belangrijke factor in de economische wereld, denkt Peik Suyling. Nu al werken kunst, design en bedrijfsleven intensief samen, en die samenwerking wordt in de komende decennia nog veel hechter. Suyling wil er in de aanloop naar 16 en 17 juni niet te veel over kwijt, maar wat vast staat: “Ik ga dat aantonen.”
Managers moeten targets halen, een streven dat op gespannen voet staat met creatieve oplossingen en de belangrijkste voorwaarde daarvoor: namelijk de bereidheid om afstand te nemen van het alle energie opslokkende kortetermijnproces, er eens uit te stappen en ongehinderd door de druk van alledag te bedenken: kan het ook anders? En hoe dan? ‘Out of the box-denken,’ noemt Ellen Mensink dat. Alles goed en wel: waar haalt een manager met een werkweek van zeventig uur de tijd vandaan voor de fundamentele creativiteit van Suyling en Mensink? Je moet ruimte maken om creativiteit toe te laten, zegt Mensink. “Je kunt erover nadenken: wat ga ik níet meer doen?” Met een gepland kwartiertje per week zullen de gouden invallen zich niet aandienen. Creativiteit is een manier van denken. “Het is meer dan brainstormen met een broodje kaas.”
Wrijvingswarmte
Managers moeten naar de aard van hun werk zakelijk en nuchter zijn, bezig als ze zijn met harde, tastbare zaken, waarvan geld wel de belangrijkste is. Zo anders de kunstenaar, die vanuit ‘vrijheid’ en ‘inspiratie’, dikwijls zonder vooropgezet einddoel, iets probeert toe te voegen aan de wereld of de manier waarop wij daarnaar kijken. Wil het even niet lukken, geen nood: morgen is er weer een dag. Eigenlijk gaat het tussen managers en kunstenaars al mis bij de studiekeuze, kun je stellen: de eersten melden zich aan voor een studie bedrijfskunde of -economie en weten niet hoe snel ze zich in het verplichte jasje-dasje van de studentenvereniging moeten hijsen, de kunstenaars in opleiding leiden in hun ateliers hun eigen, langharige bestaan. Een achterhaald beeld, vindt Peik Suyling. Hij ziet een toenemende behoefte aan ‘bruggen’ tussen het zakelijke en creatieve, aan ‘wrijvingswarmte’ tussen de twee. Bovendien zijn beide kanten steeds beter doordrongen van het belang ervan. Het is niet de bedoeling dat de managers in anderhalve dag Rietveld compleet binnenstebuiten worden gekeerd, dat ze hun werk na afloop helemaal anders doen, hun organisatie op een revolutionair nieuwe manier aansturen. De cursus moet een verrijking zijn, een toegevoegde waarde. Hun bedrijf of organisatie moet er ook wat aan hebben. Daarom gaat dag twee van de training deels over hoe je creativiteit in je eigen organisatie kunt gebruiken.Creativiteit is niet iets om bang voor te zijn. “De deelnemers hoeven zichzelf niet te verloochenen,” zegt Suyling. “Ze hoeven geen kunstenaar te worden.” Op zo’n manier, denkt Suyling, zijn managers wel degelijk ontvankelijk voor creativiteit en bespiegelingen erover. “Dit is niet aan dovemansoren gericht.” Tijdens de training zitten de deelnemers in één ruimte met creatieve mensen – cursisten, docenten en studenten van de Rietveld bij elkaar – in de hoop dat er ‘interactie’ en wisselwerking plaatsvindt. Dit als voorproefje van de bruggen en crossovers die de KEN-Society ook buiten de muren van de Academie waarneemt. Suyling: “We moeten met elkaar oplossingen bedenken. Cultuur en economie hebben voor het eerst in de geschiedenis een gezamenlijke agenda.” Tussen het verwerven van nieuwe inzichten door wordt er in de creativiteitstraining ook nog wat gemaakt. “Er komt ook een eindproduct,” zegt Ellen Mensink. Een echt, zelf vervaardigd werkstuk, bekroond met een diploma. Leuk om thuis te laten zien: kijk eens wat ik heb gemaakt, als na de gemiddelde doe-workshop voor de moderne manager. Maar ‘Vier jaar Rietveld’ is anders. “Het is nou net níet een middagje schilderen bij Ans Marcus. Géén knutsel- en klusmiddagje.” Op nog iemand die een ‘perfect horse’ kan schilderen zit de nieuwe eeuw niet te wachten. Moderne kunst draait om het idee, het concept, om vernieuwing. Het is een andere denkwereld. Mensink: “Er zijn veel raakvlakken tussen het proces om te komen tot een goed werkstuk en het managementproces van een innovatie.” Peik Suyling: “Met een cursus ‘Managers leren schilderen’ zou de Rietveld zich belachelijk maken.” Ellen Mensink: “Het gaat niet om het maken van een kunstwerk, maar om het internaliseren, het beleven van creativiteit. Om intrinsieke motivatie.” Creativiteit is geen kunstje. ‘Vier jaar Rietveld in anderhalve dag’ gaat om veel meer. “Niemand zit te wachten op een nog ingewikkelder telefoon of afstandsbediening,” zegt Mensink. “De industriële ontwikkeling loopt tegen zijn natuurlijke grenzen aan.” Blijft over de vijfde productiefactor. “Daar zit wat ons betreft de toekomst.” Misschien kun je het zo zien: “Mensen worden slimmer, zijn geneigd steeds sneller en efficiënter te denken. Managers ook. Ook in hun denken nemen ze de snelweg van A naar B. Deze training laat zien dat je ook een B-weg kunt nemen. Dan zie je meer. Dan kom je op nieuwe ideeën.”
‘Vier jaar Rietveld in anderhalve dag’, 16 en 17 juni, Gerrit Rietveld Academie, Amsterdam
Managers zijn van nature niet creatief… want ze zijn…
> gericht op efficiency
> gericht op kortetermijndoelstellingen
> vastgeroest in structuren.
…maar ze kunnen het wel leren:
> neem afstand van het kortetermijnproces
> laat de druk van alledag los
> en bedenk: hoe kan het anders?