China wil de pensioenleeftijd verhogen. Hierdoor zouden de sociale lasten worden beteugeld die het groeiende legioen ouderen met zich meebrengt.
De Chinese pensioenkassen, die toch al te lijden hebben onder corrupte partijfunctionarissen, hadden vorig jaar een tekort van 800 miljard renminbi, ofwel 80 miljard euro. Een woordvoerder van het ministerie van Arbeid en Sociale Zekerheid zei deze week in het zakenblad China Economic Weekly dat de voorstellen over een latere pensioengerechtigde leeftijd volgende maand zullen worden ingediend. Het is nog onduidelijk wat ze behelzen.
Volgens de Chinese wet kunnen mannen nu op hun 60ste met pensioen, en vrouwen op hun 55ste. Veel staatsinstellingen en -fabrieken verlenen personeelsleden de mogelijkheid al op te houden met werken als ze tussen de 45 en 55 jaar zijn. Dit beleid werd jaren geleden ingezet om het verloop te bevorderen bij staatsonderdelen.
Ook wordt vroege pensionering gebruikt om ruimte te maken voor jongeren. China moet elk jaar minstens 45 miljoen banen scheppen om de werkloosheid onder controle te houden. Vooral in de universiteitssteden, waar elk jaar miljoenen Chinezen afstuderen, is de druk om meer witteboordenbanen te scheppen groot. De vrees is dat een verhoging van de pensioenleeftijd de instroom van jong personeel zal bemoeilijken.
(De Volkskrant)