Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Burnout – afrekenen met ziekmakend management

In de slagschaduw van de economische voorspoed velt burnout jaarlijks vele duizenden gezonde werknemers. De overheid wil de rekening daarvoor niet meer betalen, dus zullen werkgevers en werknemers zelf hun verantwoordelijkheid moeten nemen.

Gert Otter was een hardwerkende IT'er. Ambitieus, perfectionistisch, en loyaal. In 1997 werd Gert manager van een IT-afdeling, waarna hij al vlug zestig tot zeventig uur per week werkte. Hij kreeg lichamelijke klachten: hoofdpijn, slapeloosheid, maagpijn en zelfs druk op zijn borst. Zijn huisarts waarschuwde: 'Nog vijf jaar en je gaat kapot'. Maar Gert luisterde niet en ging door, nog éven die klus klaren. Maar steeds was er een nieuwe klus. En op een dag ging het licht uit. Burnout, afgebrand.
Het duurde niet minder dan een jaar voordat Gert weer kon werken. Zijn karakter indachtig, pakte hij ook zijn genezing ambitieus aan. Hij ging in therapie, richtte een succesvolle website op over burnout (burnin.nl), voor informatie aan lotgenoten en andere belangstellenden en werd uiteindelijk coördinator Human Resource Management bij PTT Post. Gert is in therapie geweest, maar op zijn oude werkplek is niets veranderd: “Misschien is mijn opvolger beter bestand tegen stress.”
Het relaas van Gert Otter is typerend voor de aanpak van burnout in Nederland. De gevelde werknemer meldt zich ziek en wordt (in het gunstigste geval) behandeld, hopelijk succesvol. Veel werknemers gaan uiteindelijk weer aan de slag, maar een deel belandt in de wao. Een groot deel.
Slechts een fractie van de kosten die dit veroorzaakt, wordt gedragen door werkgevers. Ziekteverzuim en uitstroom naar de wao van een denkbeeldige werknemer met een inkomen van 60.000 gulden kost een werkgever ongeveer twee ton. Alle overige kosten, waaronder veelal jarenlange wao-uitkeringen, worden gedragen door de samenleving: bijna vijf miljard gulden per jaar. Die rekening wil het kabinet niet meer betalen en daarom stelde het de commissie-Donner samen om te onderzoeken hoe gestreste werknemers uit de wao kunnen worden geweerd.
Het debat is nog maar net begonnen, maar het lijdt geen twijfel dat ook werkgevers, als 'vervuilers', een deel van de rekening zullen moeten betalen.

Stressbonus
Spanning op het werk is gezond. Talloze mensen functioneren maar matig zonder uitzicht op een deadline. Maar te veel spanning op het werk kan leiden tot stress. En veel werkstress kan een burnout tot gevolg hebben.
Japan heeft al kennis gemaakt met de ultieme consequentie van burnout. Karoshi, dood door overwerk, is inmiddels officieel erkend door het ministerie van arbeid. En recentelijk zijn de eerste gevallen van karojisatsu bekend geworden: zelfmoord door overwerk. Er zijn al twee rechtszaken geweest waarin werknemers de lange uren die ze moesten werken als een risicofactor voor hun gezondheid claimden. Ze kregen gelijk en hun werkgevers werden veroordeeld.
Nederland heeft nog geen stressprocessen gehad. Maar dat kan nog komen – de oorzaken van werkstress in Nederland zijn niet anders dan in Japan. De belangrijkste zijn een hoge werkdruk en conflicten op het werk, en in mindere mate beperkte regelmogelijkheden (bijvoorbeeld voor het nemen van een pauze), een lage beloning en de mogelijkheid om persoonlijke vaardigheden te benutten. De veerkracht van de werknemer bepaalt vervolgens of werkstress zijn vernietigende werking doet.
Stressdeskundige Theo Compernolle onderscheidt twee typen burnout-slachtoffers. De klassieke burnout, die je ziet bij idealisten, zeer gemotiveerde mensen die door bureaucratie en gebrek aan tijd, steun en waardering voor hun werk langzaam opbranden. Het is het type burnout dat vooral in het onderwijs veel voorkomt.
De moderne versie van burnout doet zich vooral voor bij hoogopgeleide mensen tussen de 35 en 55 jaar, in verantwoordelijke posities als manager of stafmedewerker. Hardwerkende, bezeten mensen die continu presteren op een hoog niveau. Deze achievers branden niet langzaam op, maar storten net als Gert Otter, van de ene op de andere dag in. Compernolle: “Je verliest je beste mensen. En niemand doet er wat aan. Sterker nog: werkgevers stimuleren werkstress door bonussen uit te delen aan mensen die meer presteren dan de targets vereisen!”

Epidemie
Vrijwel onopgemerkt heeft werkstress de laatste jaren epidemische vormen aangenomen. Volgens het CBS krijgt één op de tien Nederlandse werknemers vroeg of laat een burnout. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid schat in de Arbobalans 2000 dat inmiddels ruim 2 miljoen mensen regelmatig onder tijdsdruk werken; naast conflicten één van de belangrijkste stressbronnen. Sinds het Centraal Bureau voor de Statistiek twintig jaar geleden is begonnen met het verzamelen van gegevens over werkdruk, blijkt deze ieder jaar met zo'n 1,5 procent te zijn toegenomen.
Uit onderzoek van de European Foundation for the Improvement of the Living and Working Conditions blijkt dat Nederland Europa's 'werkdrukkoploper' is. In 1996 zei 58 procent van de Nederlandse werknemers tenminste de helft van de werktijd onder tijdsdruk te werken. Het Europees gemiddelde was toen 42 procent. Bovendien bleek de werkdruk in Nederland het snelst te stijgen. Deskundigen verwachten dat Nederland haar koppositie moeiteloos zal verdedigen als binnenkort de nieuwe gegevens bekend worden.
Werknemers die zich met psychische klachten ziek melden, krijgen in 77 procent van de gevallen een wao-uitkering, 87 procent van hen wordt volledig afgekeurd. Meer dan 300.000 mensen zitten nu al wegens psychische klachten in de wao. Jaarlijks worden 30.000 mensen afgekeurd ten gevolge van psychische problemen en niet minder dan de helft van alle psychische klachten wordt veroorzaakt door werkstress.
Staatssecretaris Hoogervorst van Sociale Zaken en Werkgelegenheid waarschuwde al in 1999 dat de rekening die de samenleving hiervoor moet betalen – 4,7 miljard gulden – te hoog is.
Volgens het CBS hebben 1,7 miljoen werknemers last van werkstress. Dit moeten er volgens de doelstelling van Hoogervorst in 2003 170.000 minder zijn. Om dit te bereiken, stimuleert hij werkgevers en werknemers om op brancheniveau convenanten te sluiten, met name om de werkdruk te doen dalen. Inmiddels zijn de eerste convenanten gesloten, maar de twijfel groeit of convenanten volstaan voor het bestrijden van werkstress. Criticasters vermoeden dat veel ondernemingen zich zullen beperken tot het beperken van het aantal gewerkte uren, bijvoorbeeld door het voorkomen van overwerk. Aangezien bekend is dat het aantal gewerkte uren vrijwel geen invloed heeft op stressgevoelens, is de kans groot dat de convenanten weinig effect sorteren.
Dat het kabinet dit ook wel beseft, blijkt uit het feit dat het de commissie-Donner instelde om de oorzaken te achterhalen van de enorme instroom van mensen met psychische problemen in de wao. Het advies om niet het systeem van wao-keuringen aan te pakken, maar preventie te stimuleren, kan wel eens verstrekkende gevolgen hebben. Voor werknemers, zowel als werkgevers.
Als de overheid ondernemingen medeverantwoordelijk stelt voor de financiële consequenties van werkstress, rest het bedrijfsleven weinig anders dan actie te ondernemen na jarenlang achterover te hebben geleund. Ondernemingen die in 1998 verplicht een Arbo-dienst in de arm namen, kozen massaal voor een goedkoop contract (soms voor nog geen honderd gulden per werknemer per jaar), waarin geen ruimte was voor verzuimbeleid tegen stress en lik-op-stuk-behandelingen door de bedrijfsarts. Vaak werd contractueel vastgelegd dat een werknemer pas na twee weken door de bedrijfsarts wordt opgeroepen.

Bloedbad
'Mondiale concurrentie, een krappe arbeidsmarkt: kan ik er wat aan doen dat de werkdruk in mijn bedrijf groot is', zullen werkgevers de kritiek pareren. En die kritiek is invoelbaar. Maar hoe verklaren werkgevers het feit dat ongeveer eenderde van alle gevallen van burnout veroorzaakt wordt door arbeidsconflicten?
Uit een CBS-werknemersonderzoek blijkt dat 15 procent van de werknemers conflicten heeft met collega's en 18 procent met de chef. Ook blijken reorganisaties vaak debet aan burnout. Slechts na een gerucht over een reorganisatie ging de gezondheid van honderden Britse ambtenaren in een onderzoeksgroep al achteruit. De gezondheid van een onderzoeksgroep die niet zou worden geprivatiseerd, bleef hetzelfde.
Psychiater Rigo van der Meer concludeerde na een onderzoek dat werknemers die thuisblijven na een arbeidsconflict geen luie ruziezoekers zijn, maar doorgaans consciëntieuze werkers. Hij constateerde verschijnselen als dodelijke vermoeidheid, cynisme en vreselijke wraakgevoelens. Hierover zei hij: “Als men al zijn voornemens zou uitvoeren, zou het een vreselijk bloedbad worden in dit land.”
Collega's en chefs blijken meedogenloos. In zijn boek Overspannen door je baas beschrijft Van der Meer hoe bazen werknemers links laten liggen, pesten en dwarszitten. Dat moet rigoureus anders, vindt Paul Schreurs, directeur van het Instituut Werk en Stress en universitair hoofddocent aan de Universiteit Utrecht. Maar hij denkt niet dat de benodigde cultuurverandering makkelijk is. Schreurs: “Het zal nog lang duren, aangezien ministers en topmanagers zich erop voorstaan 80 uur te werken. 'Wij klagen toch ook niet? Wij zijn stoere knakkers'.”
Maar die zelfverzekerde, arrogante houding zal men niet eeuwig volhouden, denkt Schreurs. “Als men werkgevers tien jaar geleden had gewaarschuwd voor rsi-processen, had niemand dat geloofd. Nu kan ik mij al voorstellen dat we ooit burnout-processen krijgen. En naarmate de arbeidsmarkt krapper wordt, zal het besef doordringen dat het voordelen heeft om een imago als gezonde werkgever te hebben.”

Terminated
Het aantal therapieën voor burnout is de laatste jaren explosief gestegen (zie kader). Talloze eenpitters lokken mensen met de belofte op genezing. Enkele Arbo-diensten en grotere bureaus bieden ook werkgevers stresspreventieprogramma's aan, maar vrijwel alle therapieën zijn gericht op de werknemer.
Alle Nederlandse Arbo-diensten samen hebben niet veel meer dan honderd geregistreerde arbeids- en organisatiedeskundigen in huis die bijvoorbeeld adviezen kunnen geven voor structurele aanpassingen van de organisatie. En een mediator voor het oplossen en voorkomen van conflicten is zelden tot nooit voorradig. Wat rest zijn medici en therapeuten die werknemers wapenen tegen 'onvermijdelijke' stress.
Federal Express, 's werelds grootste koeriersdienst, legt de verantwoordelijkheid voor het voorkomen en bestrijden van werkstress daarentegen sterk op de eigen organisatie. Symbolisch voor die aanpak is de vragenlijst die alle werknemers jaarlijks moeten beantwoorden. Van de 25 vragen over arbeidsomstandigheden gaan er 12 over de leidinggevende. Als deze minder dan 65 procent positieve reacties scoort, krijgt hij bezoek van een Human Resource Manager die in overleg bepaalt welke trainingen hij moet volgen om zijn aanpak te verbeteren. Als hij tijdens het tweede jaar nog steeds een onvoldoende scoort, krijgt hij nóg een kans. Het derde jaar wordt hij op staande voet ontslagen. Zoals ooit overeengekomen in het arbeidscontract: terminated.
Héél verstandig, vindt Theo Compernolle die als consultant werkgevers adviseert. Compernolle: “Natuurlijk heeft de werknemer de verantwoordelijkheid om zijn veerkracht optimaal te houden en bijvoorbeeld voldoende te slapen. Maar de werkgever heeft op zijn beurt de verantwoordelijkheid om corporate stress te voorkomen.”
Compernolle is zelfstandig stressadviseur en doceert aan diverse managementscholen, waaronder TIAS en INSEAD. Hij houdt zich al 25 jaar bezig met stress. Op zoek naar stressbronnen bij klanten komt hij meestal uit bij verkeerd managementgedrag. Behandeling is moeilijk: “Je moet veranderingen aanbrengen in de manier van leidinggeven, de manier waarop werknemers met elkaar omgaan, je moet functiedefinities aanpassen. Eigenlijk moet de hele manier waarop een bedrijf als sociale organisaties functioneert, tegen het licht worden gehouden.”
Bepalend voor de mate van succes is of het topmanagement erin gelooft, vindt Compernolle. Hij heeft ervaren dat argumenten die louter slaan op financiële voordelen van preventie, niet volstaan. Terwijl ze toch indrukwekkend zijn. Compernolle liet voor een Nederlands bedrijf met 1500 werknemers door een accountant uitrekenen wat ziekteverzuim door werkstress kost. Dat bleek ruim 3000 gulden per medewerker per jaar te zijn. Compernolle: “Dat is ruim 4,5 miljoen gulden per jaar. Al kun je daar maar 10 procent op besparen, dan heb je al bijna vijf ton verdiend.”
Tegenwoordig speelt Compernolle tactisch in op wat hij de 'trots' van het bedrijf noemt: “Is men trots op de beveiliging, dan stel ik dat stress veiligheidsrisico's met zich meebrengt. En als men klanttevredenheid belangrijk vindt, dan beargumenteer ik dat stress dit belet. Ondernemingen moeten stress gebruiken als een signaal dat er iets mis is in de organisatie. Daar kunnen ze hun voordeel mee doen. Ze moeten stress gebruiken, zoals mijnarbeiders vroeger kanaries meenamen in de mijn.”
Compernolle heeft niet de illusie dat het bedrijfsleven zich direct massaal op het voorkomen van werkstress zal storten. Compernolle: “Ach, wat kun je verwachten in een land waar minister Jorritsma van Economische Zaken haar secretaris-generaal Sweder van Wijnbergen na een arbeidsconflict in 1999 vroeg om zich ziek te melden om de zaak in alle rust te kunnen oplossen. Wat hij overigens weigerde. En hij had gelijk: boosheid is geen ziekte!”


RSI-letsel

Als het met burnout net zo zal gaan als met rsi, kan het nog wel even duren voordat ondernemingen hun eigen verantwoordelijkheid moeten gaan nemen.

In januari van dit jaar heeft de rechter voor het eerst een Nederlandse werkgever veroordeeld voor rsi-letsel bij een werknemer. De kantonrechter in Middelburg bepaalde dat een bedrijf in Goes aansprakelijk was voor de arbeidsongeschiktheid van een 39-jarige man uit Schinveld. Hij deed jarenlang repeterend werk onder slechte ergonomische omstandigheden en belandde in 1995 in de wao.
Er zit maar liefst elf jaar tussen deze veroordeling en het moment dat de eerste artikelen over rsi in Nederlandse kranten verschenen. Het eerste onderzoek naar repeterende arbeid werd zeven jaar geleden afgerond en pas in 1998 werd rsi serieus overheidsbeleid.
In onderzoeken van het CBS en TNO varieert het percentage werknemers dat als gevolg van het werk last heeft van klachten aan nek, schouder, arm of pols tussen de 19 en 30 procent. De grootste risicogroep bestaat uit beeldschermwerkers. Helaas werkt bijna de helft van de werkzame bevolking regelmatig achter een beeldscherm.
Bij Interpay, dat vrijwel alle betalingen tussen banken, bedrijven en consumenten beheert, wordt door bijna 90 procent van alle medewerkers intensief beeldschermwerk verricht, waaronder ook door veel high speed data entry-typisten die handmatig en bovenal snel gegevens moeten invoeren. Een broedplaats voor rsi, bevestigt Ton Witkamp, arbo-coördinator van Interpay.
RSI kost Interpay veel geld, bleek na onderzoek. Drie miljoen aan verzuimkosten en productiviteitsverlies om precies te zijn. Op initiatief van Witkamp investeert Interpay nu in maatregelen. Witkamp: “Voor high speed data entry-werkers hebben we het beeldschermwerk beperkt tot vijftig minuten per uur, waarna iedereen verplicht tien minuten van de werkplek moet gaan en dan eigenlijk niet mag zitten. Deze organisatorische verandering is er natuurlijk om rsi te voorkomen, maar ook om het gejaag, de spanning van het produceren te doorbreken. En uiteraard bieden we daarnaast talloze technische voorzieningen, zoals ergonomisch verantwoord meubilair.”
Witkamp ziet het rsi-programma als de opmaat naar een algemeen stresspreventieprogramma binnen Interpay. Als de tijd rijp is. Witkamp: “Ik heb zelf bijna een burnout opgelopen in mijn pogingen maatregelen doorgevoerd te krijgen. Ik heb moeten leren dat iedere organisatie een eigen tempo heeft en dat het dus geen zin heeft om zelf harder te lopen. Tact werkt wat dat betreft beter. Ik gebruik rsi nu als vliegwiel om de aandacht van het management te krijgen voor andere zaken, zoals bijvoorbeeld psychische stress.”
Krijgen managers al een waarschuwing als ze te veel uren werken? Witkamp: “Nee, nu worden ze daarvoor juist beloond. Interpay pakt burnout wel aan, maar alleen via therapieën aan individuen en door mensen te herplaatsen. Terwijl er volgens mij juist organisatorische maatregelen nodig zijn. Zoals het geven van waarschuwingen als mensen te hard werken, in plaats van beloningen. Steeds meer mensen worden afgerekend op de geleverde productie. Ik maak me daar veel zorgen over.”
Veel rsi-slachtoffers voldoen volgens Witkamp aan het prototype van de burnout-patiënt. Witkamp: “Het zijn veelal de sterkste broeders die het overkomt: erg gemotiveerde, hardwerkende werknemers die vaak meer doen dan nodig is. Ze worden daarvoor geprezen, en belanden dan ook in een diep dal als ze uitvallen.”


De stress-industrie

Doe-het-zelfboeken, kalmeringsmiddelen en workshops: de preventie en bestrijding van stress is een miljoenenindustrie geworden.

'Om optimaal te kunnen functioneren zullen er optimale voedingsstoffen gebruikt moeten worden. Gebeurt dit niet, dan gaat het vroeg of laat fout. Burnout, overspannen, uitgeput'. De tekstschrijver is overtuigd van het oorzakelijke verband en schreef deze wervende tekst voor de website van Alivio. Bij Alivio kunnen gestreste mensen consults krijgen over voedingsadviezen en voedingssupplementen, die ook voor algemeen gebruik te koop worden aangeboden via de website: 'Bestelnummer 301 voor het gehele pakket, totaal 339,50 gulden'.
Burnout heeft 1001 ondernemers wakker geschud die enthousiast producten en diensten aanprijzen tegen de nieuwe volksziekte. Vitaminepillen kunnen geen kwaad, maar dat geldt niet voor de (vaak sterk verslavende) slaap- en kalmeringsmiddelen die mensen slikken als ze getroffen worden door stress of burnout. Wereldwijd was de farmaceutische stressindustrie volgens marktonderzoeksbureau MarketData in 1996 al goed voor 2,3 miljard dollar, waarvan 800 miljoen werd omgezet in de Verenigde Staten. Ook antidepressiva als Prozac komen inmiddels steeds vaker voor op de lijst van antistresspillen, evenals huis-tuin-en-keukenmiddelen als het populaire Sint Janskruid en Kava kava.
Zich bewust van het feit dat medicijnen de problemen niet oplossen, speuren mensen in boekwinkels en bibliotheken naar bruikbare doe-het-zelfboeken. Het aanbod is de laatste paar jaar aanzienlijk gegroeid met populaire boeken als Omgaan met burnout van Carien Karsten, Overspannen door je baas van Rigo van Meer, Druk? Voorkom burnout! Van Boudewijn van Melle en Jos Plompen en Stress, vriend en vijand! van Theo Compernolle. De (ervarings-)deskundigen bieden hulp, om met de omslag van Carstens boek te spreken: 'Dit boek geeft je de kans tot verandering'. Geschat wordt dat zelfhulpboeken over stress in Amerika in 1996 goed waren voor een omzet van 42,7 miljoen dollar.
Wie werken na een leesbeurt nog niet ziet zitten, kan altijd nog terecht bij één van de vele bureaus die met therapieën, trainingen of workshops genezing van stress claimen. Het aantal methoden waarmee wordt gewerkt is schier oneindig.
Smash, Stress Massage Holland, doet het met massage. Volgens de website: 'SMASH kan U helpen om weer beter en op een relaxte manier aan de slag te gaan. Maar ook kunnen wij preventief te werk gaan, zodat het ziekteverzuim beperkt blijft'. De BE company gelooft voor het bestrijden en voorkomen van stress meer in meditatie: 'Inspiratie om je bewust te worden wie je werkelijk bent. Maak opnieuw kennis met je innerlijke Zelf met kenmerken als rust, creatief, vrij, intuïtief enz. Verschuif je aandacht van je persoonlijkheid naar je Zelf en voel je daarbij steeds prettiger'.
Wie zich daar toch niet zo prettig bij voelt, kan ook terecht bij snelgroeiende bureaus als de HSK Groep, een landelijk opererende organisatie die is gespecialiseerd in 'diagnostiek en behandeling van werkgerelateerde psychische problematiek, interventies en trainingen in bedrijven en instellingen'. Dit bureau en andere worden vaak ingeschakeld door Arbo-diensten.
En dan zijn er nog antistressballen en -armbanden, fitnessprogramma's voor een gezonde geest in een gezond lichaam en ergonomisch verantwoorde stoelen en bureaus tegen fysieke werkstress. In 1996 waren alle antistressproducten en -diensten in Amerika al goed voor een omzet van 9,4 miljard dollar.

De burnout-sores van KPN

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.


Dat KPN een probleem had, bleek in de loop van 1998. Er was een plotselinge verhoging van het aantal wao-gevallen. Directeur personeelszaken Rudi Nieuwenhoven keek het een tijdje aan, maar besloot in het voorjaar 1999 TNO Arbeid te vragen om te onderzoeken wat er aan de hand was. Uit dat onderzoek volgde – voorjaar 2000 – een plan van aanpak en daaruit rolde weer een nieuw contract voort met de Arbo-dienst.
Het percentage – wat Nieuwenhoven noemt – psychosociale gevallen is bij KPN hoog. Nationaal gezien maken die zo'n 35 procent uit van de wao-instroom, bij KPN is dat 10 procent meer. Nieuwenhoven wijt dat aan de combinatie werkdruk/leefdruk. Alleen verklaart die de uitzonderingspositie van KPN niet, want spanning tussen werk en privé is niet slechts voorbehouden aan KPN'ers. Van Nieuwenhoven beaamt dat de omslag van staats- naar geprivatiseerd bedrijf in de meest concurrerende wereldmarkt er ook wel iets mee te maken zal hebben gehad. “De oude organisatie moet een nieuwe, flexibele organisatie worden. Een aantal mensen ziet dat als bedreigend. Maar er zijn er ook die opbloeien.” Senior beleidsadviseur Annet Righolt heeft daar nog iets aan toe te voegen: “We denken dat de nieuwe organisatie ook minder werkplekken biedt waar werknemers iets in de luwte kunnen werken. Zo werden in de beginjaren na de verzelfstandiging nog wel oplossingen gecreëerd die wao konden voorkomen.”
Mensen die aan een burnout ten onder gaan, trekken doorgaans zelf niet aan de bel. Dat maakt tijdige signalering van het probleem moeilijk. “We willen naar een situatie waarin de verantwoordelijke manager dat wel doet en niet wacht tot het te laat is, met het idee 'dat is iets voor de dokter'.” Zo moet het probleem 'gedemedicaliseerd' worden. Nieuwenhoven: “De drempel om elkaar te durven aanspreken moet omlaag, dan zal vaak niet eens een dokter nodig blijken te zijn. En daarnaast moeten we naar een situatie waarin medewerkers zelf tijdig aangeven dat er aanpassingen in de leef- of werkdruk nodig zijn om stressgerelateerde klachten aan te pakken of te voorkomen.”
Om het management bij die nieuwe taak te ondersteunen, heeft KPN een toolkit ontwikkeld. Centraal daarin staat, dat de dialoog tussen manager en medewerker koste wat kost blijft bestaan. “Hoe langer die wegvalt, hoe moeilijker de weg terug wordt.” Ziekmelding mag volgens het nieuwe Arbo-contract dan ook alleen nog maar via de eerste leidinggevende plaatsvinden, die meteen moet zien te achterhalen of er sprake is van een van de twee speerpunten waarnaar gekeken wordt bij verzuim: rsi of psychosociale klachten. Voor serieuze klachten is een onmiddellijk aanbod aan diensten beschikbaar, zoals psychotherapie en gedragstrainingen. “Daar mag je overigens ook weer niet te snel mee beginnen, want je moet mensen eerst de kans geven zelf te herstellen. Daar leren ze het meest van,” aldus Annet Righolt. Lukt dit niet, dan is een extra zetje of steun in de rug aangewezen en kan een interventie plaatsvinden.
Mocht een manager zelf partij zijn in een conflict, dan is het de bedoeling dat hij of zij een collega inschakelt en niet meteen de medewerker het ziektetraject laat ingaat of op non-actief zet. Dat kwam vroeger zeker voor bij KPN, beaamt Van Nieuwenhoven.
Zijn er sancties voor managers die de komende tijd een stijgend verzuim laten zien? “Geen sancties, maar we hebben de target ingesteld die inhoudt dat we eind dit jaar ruim 1 procent minder verzuim hebben dan nu (van 6,5% naar 5,3%). Deze target hebben we vertaald naar alle afzonderlijke eenheden en hij is opgenomen in de doelstellingen van de hoogste laag van het management. Deze vertalen de targets door aan de andere lagen van het management. Dat is nieuw in dit bedrijf. Righolt: “Je merkt dat dat effect heeft. Er worden nu overal driftig plannen gemaakt.”

KPN
Aantal werknemers (in NL) 36.000
WAO-instroom 1999 326
WAO-instroom 2000 488
Percentage WAO om psychosociale redenen 45%
Ziekteverzuim 1999 (%) 6,1
Ziekteverzuim 2000 (%) 6,5
Target ziekteverzuim 2001 (%) 5,3


Voor meer informatie over burnout: Burnout naar Burnin

Onafhankelijk informatie en communicatieplatform stress & burnout.