Bedrijven die negatief in het nieuws komen of een slecht imago hebben, moeten niet vergeten dat hun medewerkers de beste ambassadeurs zijn.
“Als er een crisis is, is de werknemer vaak de laatste die iets te horen krijgt van het management,” zegt Albert Roele, imagodeskundige. “Managers zijn vooral bezig met prestaties, marktwaarde, aandeelhouders. De werknemers zijn vaak het stiefkindje.” En dat kan funest uitpakken voor de organisatie, zegt Roele. ‘Zíj worden aangesproken op het imago van het bedrijf waarvoor ze werken, zíj krijgen het op hun bord op een verjaardagsfeestje.”
Werknemers die over hun negatieve ervaringen praten in de pauzes of bij de koffieautomaat, zorgen er zo voor dat de motivatie daalt en het negatieve gevoel wordt versterkt. Dat levert weer stress op, ziekteverzuim, en in extreme situaties kan het ook in de thuissituatie problemen opleveren. Niet alleen de werknemers ondervinden de gevolgen, ook de organisatie zelf, ziet Roele. Het kost de ondernemer bijvoorbeeld geld als zijn personeel zich sneller ziek meldt. “In een bedrijf met een negatief imago zal een half fitte werknemer sneller thuisblijven dan wanneer je in een prettige omgeving werkt.”
Volgens Roele moeten managers worden opgeleid om problemen te communiceren naar het personeel. “Maar ook werknemers zullen eerder aan de bel moeten trekken bij leidinggevenden als hen iets dwars zit op dit terrein.” Hij geeft als voorbeeld Albert Heijn die na het echec met Cees van der Hoeven al haar werknemers een communicatietraject aanbood. Hoe om te gaan met het slechte beeld dat ontstaan is over de supermarktketen? “Als je werknemers informatie geeft over het probleem dat speelt, staan ze sterker in hun schoenen. Daarnaast houden ze meer vertrouwen in het bedrijf als ze weten wat er speelt.”
(Volkskrant Banen)