Een meerderheid van Nederlandse bedrijven zegt zijn eigen aandeelhouders niet te kennen. Dat maakt het voor bedrijfsbestuurders moeilijker om bij de aandeelhoudersvergadering steun te vinden bij het nemen van belangrijke beslissingen. Ook onderling weten aandeelhouders elkaar moeilijk te vinden.
“Er is in de dialoog tussen onderneming en aandeelhouders nog veel te verbeteren,” zegt Jean Frijns, voorzitter van de Monitoring Commissie, in het Financieele Dagblad. “De relatie tussen onderneming en aandeelhouder blijkt minder gunstig dan wij dachten.” De commissie, die de code-Tabaksblat op naleving en bruikbaarheid toetst, publiceerde donderdag de resultaten van een onderzoek naar de relatie tussen beide.
Uit het onderzoek, waaraan 32 bedrijven en zes grote beleggers(organisaties) deelnamen, blijkt dat aandeelhouders meer informatie willen hebben. Een meerderheid van de ondervraagde ondernemingen meent echter dat de informatievoorziening buiten de aandeelhoudersvergadering adequaat is. Bedrijven zeggen verder hun individuele aandeelhouders niet over strategische beslissingen te willen consulteren, waar beleggers stellen dat dit wel wenselijk is.
Bedrijven worden naar eigen zeggen om een aantal redenen belemmerd om met hun aandeelhouders in contact te treden. Zo kunnen aandeelhouders onbekend blijven, omdat aandelen niet op naam zijn en zij via hun depotbanken anoniem kunnen stemmen. Verder zijn bedrijven er beducht voor om bij direct contact voorwetenschap te verspreiden.
“Om voorwetenschap te voorkomen, kan eraan worden gedacht om een verslag van de onderlinge gesprekken met aandeelhouders direct op de website te plaatsen,” zegt Frijns. ’Het ontbreekt nu nog aan een 'best practice’ voor jaarvergaderingen. We kijken of we deze kunnen ontwikkelen.”
(Het Financieele Dagblad)