‘Zijn top is 265, maar dat krijg ik niet voor elkaar’
Typische auto voor een man van 45. Medicijn tegen de midlifecrisis?
“Ik weet het: ik heb de schijn tegen. Maar ik ben al helemaal weg van de Cobra sinds ik een jaar of 8 ben. Juist in deze versie, met zijn iets bredere wielkasten, is hij nog stoerder. Die afgeronde vorm, de lijn, schitterend gewoon. En het geluid als je start. Die 5,7 liter gromt. Beter dan 10 Harleys op een rij. En dan in de zomer met zonnebril en wapperende haren in zo’n auto. Wat kan ik nog meer zeggen? Het is een langlopende verliefdheid.”
Je ziet ze zelden rijden. Is hij helemaal echt?
“Ja. Nee. Nou ja, dat is een lang verhaal. Mijn auto heeft kentekenplaten uit 1968. De originele oer-Shelby werd gebouwd tot 1966. Die zijn met een prijskaartje van 1,5 tot 2 miljoen onbetaalbaar. Maar nadat de racelicentie werd ingetrokken, zijn de resterende auto’s omgebouwd voor de weg, de semi-competition-versie. De mijne is hiervan afgeleid. Het chassis dateert van 1968, het blok van 1969. Maar hij is rond 1990 gebouwd door Superformance in Zuid-Afrika. Als je al een andere in Nederland ziet, dan is dat bijna altijd een historisch bouwpakket. Maar dan nog is hij zeldzaam.”
Het monster lijkt gebouwd voor hard, harder, hardst. Hoe is het met de zelfbeheersing?
“Zijn top is 265 km/u, maar dat krijg ik niet voor elkaar. Ik ben nooit harder gegaan dan 220. Het is zo Spartaans, je waait en schudt eruit. Een kilometer of 2, langer hou je dat niet vol. Binnenkort ga ik met twee coureurs het circuit op. Maar op de openbare weg ben ik vrij beheerst. Voor je het weet halen de achterwielen spontaan de voorwielen in.”
Rijdt AC Cobra (privé), Audi Q7 (zakelijk)
Dagelijks bestaan directeur/oprichter ict-bedrijf Motiv
Aantal km’s ca. 5.000 (Cobra), 60.000 (Audi) per jaar