Van de nauwelijks merkbare hoofdknik tot de meest ingewikkelde hand-en-arm bewegingen van hangjongeren, de begroeting na afwezigheid is een manier om agressie te beteugelen bij sociale diersoorten die, zoals de mens, dagelijks opsplitsen en weer samenkomen, aldus Bas Benneker in Elsevier.
Willem-Alexander ’neust’ een Nieuw-Zeelandse maori
Dat blijkt uit primatologisch onderzoek naar zogeheten zwarthandslingerapen, die in het wild vooral ten zuiden van het Amazonegebied, in Peru en Bolivia voorkomen. Net als mensen en chimpansees leven deze apen in kleine groepen die zich dagelijks opsplitsen om te jagen en verzamelen, en later weer samenkomen.
Agressie
De begroetingsrituelen van de slingerapen fascineren wetenschappers al jaren. Als ze na een dag jagen weer samenkomen, stoten ze een kreet uit, kijken elkaar diep in de ogen, en omhelzen elkaar met hun lange voorpoten. Soms slaan ze ook de staarten om elkaar heen.
Britse primatologen onderzochten de betekenis van het ritueel aan de hand van bijna tweehonderd gevallen van weerzien. Ze ontdekten dat slingerapen die elkaar uitbundig hadden begroet, vervolgens zelden agressief gedrag jegens elkaar en de rest van de groep vertoonden, ook wanneer ze dat eerder wel hadden gedaan.
Meer bij Elsevier