Jonge allochtonen die geen goed Nederlands spreken en zonder diploma thuiszitten, kunnen niet stellen dat ze gediscrimineerd worden op de arbeidsmarkt. Dat zegt Sadik Harchaoui, directeur van Forum, een instituut voor Multiculturele Ontwikkeling, in het Algemeen Dagblad. Hij denkt dat de meesten best aan de slag kunnen.
Allochtonen zitten drie en een half keer zo vaak zonder werk dan autochtonen, blijkt uit cijfers van het CBS. En dat terwijl de krapte op de arbeidsmarkt verder toeneemt en werk vinden ook voor deze groep geen probleem meer zou moeten zijn. Volgens Harchaoui hebben allochtone jongeren met een hbo of universitair diploma op zak, vooral problemen met “weten hoe je goed moet solliciteren en de behoefte aan een helpende hand van familie of vrienden die weten hoe het er in een bedrijf aan toe gaat.”
Schoolverlaters
“De taal is hier steeds minder een probleem.” Het zit volgens Harchaoui voornamelijk in de schoolverlaters die niet verder willen leren en degene die een verkeerde beroepskeuze gemaakt hebben. “Het is belangrijk hun goede voorlichting te geven over beroepskeuze. Velen willen een baan op kantoor, maar als timmerman of lasser komen ze gemakkelijker aan de slag en verdienen ze meer. Als de drie w’s in orde zijn – werk, wonen, wederhelft – komt het wel goed met hen.”
Vrouwen
In de groep migrantenvrouwen van de tweede generatie (ongeveer 25-35 jaar) zitten zeker 20.000 à 25.000 toekomstige werknemers, stelt Harchaoui. “Zij kunnen morgen zó aan de slag in de horeca, schoonmaak of kinderopvang. Het is een achterhaald beeld dat deze vrouwen niet mogen werken van hun man.” Ze hebben alleen extra ondersteuning en begeleiding nodig om aan de bak te komen. Ook vindt hij de discussie over hoofddoeken niet goed voor hun toetreding tot de arbeidsmarkt. “Zeker, als het relevant is kun je de discussie voeren, maar wil je de niet hoofddoekdragende collega daar niet steeds over lastigvallen bij de koffieautomaat.”
Bedrijven
Over drie tot vier jaar heeft het merendeel van de allochtonen een baan volgens Harchaoui. “Bedrijven raken ervan doordrongen dat ze iedereen nodig hebben. Ik zie dat ze bereid zijn te investeren in begeleiding van allochtonen. Gelukkig veranderen hun denkbeelden, van gunst naar noodzaak.” Met werkgevers die aan ‘risicoreductie’ doen heeft hij niet zoveel. “Als een Antilliaan zijn werk niet goed doet, moet je hem ontslaan. Dat doe je bij een Nederlander ook. Maar ik zeg wel tegen bedrijven ‘geef andere Antillianen daarna nog een kans, want je neemt toch ook weer andere Nederlanders aan?”
Bron: Algemeen Dagblad