De Telegraaf meldt van ‘doorgaans goed ingelichte bronnen’ vernomen te hebben dat Ahold oud-bestuurders Cees van der Hoeven en Michiel Meurs niet meer in aanmerking wil laten komen voor een vertrekregeling.
In dit officiële standpunt dat Ahold heeft ingenomen in de arbitragezaak rond beider vertrekregelingen, zegt het retailconcern dat ze hun ontslag in hoge mate aan zichzelf te danken hebben. Het is voor het eerst dat Ahold dit standpunt inneemt. De hete aardappel van de vertekregelingen speelt al sinds begin 2003, toen beide bestuurders moesten opstappen vanwege de ontdekte fraude bij dochterbedrijf US Foodservices.
Eind vorig jaar diende Van der Hoeven zijn vertrekclaim in en Meurs “niet veel later.” Hoe hoog de bedragen zijn die ze vragen, is niet bekend. Opvallend is het standpunt wel. De advocaten die de twee ondersteunen in hun claim, worden betaald door Ahold. Tot nog toe bestond daardoor het vermoeden dat er bij het concern nog een hoop goodwill zat richting de oud-bestuurders.
Onderzoekers van huisaccountant Deloitte hebben ondertussen aangetoond dat Van der Hoeven en Meurs verwijtbaar gehandeld hebben, door bewust side letters achter te houden voor de accountant, waardoor cijfers in de boeken opgenomen konden worden van joint ventures waarover Ahold geen volledige zeggenschap had.
Momenteel lopen er nog externe onderzoeken door het Openbaar Ministerie, het Amerikaanse Department of Justice en de Amerikaanse financiële autoriteit SEC. Als daaruit blijkt dat de twee bestuurders juridisch verwijtbaar hebben gehandeld, dan zal Ahold ze verder aansprakelijk stellen voor de door de boekhoudaffaire ontstane schade. (PdW)
