UPC doet het, de NS doet het en veel politici doen het: gebruikmaken van weblogs als communicatiemiddel met pers, burger en consument. Maar succes blijft vaak uit.
UPC werd in het blad Emerce ‘afgestraft’ omdat duidelijk werd dat bloggende UPC-klagers eerder werden geholpen door het kabelbedrijf om zo negatieve publiciteit niet te laten escaleren. Communicatiehoofd Joost Ravoo van de NS werd genadeloos aangepakt toen hij in Geenstijl-toontje poogde de recalcitrante web-
site van repliek te dienen. De logs van kamerleden en ministers zijn meestal saai en gevuld met obligate verslagen van vergaderingen, ‘interessante discussies met burgers’ of verhaaltjes over de worklife balans van de politicus.
Maar laten we bij de feiten blijven. Dit is geen tirade tegen het omarmen van weblogs door bedrijfsleven en politiek, maar een kritische noot op het gebruik ervan. Een weblog zou je kunnen beschouwen als het moderne broertje van woongemeenschappen uit de jaren zeventig. Het stimuleert groepsgevoel en is een ideale plek voor ‘gelijkgestemden’. Maar omdat media, consument en burger geen gelijkgestemden zijn van bedrijven en politici, is het weblog als extern communicatiemiddel vooralsnog te kwetsbaar. Het gebruik ervan zou veel dichter bij huis moeten liggen, namelijk intern. Laat personeel elkaar ontmoeten op intranet, niet alleen voor het uitwisselen van ‘business summits’, ‘tools’ en ‘management reports’, maar laat het een plek zijn waar collega’s met elkaar kunnen discussiëren, kritiek kunnen uiten en raad kunnen vragen.
De ‘bottom-up’ communicatie kan bedrijven alleen maar verbeteren. Weg met de eindeloos doorgesproken teksten in personeelsbladen, weg met de saaie A4’tjes op prikborden, geef de medewerker de mogelijkheid om te reageren op beleid, om zijn stem te laten horen. Het weblog als intern communicatiemiddel is bevorderlijk voor het groepsgevoel en personeel heeft een eigen – niet gereguleerd Platvorm. Het lijkt haast wel een democratie.