Evert Rongen was in de overnamestrijd om ABN Amro lekenrechter bij de Ondernemingskamer. Hij zat daar met een dubbele pet, want in het dagelijks leven heeft Rongen een toezichthoudende functie bij de Rabobank Roermond. De Ondernemingskamer, een onderdeel van het gerechtshof Amsterdam, had geen bezwaar, maar volgens juristen had Rongen zich terug moeten trekken, schrijft de Volkskrant.
“Als er één organisatie is die profiteert van de teloorgang van ABN Amro, dan is het de Rabobank,” aldus advocaat Hendrik Jan Bos. Volgens hoogleraar bedrijfsethiek Johan Wempe heeft Rongen “de schijn tegen dat hij heeft gehandeld vanuit andere belangen” en heeft hij “onvoldoende acht geslagen op het integriteitsissue.” De Ondernemingskamer oordeelde op 3 mei dat de verkoop van LaSalle, een bankdochter van ABN Amro, moest worden voorgelegd aan de aandeelhouders. Dat oordeel, een grote tegenslag voor ABN Amro, werd mede gegeven door Rongen. De beslissing van de Ondernemingskamer dat ABN Amro LaSalle niet kon verkopen zonder toestemming van de aandeelhouders, werd vorige week vernietigd door de Hoge Raad.
Volgens Rongen is er niets aan de hand. “Rabobank Roermond is een puur lokale aangelegenheid. Zo’n lokale bank komt met heel andere zaken in aanraking dan op nationaal niveau. In dit verband had deze functie geen betekenis.” Enkele lokale Rabobanken kwamen recent in het nieuws omdat ze klanten van ABN Amro brieven stuurden met een aanbod, refererend aan de onzekerheid bij hun bank. Duizenden klanten maakten de afgelopen maanden de overstap naar de Rabobank. Een van de raadsheren van de Ondernemingskamer, Hélène Vletter-Van Dort, heeft zich in een eerder stadium wel teruggetrokken uit de ABN-zaak. Reden: haar man, Bas Vletter, werkt als advocaat bij Loyens & Loeff en verdedigde Bank of America, de koper van LaSalle.
Bron: Volkskrant
