Dit zijn de grote energie-experts die je moet kennen. Hebben zij de sleutel gevonden tot gemotiveerde, geweldig presterende werknemers?
#1. Het energieorakel: Tony Schwartz
Sla The New York Times, Wall Street Journal of Harvard Business Review open voor een artikel over de doorslaggevende invloed van energiestromen op de werkvloer en wiens naam staat erbij? Juist, Tony Schwartz. De voormalige journalist van The New York Times en Newsweek is de ceo en oprichter van The Energy Project, dat bedrijven helpt hun performance te verhogen door beter aan de (energie)behoeftes van hun werknemers te voldoen. Met zijn dertig jaar aan ervaring geldt hij als een orakel op dit gebied. Samen met performance-psycholoog Jim Loehr schreef hij de bestseller 'The Power of Full Engagement: Managing Energy Not Time'. Hij adviseert bedrijven als Coca-Cola, Google, Facebook en Apple en was spreker tijdens het World Economic Forum.
Schwartz: ‘We moeten juist minder doen’
Van Tony Schwartz' energieverhogende lijstje zullen de meeste werkgevers gruwelen. Volgens Schwartz draiat het niet om meer doen, maar juist om minder doen. Volgens de goeroe bewijst steeds meer wetenschappelijk onderzoek dat sporten gedurende de dag, korte middagdutjes, meer tijd buiten de kantoormuren spenderen en vaker en langer op vakantie gaan zorgen voor verhoogde productiviteit, betere prestaties op werk en natuurlijk een goede gezondheid.
#2. De energiegoeroe: Jim Loehr
De Amerikaanse performance-psycholoog Jim Loehr (foto rechts), ceo van het Human Performance Institute, is al ruim dertig jaar de grote naam als het gaat om energiemanagement en prestaties. De allesbepalende factor voor succes, persoonlijke voldoening en tevreden in het leven staan, is volgens hem hoe sterk iemands karakter is. En hij gelooft er heilig in dat een sterk karakter net zo goed opgebouwd kan worden als spierbundels. Hij schreef zestien boeken waaronder recentelijk 'The Only Way to Win'. Onder zijn cliënten bevinden zich niet alleen topsporters, maar ook militaire Special Forces, de FBI (Hostage Rescue Teams) en bedrijven als Procter & Gamble, de Estée Lauder Companies, GlaxoSmithKline en Citigroup Smith Barney.
Loehr: ‘Snel herstel maakt het verschil’
In de jaren negentig deed Loehr uitgebreid onderzoek bij toptennissers Pete Sampras, Jim Courier en Andre Agassi naar net dat kleine verschil dat de nummer één onderscheidt van de subtop. Loehr zette de tennissers aan het trainen en verbaasde zich over het feit dat deze topsporters op het gebied van fitheid, winnaarsmentaliteit en tactiek nagenoeg hetzelfde scoorden. Tot hij ze ging bestickeren met hartslagmeters tijdens het tennissen. Sommige tennissers bleken hun hartslag tussen rally’s met gemiddeld twintig procent sneller te laten dalen dan hun tegenstander. Bereken je dit voordeel door over een heel toernooi dan bezorgt juist dit de tennisser voordeel. Het grote meetbare verschil was dus het talent tot snel herstel. Vanuit deze invalshoek ontwikkelde Loehr zijn theorieën over human energy management en koppelde hieraan allerlei slimme rituelen. De kracht om snel te kunnen herstellen, is weliswaar deels genetisch bepaald, maar het is volgens hem ook voor een groot deel trainbaar.
#3. De energiecoach: Lifeguard
In Nederland heeft het advies-, trainings- en coachingbureau Lifeguard aardig zijn naam weten te vestigen als energie-expert op de werkvloer. Oprichters Mikkel Hofstee, Pepijn van der Meulen en Folef Bredt baseren hun filosofie vooral op het gedachtengoed van Jim Loehr. Het twaalf jaar geleden opgerichte Lifeguard traint onder het mom van ‘energieke organisaties presteren beter’ inmiddels bedrijven als EY, Accenture, Shell en Achmea Zorg. Hun inzichten over prestatievermogen komen vooral uit de topsport en wetenschap – Olympisch goudwinnaar Jochem Uytdehaage is een van de trainers binnen het bedrijf.
Lifeguard: ‘Het belang van spanning versus ontspanning’
En hoe verplaatst Lifeguard hun topsportgedachtengoed dan naar het bedrijfsleven? Pepijn van der Meulen: ‘Dat doen we onder meer door het belang van spanning versus ontspanning te benaderen vanuit de fysiologie. Men denkt in het bedrijfsleven nog wel eens dat je met vier à vijf uur slaap vooruit kan. Maar hoe vermoeider we raken, des te meer vernauwen we onze aandacht. Je wordt als het ware gedrogeerd en staat niet meer goed in verbinding met jezelf en je omgeving. Het zijn ongezonde gewoontes die je in een destructief patroon vasthouden.’ De oplossing? Onder meer rekening houden met je natuurlijke bioritme, ’s middags even een powernap doen, tussendoor hardlopen of af en toe een ommetje buiten maken en mindfullness-oefeningen doen.
#4. De energiepromotor: Hans van der Loo
Hans van der Loo (foto rechts) is auteur en organisatieadviseur. Hij schreef onder meer het boek 'Energy Boost'. Op basis van het onderzoek dat hij samen met Stephan van Gelder (Integron) voor zijn boek en de site de Energyboostmonitor onder 2.000 Nederlandse werknemers deed, onderscheidt hij vier verschillende 'energiezones'. Zo blijkt werkend Nederland zich vooral in de comfortzone (38 procent) te bevinden. In deze zone cruist men rustig voort in een prettige sfeer zonder al te veel energie te verspillen of ambities te tonen. Niet best, zo meent van der Loo, voor de concurrentiepositie van Nederlandse bedrijven. Direct hierop volgt de zogeheten hyperzone met 34 procent. In deze zone bruist het wel van de energie, maar bepaald niet op een positieve manier. Iedereen is met z’n eigen gewin bezig, er hangt een vileine sfeer en mensen rennen rond zonder enige focus. Ze zitten elkaar dus eerder in de weg.
Van der Loo: ‘Glinsterende ogen van enthousiasme in de zinzone’
In welke zone zou de Nederlandse werknemer zich volgens Van der Loo wél moeten bevinden? In de zinzone, waar slechts 19 procent van de Nederlandse werknemers thuishoren. ‘Als werknemers zich in deze zone bevinden hebben ze een glinstering van enthousiasme in hun ogen als ze over hun werk praten.’ Het goede nieuws is dat de Nederlandse werknemers zich slechts voor 9 procent in de zombiezone bevinden, de plek waar ze totaal zijn afgehaakt. In bijvoorbeeld Engeland ligt het percentage zombie-werknemers vele malen hoger.
#5. De energiegoeroe: Heike Bruch
Hans van der Loo is op zijn beurt weer flink schatplichtig aan Heike Bruch, vooraanstaand Duits hoogleraar aan de Universiteit van St. Gallen. Bruch specialiseerde zich in de energiestromen binnen een organisatie en schreef zes boeken, waaronder 'Fully Charged: How Great Leaders Boost Their Organization's Energy and Ignite High Performance'. Na uitgebreid onderzoek gedaan te hebben bij bedrijven als Lufthansa, Sony en LG Electronics concludeerde Bruch dat managers het weliswaar erg druk hebben, te druk zelfs, maar 90 procent van hun tijd besteden aan inactieve activiteiten, zoals bedrijvig rondrennen van vergadering naar vergadering, obsessief mails checken, enzovoorts. Slechts tien procent van de managers gebruikt hun energie daadwerkelijk effectief en werkt toegewijd en reflectief en vervult zijn of haar taken met de noodzakelijke focus. Het goede nieuws dat Bruch vervolgens propageert, is dat energie binnen een organisatie niet alleen meetbaar is, maar ook te managen.
Bruch: ‘Energie is kneedbaar’
En hoe gaat dit in z’n werk? Werkgevers moeten zich drie zaken goed realiseren. Allereerst, organisatorische energie is collectief. Het bestaat uit het geactiveerde menselijke potentieel van een bedrijf, de dynamiek en interactie tussen mensen. Die organisatorische energie uit zich vervolgens in het gedeelde enthousiasme, de cognitieve alertheid en de collectieve inspanning – of juist het gebrek hieraan – voor gedeelde initiatieven. Tot slot, en hier komt het goede nieuws, energie is kneedbaar. Wat je meet is slechts een momentopname van de actieve energie in een bedrijf, het is vloeibaar en niet stabiel. Leiders kunnen dus, zodra ze de energiestromen in hun organisatie hebben geïndentificeerd, deze beïnvloeden en veranderen, en zo de productiviteit opvoeren.
#6. De energiedeskundige: Wilmar Schaufeli
Wilmar Schaufeli (foto rechts) is hoogleraar arbeids- en organisatiepsychologie aan de Universiteit van Utrecht. Hij focust zich op positieve psychologie, oftewel het bestuderen van de menselijke kracht en optimaal functioneren. Samen met Tripe I Human Capital, een wetenschappelijk georiënteerd onderzoek- en adviesbureau, voerde hij onlangs een onderzoek uit onder 1.214 Nederlandse werknemers naar de energe van de werknemer op de werkvloer. Gekeken werd naar wat enerzijds de energiegevende processen zijn – bronnen op werk die juist zorgen voor bevlogenheid – en anderzijds de energievretende processen waarbij stressoren en een gebrek aan energiebronnen leiden tot stress en burn-outs. Zo’n 15% van de werknemers kan volgens het onderzoek als bevlogen worden beschouwd, maar een even hoog percentage kampt met burn-outverschijnselen.
Schaufeli: ‘Feedback en inspraak haalt rem van energie’
Frappant genoeg blijkt het verlies aan energie vaak helemaal niet veroorzaakt te worden door drukte, zo meent Schaufeli. De negatieve energie komt niet zozeer door een te hoge werkdruk, maar door emotioneel belastend werk en het tegelijkertijd moeten voldoen aan tegengestelde verwachtingen van klanten en leidinggevenden. Juist bevlogen leidinggevenden zouden de productiviteit in organisaties moeten kunnen verbeteren. In plaats van demotiveren moeten zij eens gaan inspireren, zorgen voor minder conflicten en dankzij een meer effectieve samenwerking de gestelde doelen halen. Wat mist is een sfeer van waardering en vertrouwen, waarin werknemers weten wat er nu eigenlijk precies van ze verwacht wordt. Want ruim een derde van de respondenten zegt vrijwel nooit positieve feedback te krijgen. Twintig procent zegt amper contact te hebben met z’n leidinggevende terwijl 40% zegt zelden inspraak te hebben. Met positieve feedback, zo concludeert Schaufeli, en meer inspraak, kan de rem van de energie van de Nederlandse werknemer worden gehaald.
Waarom is investeren in gezonde medewerkers nodig? Kom naar het gratis event 'Vitaliteit op de werkvloer'.