Onderzoekers breken al jaren hun hoofd over geluk op de werkvloer. Drie recente theorieën staan haaks op elkaar, wie heeft gelijk?
Rosabeth Moss Kanter, managementgoeroe, Harvard Business School-professor en auteur van onder meer E-volueer!, schreef onlangs een essay in de Harvard Business Review waarin ze bepleit dat werknemers die geconfronteerd worden met forse uitdagingen veruit het meest gelukkig zijn. Volgens Kanter is het een groot hedendaags probleem dat werknemers zich niet meer betrokken voelen. Ze zijn tuned off en klaar om hun hielen te lichten. De uitzondering zijn werknemers die hun hoofd breken over ‘s werelds grote problemen. Degenen die oplossingen vinden voor daklozen, voor onveilig drinkwater, die kinderen helpen met terminale ziektes, en ga zo maar door. De overtuiging dat zij een verschil zullen maken in de wereld, maakt hen juist zo gelukkig.
Tevreden teams
Het vinden van de juiste oplossingen hoeft niet alleen individuen te betreffen, schrijft Kanter. Zo stuurde Gilette een projectteam de Himalaya in om de scheergewoontes van Indiase kappers te verbeteren – het hanteren van een roestige scheermes is bij de barbier niet ongewoon en leidt tot onaangename infecties. Voldaan door hun goede werkzaamheden daalden de teamleden geïnspireerd maar met de grootste tegenzin de bergen weer af. Ook Procter & Gamble bezorgde het Pampers-projectteam, dat naar Nigeria werd gestuurd om met mobiele klinieken kindersterfte te bestrijden, gelukkige gevoelens in hun werk.
De drie 'm’s'
In haar boek indentificeert Kanter de drie primaire motiverende factoren binnen vernieuwende bedrijven: ‘mastery’, ‘membership’ en ‘meaning’. Kort gezegd betekent de eerste ‘m’ een uitdagende baan, ‘m’ twee moet de werknemer het gevoel geven dat ze er echt bijhoren en de derde ‘m’ refereert aan het feit dat werknemers willen voelen dat zij een zinvolle bijdrage aan de wereld leveren. Opvallend genoeg ontbreekt de ‘m’ van ‘money’. 'Geld,' zegt Kanter, 'werkt wel als een scorekaart, maar het is niet de drijfveer die mensen ‘s ochtends doet opspringen om aan de slag te gaan, noch helpt het werknemers om elke dag weer voldaan naar huis te gaan.'
Lekker verstopt
Een geheel andere weg naar geluk op de werkvloer wordt uitgestippeld in een recent onderzoek van Leadership IQ. Het meest gelukkig en gemotiveerd – 42 procent – zijn hier de low performers die zich effectief weten te verschuilen binnen (veelal grote) bedrijven. Ze genieten van onder de radar vliegen, veinzen op het juiste moment een drukke werklast en wanneer hun zalige rust verstoord lijkt te gaan worden, verbergen ze zich nog iets beter in de organisatie. Ontevreden en gestrest zijn volgens de studie hun hoog presenterende collega’s. Ze voelen zich ondanks al hun inzet ondergewaardeerd en zijn bovendien doodmoe van de extra werklast die zij dragen voor hun onzichtbare collega’s. Met een belofte van een betere toekomst elders zijn juist deze werknemers zo vertrokken.
Geluk zit tussen de oren
Srikumar Rao, auteur van Happiness at Work en voormalig professor aan Columbia Business School, ziet het weer iets anders. Hij meent dat het grootste obstakel voor geluk op de werkvloer onze perceptie van machteloosheid is. Maar, zo zegt Rao, je moet gewoon veranderen hoe je erover denkt. 'Het besef dat we zelf verantwoordelijk zijn voor het leven dat we leiden, is ons grootste wapen.' Er bestaan volgens hem ook geen goede of slechte omstandigheden. Kortom, pas je standpunt aan, vertel jezelf dat je dankbaar bent voor elke ervaring en weet dat je klaar bent om door verandering weer verder te groeien.