Het waren Michael Musandu en Ugnius Rimsa die met hun startup Lalaland eind juni onze 25 onder de 25-schaal wonnen, de prijs voor meest veelbelovende jonge ondernemers van Nederland. Met behulp van kunstmatige intelligentie maken ze virtuele modellen in alle maten en kleuren, zodat modemerken online een grotere diversiteit aan modellen kunnen laten zien in hun webshops.
De pitches waren via Zoom vanwege corona. Maar als je zo’n schaal wint, moet je hem ook in handen krijgen, natuurlijk. Daarom toog MT/Sprout deze woensdag met een smalle delegatie en de metalen award naar het World Fashion Centre te Amsterdam-West. Op de zesde verdieping van een imposant startup-pand vol laptoppende, koffie drinkende millennials – zoals het hoort – vinden we Musandu en Rimsa, dé jonge ondernemers van 2021.
In een video-interview (hierboven) vraagt MT/Sprout-chef Philip Bueters de heren, zoals dat gaat, om een reactie. ‘Het maakt ons nederig en we vinden het een een eer om zo’n erkenning te krijgen vanuit de markt’, zegt Musandu. ‘Dit helpt ons bij het stimuleren van onze groei.’
Rimsa komt uit Litouwen en woonde een groot deel van zijn leven in de Verenigde Staten. Musandu komt uit Zimbabwe en belandde via Zuid-Afrika op een Nederlandse universiteit. Zijn de twee founders over een paar jaar niet gewoon weer weg uit Amsterdam? Musandu moet lachen om de vraag. Nee, het Amsterdamse ecosysteem heeft ze juist zoveel gebracht, antwoordt hij: partners, klanten, een netwerk en ga maar door. Nee, Lalaland blijft de komende jaren gewoon in de Nederlandse hoofdstad gevestigd. Waarvan akte, gentlemen. Zet hem op!