Wie is de oprichter?
Stork begon ooit als textielfabriek en groeide uit tot een groot conglomeraat van machinebouwfabrieken. Daar zijn heel wat leden van de Stork-clan bij betrokken geweest, maar de echte aartsvader is Charles Theodorus Stork. Hij werd in 1822 in Oldenzaal geboren. Zijn vader was directeur van het postkantoor. In 1836 begon hij met zijn broer Jurriaan Engelbert een bedrijf in geweven stoffen. Dat groeide uit tot de Koninklijke Weefgoederenfabriek C.T. Stork. Het geld dat Charles daarmee verdiende, investeerde hij weer in de oprichting, samen met andere broers en familieleden, in een bedrijf voor het onderhoud van textielmachines in Borne. De machinefabriek werd in 1868, onder de naam Gebr. Stork & Co, verplaatst naar Hengelo en daarmee was Stork geboren. In 1893 namen de zonen Dirk Willem, Hendrik Casper en Coenraad Frederik de leiding van de machinefabriek over. In 1895 overleed Charles.
Hoe veranderde zijn product de markt?
Stork was in de negentiende eeuw een innovatief bedrijf dat steeds inspeelde op nieuwe markten. Het ontdekte dat de opkomst van de Twentse textielindustrie een groeiende behoefte ontstond naar snellere en betere textielmachines. Het zorgde er bovendien voor dat als die machines geplaatst werden er servicecontracten werden afgesloten. In plaats van zelf overal monteurs in dienst te nemen, bouwde het aan een netwerk van dealers en onderhoudsbedrijven. Op die manier wist Stork heel sterk te worden in after sales en dus klanten aan zich te binden.
Via een serie overnames groeide het in de jaren twintig van de twintigste eeuw groeide Stork uit tot een imperium van machinebedrijven. Het produceerde onder meer scheepsstoomketels, stoommachines voor gemalen en voor de suikerrietindustrie, hijskranen, baggermolens en zeesleepboten. In 1954 fuseerde Stork met Werkspoor, Amsterdams industriële trots en hofleverancier van de Nederlands Spoorwegen. Als industriële speler wist het toen optimaal te profiteren van de periode van wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog.
Stork heeft ook veel verandering teweeg gebracht in de manier waarop bedrijven met een hun werknemers omgingen. Het was een van de eerste bedrijven die een pensioenfonds oprichtte en op allerlei manieren sociale voorzieningen verzorgde. Zo werd er in Hengelo een tuindorp gebouwd waar arbeiders konden wonen. Ook experimenteerde het bedrijf al heel vroeg met een ondernemingsraad en zorgde het ervoor dat werknemers via een personeelsblad een stem kregen. Dat lijken allemaal misschien voor de handliggende zaken, maar dat is niet zo. Eind negentiende eeuw waren arbeidsomstandigheden nog erg slecht.
Hoe staat het er nu voor?
Eigenlijk is het vanaf de jaren zestig steeds slechter gegaan. Stork had altijd ingezet op de fabricage van zware kapitaalgoederen. Toen het effect van de wederopbouw afzwakte en door concurrentie van onder meer Japan in Nederland de zware industrie in het slop kwam, raakte ook Stork in de problemen. Met veel horten en stoten is het bedrijf uiteindelijk in staat geweest zich om te vormen naar een producent van lichtere kapitaalgoederen. Het deed in dat verband nog een strategische overname door de gezonde delen van Fokker over te nemen. Sinds 2007 is Stork van de beurs gehaald door de Britse investeerder Candover.