Roy Langedijk corrigeert zichzelf snel als hij over zijn nieuwe project Wefloat spreekt. ‘Ik heb het één keer “containerwoningen” genoemd en ik ben meteen op mijn vingers getikt’, lacht hij. ‘Het zijn tegenwoordig hoogwaardige verplaatsbare woningen die voldoen aan de huidige nieuwbouweisen’.
Bepaald geen container, wil hij maar zeggen.
Met Wefloat wil Langedijk een oplossing bieden voor de woningnood met flexwoningen. Dat is op zich niet nieuw. Gemeenten kiezen vaker voor tijdelijke woningen om mensen te huisvesten op braakliggend terrein voor maximaal vijftien jaar.
Het idee van Langedijk is om die flexwoningen op een drijvende fundering te plaatsen. ‘We bouwen letterlijk waar ruimte ontbreekt: op het water’, vat hij het concept samen. Het is zo ontworpen dat het op bijna elke gewenste locatie geplaatst kan worden. Dat kan variëren van een oude haven tot een binnenstedelijk meertje.
Het basisconcept is een platform van 18 bij 18 meter, waarop dertig modulaire woningen komen van 8 meter lang en 3,5 meter breed, gestapeld in drie lagen. Ze zijn bedoeld voor studenten, sociale huurders en statushouders; iedereen die met spoed een woning zoekt.
De stabiliteit van de woningen is grondig doorgerekend. Bij golven of harde wind zal het platform ‘echt minimaal bewegen’, zegt Langedijk. ‘Dan praat je over twee of drie graden. Dat is bijna niet merkbaar.’
Nu is het zaak om gemeenten en woningcorporaties te overtuigen. ‘Een aantal die we hebben benaderd willen graag het gesprek aangaan en kijken of we gezamenlijk de businesscase rond kunnen krijgen’, aldus Langedijk.
Succesvolle exit
Voor Langedijk is Wefloat het tweede grote ondernemersavontuur. Na zijn studie Bouwmanagement en Vastgoed aan de Hogeschool Inholland zet hij in 2011 Duurzaam Bouwloket op, samen met studiegenoot Raoul Santibanez. Dat is een digitaal platform dat advies en informatie biedt over het verduurzamen en aardgasvrij maken van woningen.
Duurzaam Bouwloket groeit uit tot een volwaardig bedrijf met achttien mensen op de loonlijst en werkt samen met ongeveer 140 gemeenten in Nederland. Naast het digitale platform krijgen Langedijk en Santibanez steeds meer aanvragen voor fysieke activiteiten. ‘Voor de aanpak van hele wijken of presentaties in buurt- en gemeentehuizen’, vertelt Langedijk. ‘Dat groeide steeds meer, waardoor het bedrijf in een nieuwe fase terechtkwam.’
Precies op dat moment worden ze benaderd door het family office Festina Lente Schoorl van Arthur Dontje, de voormalig eigenaar van chocoladeproducent Dobla. Hij doet in 2019 een bod op Duurzaam Bouwloket. Het oprichtersduo zegt ja. Langedijk: ‘We dachten: we hebben dit weer tien jaar gedaan, misschien is het ook leuk om weer wat nieuws te beginnen.’
Welk bedrag Dontje betaalde, wil Langedijk niet zeggen. ‘Maar het was genoeg om nu een nieuw bedrijf te beginnen en van op te reis te gaan.’
Lees ook: 11 tips voor het succesvol verkopen van je onderneming
Van wereldreis naar Wefloat
Dat doet hij dan ook. Na een overdrachtsperiode treedt hij begin 2021 uit als bestuurder en vertrekt naar Zuid-Afrika. ‘Ik ben een jaar door Afrika gaan rijden in zo’n four-wheel drive met een tent op het dak’, vertelt hij. De reis van 35.000 tot 40.000 kilometer voert hem door Zuid-Afrika, Namibië, Botswana, Zambia, Tanzania, Oeganda, Kenia, Malawi en Mozambique.
‘Ik kwam helemaal blanco terug met een leeg hoofd’, herinnert Langedijk zich. Klaar voor iets nieuws. Aanvankelijk wil hij zijn ondernemerskennis inzetten voor het coachen van startups, maar hij merkt al snel dat dit niet zijn ding is. ‘Ik vond het lastig om vanaf de zijlijn mee te kijken en kon niet volledig mijn ei kwijt.’

Het idee voor Wefloat ontstaat halverwege 2024 als Langedijk een podcast luistert over de woningnood. Uit het gesprek blijkt dat gemeenten en woningcorporaties wel willen investeren in flexwonen, maar dat het ontbreekt aan locaties, vooral in dichtbevolkte steden. ‘Toen ik dat hoorde, dacht ik: waarom zou dat niet op het water kunnen?’
Die ingeving komt niet uit de lucht vallen. Het is precies waar Langedijk al eens onderzoek naar deed voor zijn afstudeeronderzoek bij projectontwikkelaar Quartet Projecten, zo’n vijftien jaar geleden.
‘Ik heb dat toen bouwkundig, op duurzaamheid en prijs doorgerekend. Daar is voor zover ik weet nooit wat mee gedaan, ook omdat de wet- en regelgeving daar nog niet altijd even goed in meewerkt. Maar het onderwerp heeft me nooit losgelaten.’
Samenwerking met Vedder en Blue 21
In september vorig jaar begint Langedijk met de ontwikkeling. Eerst met het opstellen van een strategie en schetsen in 3D-tekenprogramma SketchUp. ‘Als ik daar nu naar terugkijk, komt dat helemaal niet meer overeen met wat we inmiddels hebben staan’, zegt hij lachend.
Langedijk beseft al vroeg dat hij de juiste mensen om zich heen moet verzamelen. Per toeval stuit het op een post op het forum bouwprofs.nl over drijvende funderingen van HDPE, de waterafstotende kunststof waar ook watertanks en zwembaden van zijn gemaakt.
Auteur van de post is Jelle Vedder, medeoprichter van ingenieurs- en adviesbureau Bartels & Vedder. Langedijk neemt contact op, Vedder reageert enthousiast en brengt hem in contact met Blue21, ook expert op het gebied van drijvend bouwen.
Samen zetten ze in een half jaar het concept neer voor de modulaire waterwoningen. De rolverdeling is helder: Bartels & Vedder en Blue21 richten zich op de technische aspecten, terwijl Langedijk zich concentreert op de zakelijke kant.
Het Wefloat-concept
De woningen worden in een fabriek gebouwd en vervolgens op locatie op de drijvende fundering geplaatst. ‘Het zijn hoogwaardige woningen van permanente kwaliteit, die voldoen aan alle nieuwbouweisen’, benadrukt Langedijk. Denk aan het Bouwbesluit en aan de prestatie-eisen van De Woonstandaard 3.1.
Bovendien zijn de woningen van het gas af, circulair gebouwd en energiezuinig; ze voldoen aan de BENG-norm (Bijna Energieneutrale Gebouwen). En als na vijftien jaar de vergunning afloopt, zijn ze makkelijk verplaatsbaar. De woningen zijn bijna volledig te demonteren en elders opnieuw op te bouwen.
Dat geldt in iets mindere mate voor het drijvende platform. Langedijk: ‘Dat kan in principe ook uit elkaar gehaald worden, maar ik hoop dat het na vijftien jaar een andere bestemming krijgt.’
Verkoop aan woningcorporaties
Voor de bouw van de woningen werkt Wefloat samen met verschillende partijen. ‘We willen niet afhankelijk zijn van één bouwer, maar juist de keuzevrijheid houden per project’, legt Langedijk uit. ‘Maar we hebben wel een aantal preferred suppliers met wie we graag willen werken.’

Hoe de woningen er precies uit komen te zien, ligt niet vast. Wordt het casco opgeleverd? Hoe luxe is de keuken? Liggen er zonnepanelen op het dak? Dat bepaalt Wefloat in overleg met de woningcorporatie.
Want dat is de beoogde klant. Wefloat verkoopt complete projecten aan woningcorporaties, die vervolgens de verhuur op zich nemen. Het prijskaartje voor de drijvende fundering met woningen? Dat gaat eerder om enkele miljoenen dan tonnen, geeft Langedijk aan.
Doelgroepen en marktpotentieel
Wefloat richt zich specifiek op studenten, sociale huurders, statushouders en spoedzoekers. Het gaat in eerste instantie om flexwoonprojecten met een looptijd van 10 tot 15 jaar, hoewel permanente bewoning ook mogelijk is.
‘Maar dan kom je terecht in een heel ander vergunningstraject’, legt Langedijk uit. ‘Voor flexwoonprojecten zijn inmiddels vanuit de overheid en het Rijk mogelijkheden om dat in korte tijd te realiseren. Dat is voor nu de focus, maar als een gemeente of woningcorporatie het voor een permanente periode wil, dan kan dat ook.’
Nu het concept staat, richt Langedijk zich op gesprekken met woningcorporaties en gemeenten. Om draagvlak aan te tonen, verzamelt hij een lijst van geïnteresseerden. ‘Ik bouw een soort community. Ik wil laten zien dat het niet alleen een idee is om de woningnood te helpen oplossen, maar dat een grote groep mensen in zo’n woning wil wonen.’
Over de bijdrage die Wefloat kan leveren aan het huizenprobleem, daarover is Langedijk realistisch. ‘Ik ga er niet van uit dat wij meteen in het eerste jaar duizenden woningen gaan realiseren. Het zullen er eerder een aantal honderd zijn.’
De eerste projecten verwacht Langedijk pas ergens in 2026 op te leveren. De bouw van de woningen en fundering kan in een aantal maanden, maar het aanvragen van aansluitingen voor nutsvoorzieningen en het vergunningstraject nemen meer tijd in beslag. ‘Dan ben je al gauw een jaar tot anderhalf jaar verder.’
Maar Langedijk heeft geduld. Hij heeft zijn blik gericht op de lange termijn en wil maatschappelijke impact maken. ‘Ik wil een oplossing bieden voor doelgroepen die hard aan het zoeken zijn zoals sociale huurders, studenten en statushouders. Als ik merk dat ik mensen kan helpen, geeft me dat enorm veel motivatie.’
Lees ook: Vergeten technologie kan miljoenen Nederlandse woningen van het gas halen