Vinted-ceo Thomas Plantenga (40) is een onverwoestbare optimist. Altijd al geweest. Als kind werd hij ermee gepest, vertelt hij half grappend en met grote handgebaren op het podium van techfestival TNW Conference, waar hij vorige week een van de sprekers was. Toen werd zijn optimisme uitgelegd als naïviteit. Misschien was dat nog steeds het geval geweest, zo zegt hij zelf, zonder de klinkende resultaten die Vinted onder zijn leiding boekte.
In de zeven jaar dat Plantenga nu aan het roer staat, groeide de tweedehands kledingmarktplaats uit tot marktleider in Europa, met 100 miljoen geregistreerde leden in 22 landen. Vorig jaar schreef het Litouwse bedrijf voor het eerst zwarte cijfers: 17,8 miljoen euro, op een omzet van ruim 596 miljoen euro (+61 procent). Bij de laatste investeringsronde, in 2021, kreeg het bedrijf een waardering mee van 3,5 miljard euro.
Plantenga, grijnzend: ‘Als je succes hebt, vinden mensen je ineens niet meer naïef. Zonder was ik nog steeds die langharige gast geweest die van surfen houdt en verder nergens iets vanaf weet, dat kan ik je verzekeren. En dat had ik ook prima gevonden.’
Lees ook: TNW Conference: OnlyFans is inclusief, femtech om je vinger en AI maakt broccoli sexy
Navelstaren in Europa
Maar ook optimisten hebben zorgen. Plantenga uitte de zijne begin mei in gesprek met het FD. Dat hij zich kwetsbaar voelt, marktleider of niet, dat hij bang is dat een Amerikaanse of Chinese monopolist Vinted de ‘nek omdraait’ als het bedrijf alleen een marktplaats blijft. ‘We zijn op zoek naar manieren om sterker te worden.’
Woorden die hij herhaalt als hij een paar uur na zijn keynote aanschuift voor een gesprek met MT/Sprout. ‘Goed, binnen Nederland of Litouwen is Vinted succesvoller dan de meesten. Maar dat is een beetje navelstaren. We zitten hier in Europa met z’n allen naar elkaar te kijken, terwijl we in andere continenten compleet voorbij worden gesjeesd.’
Hij gebaart om zich heen. ‘Het is leuk wat we hier doen met The Next Web, maar laten we wel wezen, eigenlijk is dit gewoon de peuterspeelzaal. Niet dat ik niet trots ben op de techbedrijven die hier worden gebouwd, dat ben ik wel. Ik wil ook niet zeggen dat het allemaal niks is. Maar kom op, ook Vinted is gewoon kid’s play. Een paar miljard, over meer hebben we het niet. Dat is niets in the bigger context of things.’
Tegen het FD zei je dat in Europa de afgelopen dertig jaar niet één bedrijf is gebouwd dat 100 miljard euro waard is. Waarom is dat belangrijk?
‘Europa heeft bedrijven nodig die belastingen en banen opleveren. Zo hebben we het hier nu eenmaal ingericht. We moeten de ziekenhuizen, hogescholen en universiteiten draaiende houden. We hebben infrastructuur die we moeten onderhouden, energievoorzieningen waarin we moeten investeren, politie die de samenleving veilig moet houden. Dat kost allemaal geld.’
‘Amerikaanse en Chinese monopolisten betalen nauwelijks belasting in Europa, dus we zullen het echt zelf moeten doen. Dan kunnen we wel allemaal gezellige kleine bedrijfjes bouwen, maar kleine bedrijven betekenen ook lagere belastingopbrengsten. En dat betekent slecht onderhouden wegen, slecht functionerende ziekenhuizen. Kortom: een maatschappij die achteropraakt.’
Kan Vinted een bedrijf van 100 miljard euro worden?
‘Dat hoop ik wel. We hebben nog een lange weg te gaan, maar ik denk dat de mogelijkheid er is. Daarvoor moeten we wel een heel ander soort bedrijf bouwen dan wat Vinted nu is.’
Wat kan ik me daarbij voorstellen?
‘Grote bedrijven hebben een cruciale gemene deler. Ze vinden een businessmodel dat goed werkt, schalen dat op tot een megaformaat en investeren tegelijkertijd in nieuwe businessmodellen, die het geheel versterken en groter maken. Ze bouwen ecosystemen om het bedrijf heen. Amazon is een perfect voorbeeld, Google is een perfect voorbeeld – begonnen als zoekmachine, nu bestaat de hele eerste pagina van mijn telefoon uit Google-apps.’
‘Vinted zet de eerste stappen richting zo’n ecosysteem. We hebben de schaal, we hebben een solide verdienmodel, dat geeft ruimte om te investeren. Dat doen we door uit te breiden in productcategorieën, met de introductie van verzendservice Vinted Go en met de bouw van een eigen betaalsysteem.’
Lees ook: Hoe Thijs Verheul met United Wardrobe tegen de bierkaai vocht (en overwon)
‘Met die stappen voorzie ik dat we al flink in omzet kunnen groeien. Hoe verder, daarover kan ik nog niet uitweiden, dat is te speculatief. Maar waar het in de kern om gaat, steeds opnieuw, is dit: nieuwe ideeën zo snel mogelijk doorontwikkelen, toetsen en bij bewezen succes opschalen. Zodat je daarop verder kunt bouwen met de volgende set ideeën.’
Wat brengen een eigen verzendservice en betaalsysteem?
‘Voor Vinted-gebruikers zijn de kosten heel belangrijk. We hanteren een commissie van 5 procent voor de koper van een artikel, plus een vast bedrag van 0,70 euro per transactie. Daarmee zijn we een van de goedkoopste partijen in de markt, maar op de shipping costs hebben we geen invloed. Die kunnen behoorlijk oplopen, iets wat in Nederland het geval was. Daarom zijn we gaan samenwerken met de Nederlandse pakketbezorger Homerr (de Vinted Group nam het bedrijf in 2023 over, red.). Vijf jaar geleden kostte het gebruikers 4 tot 5 euro om een pakketje binnen Nederland te versturen, nu zit dat tegen de 3 euro aan.’
Heeft dan effect op het aantal transacties?
‘Ja, natuurlijk. Zodra de kosten dalen, stijgt het aantal orders. Toen ik bij Vinted kwam, rekende het bedrijf een commissie van 20 procent voor de verkoper. We zagen direct resultaat toen we dat aanpasten. Vooral aan de onderkant van het assortiment; goedkopere producten werden ineens beter verkocht. En tweedehands kleding is over het algemeen genomen goedkoop. Dus hoe verder we de kosten voor de gebruiker kunnen terugbrengen, hoe beter.’
Hoe gaat de markt voor tweedehandskleding zich ontwikkelen, denk je?
‘Daar hebben we onderzoek naar gedaan en ik werd enorm blij van de resultaten. Neem Frankrijk; 40 procent van onze gebruikers daar meldt dat de helft van hun garderobe uit tweedehands vondsten bestaat. In heel Europa is dat voor 37 procent van onze leden het geval.’
‘Ik voorzie een verschuiving van first-hand naar second-hand. Over vijf jaar verwacht ik dat voor elk consumentenartikel dat je kunt kopen, de tweedehands optie de meest logische keuze is. Ook op dat vlak willen we een voortrekkersrol spelen. Wat Amazon deed met first-hand producten – die online beschikbaar maken voor iedereen – willen wij doen met second-hand. Wat we doen met kleding, willen we in de toekomst – hypothetisch – met elk mogelijk product kunnen doen.’
Met élk mogelijk product?
‘Alles. Wat we exact gaan doen en wanneer, dat weet ik nog niet. Maar het lijkt me logisch dat elk product dat tweedehands verkocht kan worden, op een gegeven moment via Vinted aangeboden wordt. Want waarom niet? Natuurlijk doen we dat stapsgewijs en met een logische opbouw. We zijn begonnen met mannen-, vrouwen- en kinderkleding, daarna kwam er kinderspeelgoed bij, toen interieurartikelen. Maar daar gaan we ons niet tot beperken.’
Lees ook: Thomas Plantenga (Vinted) pakt LOEY-award als beste online ondernemer
‘Een voorbeeld. Ik ben ook investeerder, Mantas (Mikuckas, de medeoprichter van Vinted, red.) en ik zitten samen in Ovoko, een startup die in tweedehands auto-onderdelen handelt. Ook een markt die momenteel ontzettend aan het groeien is. Dus of het nou vintage designertassen van Gucci zijn of schokdempers, alles moet gewoon mogelijk zijn.’
Verkopers sturen verkochte artikelen nu zelf op, maar dat lijkt me met een koelkast of iets anders groots nogal lastig.
‘Dat is te ondervangen. Bijvoorbeeld door een bedrijf in te schakelen als Brenger. Een soort Uber – maar dan voor het ophalen of bezorgen van grote spullen als stoelen, tafels en koelkasten. Er zijn allerlei manieren waarop je dat soort diensten kunt implementeren. Ook hier geldt: we hebben de technologie om het allemaal te doen, de kunst is om het schaalbaar en efficiënt te maken, en daarmee financieel aantrekkelijk voor onze klanten.’
Tijdens je keynote op TNW Conference zei je dat Vinted een kapitalistisch systeem gebruikt om een maatschappelijk probleem op te lossen.
‘Het kapitalisme is een van de grootste krachten wereldwijd. Daar kun je over klagen, maar je kunt het ook voor je laten werken. Ik denk dat Vinted een grote rol heeft gespeeld bij de normalisering van het dragen van tweedehands kleding. Door het op grote schaal beschikbaar te maken, via een toegankelijke app en voor een aantrekkelijke prijs. Van de mensen die op Vinted shoppen, doet slechts 20 procent dat uit duurzaamheidsoverwegingen. Het grootste deel – 50 procent – koopt bij ons het omdat het goedkoper is. En dat is prima. Wil je een duurzaam model versnellen, welk model dan ook, dan kun je niet zonder die financiële prikkel.’
Wakkert Vinted de kooplust niet juist aan? Ik kan me voorstellen dat de drempel om iets nieuws te kopen een stuk lager wordt, in de wetenschap dat als het niet bevalt het zo weer kan worden doorverkocht.
‘Dat vroegen wij ons ook af, daarom hebben we er onderzoek naar gedaan. Daaruit kwam inderdaad naar voren dat consumenten er, als ze iets nieuws kopen, rekening mee houden dat ze het kunnen doorverkopen. Maar positief bijeffect is dat ze het daardoor aandurven om meer te besteden en stukken kopen die van betere kwaliteit zijn en een langere levensduur hebben. Met andere woorden: consumenten gaan niet meer kopen, wel beter en bewuster.’
Dan: ‘Kijk, het is makkelijk om Vinted te framen als een bedrijf dat de verkoop van (ultra) fast fashion zou aanjagen. Maar dat doen wij niet; dat doen de bedrijven die zulke kleding maken en op de markt brengen. De Europese mode-industrie verkoopt in 2024 naar verwachting voor ongeveer 450 miljard euro aan nieuwe kleding, het lukt ons om een klein deel daarvan een tweede leven te geven via Vinted. Wij zijn niet het probleem.’
Lees ook: Hoe redden we kleding van de afvalberg? 4 mogelijke oplossingen
