Elke dag als hij zijn gehandicapte dochter naar een speciale school in Bosch en Duin brengt, rijdt hij langs al die prachtige huizen. En elke dag schiet het wel even door zijn hoofd: stel je voor dat ik zoiets zou kunnen kopen. Terwijl Bas Resink weet: dat huis op die plek gaat er niet komen. Net als dat grote bedrijf. “Ik heb te veel meegemaakt en neem geen risico’s meer. En dus moet ik accepteren dat ik klein blijf. Soms vind ik dat jammer, tegelijkertijd waardeer ik enorm wat ik heb. Het is geweldig leuk om iets voor jonge mensen in de sales te betekenen, en dat doe ik met mijn huidige bedrijf Young Sellers. En daarbij is het een erg prettig gevoel dat ik onmogelijk failliet kan gaan: ik heb echt alle risico’s uitgesloten.”
Restschuld
Resinks eerste bedrijf Coventus ging failliet. “Ik was jong en onbezonnen. Na een paar jaar succes in vaste dienst dacht ik dat ik het wel even zou maken als zelfstandig ondernemer en begon een bedrijf in de recruitment. Maar ik leefde op te grote voet.”
Op zijn krediet van 20.000 euro stond hij 14.000 euro rood. Toen hij wat crediteuren wilde betalen en de bank belde om te kijken wat er nog mogelijk was, bevroren ze direct zijn rekening courant. “Bizar, zonder waarschuwing. Ik bleef achter met een enorme restschuld die ik pas na een paar jaar had afbetaald.”
De ondernemer besloot het met zijn tweede ebdrijf daarom anders aan te pakken: “Dat wilde ik niet nog een keer meemaken, dus toen de crisis in 2008 toesloeg, heb ik met Inseven direct maatregelen genomen. Allereerst om mijn personeel te beschermen. Ik ben een nette ondernemer en wil mezelf altijd in de spiegel kunnen blijven aankijken.”
Radicaal bezuinigen
In tegenstelling tot zijn eerste faillissement had Resink het stuklopen van Inseven wel zien aankomen. “We waren heel snel heel hard gegroeid met de organisatie van recruitment-evenementen in de sales, it en finance.”
Inseven groeide uit tot een grote nationale recruitmentorganisatie. Op de krappe arbeidsmarkt organiseerde Inseven vier evenementen in vier maanden tijd en plaatste 32 werknemers per maand. “Dat is gigantisch veel. We draaiden driehonderd procent boven verwachting en maakten ruim 170.000 euro winst per jaar. Dat soort cijfers maakten me licht euforisch. Het is waanzinnig om zo succesvol te zijn met je team.”
The sky is the limit, dacht Resink en hij investeerde daarom in een callcenter en een salesafdeling: binnen vier maanden stond er een organisatie met vijftien medewerkers. “Ik huurde een nieuw groot kantoor in Hilversum en werkte met een geweldige club mensen. Alles ging zoals ik had gehoopt en gepland.”
Bijna alles, want toen was daar ineens de economische crisis van 2008 en stortte Resinks bedrijf net zo snel in als hij het had opgebouwd. “Ik koos ervoor om de helft van het personeel te herplaatsen in de hoop dat ik het in afgeslankte vorm zou redden.”
Het ging een paar maanden goed, tot zijn klanten vacaturestops afkondigden en Resink echt radicaal moest bezuinigen. “Mijn personeel was voor mij het belangrijkste, ik zocht voor hen een andere baan of kocht het contract af. Mijn geleaste Peugeot 308 cabrio ruilde ik in voor een Ford en ik ging met mijn huurbaas in onderhandeling. We betaalden vijfduizend euro per maand voor het kantoor, het huurcontract liep nog twee jaar. Ik wilde een kleinere ruimte huren, of voor een kortere tijd. Maar de huurbaas liet ons niet gaan. Na twee maanden touwtrekken heb ik het faillissement van Inseven moeten aanvragen. Ongelofelijk dat er geen andere oplossing mogelijk was.”
Relatie op de klippen
Na zijn tweede faillissement in 2009 beleefde Resink een behoorlijke klotetijd. De stress rondom zijn bedrijf Inseven, gecombineerd met zijn gehandicapte dochter die 5,5 jaar lang ’s nachts amper sliep, zorgde er onder andere voor dat zijn relatie bijna op de klippen liep. “Ik heb een klein jaar apart van mijn gezin geleefd. Ook dat wil ik niet meer meemaken.”
Zijn tweede faillissement had financieel minder grote gevolgen dan het eerste; Resink wist vrijwel al zijn schuldeisers af te betalen. “Dat was het frustrerende, ondanks mijn euforische stemming en de investeringen die ik had gedaan, had ik het idee dat ik met Inseven voorzichtiger had gehandeld dan bij mijn eerste bedrijf Conventus.”
Toch had Resink nog niet genoeg van het ondernemerschap. Een jaar na het stoppen van Inseven startte hij met Young Sellers. “Ik ben een vechter, heb nooit gestudeerd en ben dyslectisch. Maar ondernemen kan ik wel.”
Coach
Om te zorgen dat hij nu echt zou leren van zijn fouten, bezocht Resink een coach. “Ik wilde weten wat ik anders kon doen. Dat waren best confronterende gesprekken.” De coach vroeg Resink waarom hij eigenlijk ondernemer was. Zijn antwoord kwam niet veel verder dan: geld verdienen en het hebben van een grote zaak. “‘Maar wat is dan je passie?’ wilde hij weten. Ik had geen idee. Dat was heftig.”
Resink ontdekte dat zijn afkomst een grote rol speelde bij de beslissingen die hij neemt: hij groeide op in een milieu van ‘zien en gezien worden’ waar je de dingen doet omdat het zo hoort. “Ik ben nooit op zoek geweest naar mijn eigen ondernemersidentiteit.”
Resink concludeerde tijdens zijn zoektocht dat een miljoenenomzet voor hem helemaal niet het belangrijkste is, liever wil hij iets betekenen voor anderen. “Dat hoop ik met Young Sellers te bereiken. We begeleiden, bemiddelen en zorgen voor de persoonlijk ontwikkeling van jonge salestalenten. Mijn wens is dat wij echt het verschil maken in hun carrière.”
Resink handelt nu meer vanuit intuïtie. Ik blijf bij mezelf, luister naar mijn hart en maak niet meer zoveel plannen. De ideale koers bestaat niet, weet ik nu. Het loopt altijd anders. En het leuke is: sinds ik zo werk komt de business naar me toe. Dat is zo waanzinnig gaaf.”
Regie in handen
Om nooit meer een faillissement te hoeven meemaken, financierde hij Young Sellers vanuit eigen vermogen en heeft hij bewust geen geld bij de bank geleend. “Ik zal dus ook geen grote investeringen meer doen en zorg dat ik altijd een hoge liquiditeit heb.” En het belangrijkste: geen langlopende contracten meer aangaan. “Ik heb drie maanden opzegtermijn voor mijn kantoor in Bilthoven en kan mijn leaseauto elke dag kwijt. Ik betaal liever wat meer als ik daarmee de regie in eigen handen houd.”
Personeel zal hij ook niet snel meer aannemen, Resink heeft nu één medewerker voor ondersteunende taken. Verder werkt hij met freelancers en stagiaires. En hij draait zelf meer uren. “Ik ben niet langer bereid grote risico’s te nemen en heb geleerd creatief te ondernemen. Ik zet stagiaires in die bijvoorbeeld voor mij actief zijn op social media, dat vergroot mijn naamsbekendheid. Ook bedenk ik verkiezingen voor salestalenten, dat is een leuke manier om bij klanten binnen te komen. En ik schrijf een boek waarvoor ik allerlei salesmensen uit grote bedrijven interview. Ook goed voor mijn naamsbekendheid en netwerk.”
Resink is gelukkig met wat hij nu heeft. “Young Sellers is geweldig om te doen en mijn thuissituatie is stabiel. Dat is het belangrijkste. En bovendien: ik kan niet zeggen dat ik het niet heb geprobeerd.”