De Nikkei eindigde 1,4 procent lager op 19.471,12 punten. Chipgerelateerde bedrijven als Sumco en Tokyo Electron behoorden tot de grootste dalers met minnen van 5,2 en 5,8 procent. Andere technologieconcerns als Sony en Fujitsu leverden 3,3 en 3,1 procent in. De toenemende spanningen in het Midden-Oosten stuwden de olieprijs en hielpen de oliegerelateerde ondernemingen vooruit.
Elders in het Verre Oosten lieten de belangrijkste beursgraadmeters een wisselend beeld zien. De Kospi in Seoul zakte 1 procent en de All Ordinaries in Sydney verloor 1,6 procent. De Hang Seng-index in Hongkong klom 0,1 procent en de Shanghai Composite in China steeg 0,9 procent.