Afgelopen week lanceerde Tagi het in Rijkwijk gevestigde platformbedrijf Showbird. Hiermee kunnen particulieren en bedrijven performers boeken in de breedste zin van het woord; van dj’s tot acrobaten en sprekers. De ondernemer heeft een verleden in de it-industrie en richtte onder meer detacheringsbureau ItaQ op.
Tagi vond het altijd lastig om artiesten te vinden voor zijn bedrijfsfeesten. “Ik had altijd wel een bedrag van 2.000 tot 10.000 euro te besteden. Toch was er nooit een website die me direct vertelde wat er wel en niet beschikbaar was, en wat het kostte.” Artiesten waren ofwel onzichtbaar omdat ze niet bekend waren, of het web van boekingskantoren en agents zorgde hier wel voor.
Showbird
Tagi besloot daarom twee jaar geleden zelf te gaan werken aan een platform voor performers, wat uiteindelijk Showbird werd. Niet alleen artiesten, maar ook sprekers, foodtrucks en presentatorsstaan op zijn platform. Van alle markten thuis, zo gaat het spreekwoord.
Ook al is zijn platform nog maar net live, toch heeft Tagi nu al artiesten aan zich weten te binden als Jan Smit, Nick en Simon en George Baker, naast presentatoren als Bas Muijs en Richard Lamb. Tagi heeft naar eigen zeggen anderhalf miljoen euro in dit bedrijf gestoken. Hij noemt zichzelf zonder enige schaamte “succesvol ondernemer” en zegt zoals het een succesvol ondernemer betaamt: “Als ik iets doe, dan doe ik het ook goed.”
Met Showbird zet hij de aanval in op alle tussenbureau’s, legt hij uit. “Als je Ali B wil boeken, kom je bij twintig bureau’s uit die niets met Ali B te maken hebben. Die tussenpartijen zullen last ondervinden van Showbird.” Hij begint over zanger Jodi Bernal, die ooit wekenlang op nummer 1 stond in Nederland met zomerhit Que Si Que No (jawel, deze). “Dat soort mensen zijn super lastig te boeken, terwijl je als muzikant het geld bij elkaar moet sprokkelen om te overleven.” De vindbaarheid van artiesten, daar is het Tagi om te doen. “Als je naar Londen gaat, wil je ook niet lang op zoek moeten naar een hotel. Je boekt dan via een platform.”
Zakelijke markt
Tagi richt zich vooral op de zakelijke markt, en wil ook niet alle zogeheten middle men uit het proces elimineren. “Wij werken bijvoorbeeld goed samen met exclusieve managementbureau’s, zoals Volendam Music BV. Ons platform biedt hen een digitaal kanaal voor boekingen.”
Zelf geeft de ondernemer aan “rond de 10 procent” commissie te vragen op boekingen. Op den duur wil hij internationaal gaan, en het personeel daarvoor heeft hij al verzameld. Op dit moment zouden er volgens hem 15 man (15 fte) bij Showbird werkzaam zijn.
Concurrentie
Het klinkt allemaal als een aardig plan, maar Tagi vist wel in een volle vijver. Platforms als Gigstarter, Plugify en BandsAlive richten zich ook op het boeken van bands. BandsAlive – dat overigens geen website meer heeft, maar achter de schermen aan een comeback schijnt te werken – opereert met een wat afwijkende crowdfundconstructie, maar Gigstarter en Plugify richten zich ook op het boeken door particulieren en bedrijven. Ex-Start up van de Week Plugify is op dit moment de meest in het oog springende concurrent van Showbird. Dit bedrijf van muzikantondernemer Eline Leijen wist afgelopen jaar al 7,5 ton aan crowdfunding op te halen.
Tagi, die zijn concurrenten stelt te kennen, kan hier tegenover zetten dat hij zich op een breder publiek richt dan puur muziekliefhebbers. Op het gebied van sprekers krijgt hij echter weer enige concurrentie van crowdfundplatform Live on Demand van Thijs Sprangers. Dit platform begon ooit als platform om artiesten met crowdfunding te boeken, maar veranderde al snel naar een (crowdfund)platform waar particulieren sprekers kunnen boeken. De reden voor Live on Demand om zijn businessmodel om te gooien, was dat Sprangers opliep tegen een muur van managers.
En laat Tagi nu juist met die managerswereld deals lijken te sluiten, waardoor hij meteen grote namen kan bieden. Tel daar bij op de ervaring van Tagi, de anderhalf miljoen die hij in zijn bedrijf gestopt zou hebben en de grote personele bezetting voor een startup (15 fte!), en we moeten concluderen: de Nederlandse entertainmentindustrie heeft er weer een concurrerend platform bij. Moge de beste winnen, want in deze markt geldt al snel: the winner takes all.