1954 Handel “In de laatste klas van de basisschool begon het al te kriebelen. Handel had direct mijn interesse. Ik ruilde een oude portemonnee tegen allerlei simpele dingetjes.”
1967 Wie doet ons wat? “Op mijn 24ste kwam ik bij Van Bommel binnen als junior. De meeste familiebedrijven hebben een soort arrogantie over zich. Die mentaliteit van wie doet ons wat zat me niet lekker. Het woord marketing bestond toen nog niet in de schoenensector. Daar ben ik mee gaan pionieren.”
1981 Soepele schoen “De verkoop liep terug en we zaten letterlijk tot over onze oren in de voorraden. Ik heb er alles aan gedaan om de beste te zijn: een freelance ontwerper ingehuurd en gewerkt aan productontwikkeling. Schoenen waren destijds zwaar en van dik materiaal, ze voelden aan als klompen. In de schoenenwinkel werd er tegen de klant gezegd dat hij ’ze maar moest inlopen’. Dat moest echt anders vond ik. Dus stuurde ik aan op het ontwikkelen van een soepele schoen.’’
1983-1990 Geen damesschoenen “Onze damesschoenen werden vergeleken met de concurrentie uit Italië steeds ouderwetser en tuttiger. Toen heb ik gezegd, jongens we stoppen met het maken van de comfort damesschoen in eigen huis. Het werd bijna een antireclame voor Van Bommel. We moeten doen waar we goed in zijn en dat waren klassieke herenschoenen. In die tijd heb ik alle familieleden uitgekocht. Als ik niet telkens met de familieleden om tafel hoef te zitten, is dat in het belang van het bedrijf. Dat vind ik nog steeds. De stijgende lijn is pas echt begonnen toen ik de productie voor een groot deel naar Portugal verplaatste.”
1995 Handtekening “Ik nam Floris mee naar een collectiebespreking. Met zo’n zeven man brainstormden we wat over een vlotte mannenschoen. Maar dit soort schoen was eerder nooit geaccepteerd. Toen keek ik naar Floris en dacht, we gaan er een andere stempel op zetten. Met enige tegenzin heeft hij ’s avonds een aantal handtekeningen gezet.”
2006 Racefietsen “Reynier is nu de commerciële man van het bedrijf. Floris heeft de productontwikkeling van me overgenomen. En mijn jongste zoon Pepijn stapt over drie jaar in het bedrijf. Hij zal zich met de productie gaan bemoeien. Zo’n vijf maanden per jaar breng ik door in mijn vakantiehuis in Frankrijk. Soms schieten de ideeën nog wel door mijn hoofd. Maar dan denk ik, gebruik je verstand. Zoiets kost tijd en levert stress op. Racefietsen en schaatsen, dat is wat ik nog onderneem op het moment.”