Deze boude stelling doet Friso de Leeuw, praktijkhoogleraar Gebiedsontwikkeling bij de TU Delft, in het Financieele Dagblad. Volgens De Leeuw biedt cradle to cradle (C2C) geen antwoord op echte duurzaamheidskwesties zoals energie- en watergebruik, natuur en mobiliteit. C2C is een pleister voor het milieu, maar geen panacee.
Volgens De Leeuw is C2C (duurzaam bouwen en hergebruik van materiaal) geen duurzaamheidsvraagstuk in Nederland – met uitzondering van zwerfafval.
De hoogleraar noemt als voorbeeld de Nederlandse afvalverbrandingsovens die minder ongezond zijn dan een ongeventileerde woning. Bovendien levert afvalverbranding energie op en recyclebare reststoffen. “De focus op afvalverwijdering is irrelevant en verkeerd”, stelt De Leeuw. Volgens hem is C2C met zijn focus op materialen te beperkt als oplossing voor het duurzaamheidsvraagstuk.
Waarom is C2C dan toch zo populair? De Leeuw wijt dat aan ‘de Amerikaanse optimistische toonzetting, gecombineerd met slimme marketing en de boodschap dat we gewoon door kunnen groeien.’
Ondertussen bouwt Zwolle optimistisch verder aan haar huis van afval.