Geen producten in de winkelwagen.
1. Everything but the product
Zelf claimen ze als bedrijfsfilosofie: ‘Just the product’. Maar wie met een eigen Landrover, een duikboot, fietsen, knuffels, stoelen, cd’s en feesten komt, weet drommels goed dat je het met spijkerbroeken alléén nooit gered zou hebben. Niets wordt bij G-Star aan het toeval overgelaten; tot de belettering aan de winkelgevel aan toe. Die strakke regie maakt het merk in elk geval herkenbaar, in alles wat het doet.
2. Een beetje verantwoord
In 2007 lag ook G-Star onder vuur vanwege slechte arbeidsomstandigheden bij de toeleverancier. Met een gedragscode wist het zich daar echter opmerkelijk makkelijk uit te redden. Nu wordt 93 procent van alle toevoer gecontroleerd. Ook is RAW Sustainable, de biologische collectie, zeer succesvol. Het houdt de reputatie hoog van beetje verantwoord bedrijf, zonder helemaal duurzaam te hoeven worden.
3. Branding via de rechter
G-Star beschuldigde concurrenten Vila Clothes en Jack&Jones in mei van plagiaat. Merkhouder Bestseller reageerde woedend: ‘Branding via de rechter!’ Tja. Is dat erg? Het klopt: G-Star staat opvallend vaak in de rechtszaal. Tegen C&A, tegen H&M, en zelfs tegen PepsiCo, toen zij Pepsi Raw wilden introduceren. Het woord RAW was van G-Star, zo werd betoogd. Maar hoe het ook zij: het levert steeds weer prettige publiciteit op voor G-Star. Ook omdat het de meeste rechtszaken tot nu toe wist te winnen.
4. Cool, maar comfortabel
In tegenstelling tot een merk als Levi’s zet G-Star niet in op traditie, maar op vernieuwing. Maar net niet te veel, zodat het ook voor de massa altijd cool, maar comfortabel blijft. Zoals met RAW Denim en de Elwood, beide gelanceerd in 1996. Het succes leidde inmiddels tot zo’n 7.000 verkooppunten in 70 landen. Elke week opent nu ergens in de wereld een nieuwe G-Starwinkel. Dat, gecombineerd met héél veel reclame en een pas in 2010 geopende webstore, maakt het merk bijna onvermijdelijk.
