ABN Amro deed de afgelopen jaren onderzoek onder groeiers, financiers en naar subsidieregelingen. Volgens ABN-econoom Menno van Leeuwen is er in ons land kapitaal genoeg voor de volgende Facebook, Spotify of WeTransfer. Alleen vinden ondernemers de geldschieters maar niet. “Banken, private equity en ander kapitaal helpen te weinig, laat staan dat ze elkaar daarin steunen.” Aan de potentie van de ondernemers ligt het niet. “Als die samenwerking er wel komt, kun je hier met het talent een klein Silicon Valley krijgen”, aldus Van Leeuwen.
Ontwikkelingen in de markt
De markt voor durfkapitaal is de afgelopen jaren ingrijpend veranderd, zoals zoveel business als gevolg van online ontwikkelingen als de opkomst van sociale media. Wat betekent dit voor investeerders en ondernemers, en hoe kunnen ze daar op inspelen? De redactie van Investormatch noemt voor beide partijen de volgende vijf kansen.
1. Informal investing wordt steeds internationaler
Informal investing was tot voor kort vooral lokaal en regionaal georiënteerd. Wel zo handig om af en toe even langs te wippen voor een kop koffie. Maar onder invloed van Facebook, Skype en andere online tools is dat snel aan het veranderen. Jonge ondernemers denken en handelen grenzeloos en zijn niet gebonden aan een land of aan één locatie. Ook de nieuwe generatie investeerders zoekt zijn proposities allang niet meer alleen om de hoek.
2. Investeren wordt het nieuwe beleggen
Informal investing was lange tijd een exclusief spelletje voor uitsluitend zeer vermogende particulieren. Maar door de explosieve groei van het aantal start-ups met een relatief kleine kapitaalbehoefte (zie punt 5) zijn steeds meer (potentiële) business angels in beeld gekomen. Het gros van de investeringen ligt tussen de 5.000 en 75.000 euro. Aangejaagd door het fenomeen crowdfunding en internationale investeringsplatforms is investeren in startende bedrijven een alternatief geworden voor een spaarrekening of beleggen op de beurs.
3. Steeds vaker kleinere financieringsrondes
Hoewel de initiële investeringen bij veel start-ups relatief laag zijn, is bij succes wel meer financiering nodig. In plaats van een of twee grote financieringsrondes van enkele honderdduizenden euro’s, vinden er steeds vaker meerdere en vooral kleinere investeringsrondes plaats. Met name als de transactiekosten als gevolg van webtechnologie nog meer omlaag gaan, wordt het gemakkelijker om ook een tweede, derde en zelfs vierde financieringsronde via kleine investeerders binnen te halen.
4. Transparantie in plaats van geheimhouding
Tot voor kort bleef de meeste informatie over ondernemersplannen, financiering en voortgang van het bedrijf vooral binnen de vier muren van de directiekamer. Maar om het vertrouwen van (potentiële) investeerders te winnen en vooral te behouden zullen ondernemers veel transparanter worden in hun rapportages over de voortgang van de investeringsdeals. Kapitaalbehoefte, termsheets en intentieverklaringen worden gepubliceerd via een webomgeving die toegankelijk is voor gescreende investeerders en andere belangstellenden. Kleine bedrijven zullen actief en structureel aan financiële marketing moeten doen om zich (blijvend) te verzekeren van voldoende belangstelling van investeerders en andere stakeholders.
5. Meer start ups met een kleinere kapitaalbehoefte
Met dank aan internet en het feit dat de meeste bedrijfssoftware tegenwoordig via een maandelijks abonnement kan worden afgenomen zijn de initiële kosten voor het opstarten van een bedrijf drastisch afgenomen. Huisvesting is bijvoorbeeld bij veel startende ondernemers geen kostbaar issue. Een laptop en een mobiele telefoon zijn vaak al voldoende. Dit heeft ertoe geleid dat de opstartkosten van een bedrijf een factor tien lager liggen dan vijftien jaar geleden. Tegenwoordig zijn de meeste start-ups met 15 tot 25.000 euro ook al geholpen om een demoproduct te ontwikkelen en een eerste klant te vinden.