Reden voor het uitstel is de recente onrust rond de salarisverhogingen aan de top van ABN AMRO. De Tweede Kamer was daar laaiend over. Dijsselbloem noemde de verhogingen ook slecht te begrijpen en een verkeerd signaal, maar zei erbij dat hij er juridisch noch politiek iets tegen kon doen. De salarisverhoging bij ABN was afgesproken in 2012 en toen ook goedgekeurd door zowel toenmalig minister van Financiën Jan Kees de Jager als de Tweede Kamer.
Dijsselbloem schrijft de Kamer nu dat hij het besluit over verkoop van ABN uitstelt in het licht van de reacties en vragen die Kamerleden hem over de salarisverhogingen hebben gesteld.
Rust nodig
De minister vindt dat er de laatste weken te veel zaken zijn rond ABN die de aandacht afleiden. Hij wil de Kamervragen over de salarissen eerst beantwoorden en daar met de Kamer over in debat. Er is rust nodig rond de bank, en die ontbreekt in de ogen van de minister op dit moment.
Dijsselbloem had de Kamer eerder gemeld dat het kabinet voor 1 april een besluit wilde nemen over een beursgang van ABN AMRO. Het principebesluit om de bank weer van de hand te doen was in augustus 2013 al genomen.
Vinger aan de pols
Dijsselbloem zei dinsdag nog dat hij de vinger aan de pols wilde gaan houden bij de verhoging van de vaste salarissen aan de top van de Nederlandse banken en verzekeraars. Behalve bij ABN gaan ook de vaste salarissen voor de top van ING en Nationale Nederlanden fors omhoog.
Dijsselbloem bekeek eerder of hij de vaste salarissen kon beperken, maar zag daar na een negatief advies van de Raad van State vanaf. Mochten de vaste salarissen toch weer de pan uit rijzen, dan moet de Tweede Kamer misschien toch de wetgeving aanscherpen, suggereerde hij.