Wat is Value Maritime?
De scheepvaart zit met een groot probleem. Vanaf volgend jaar zijn reders wereldwijd verplicht de zwaveluitstoot van hun olie te verminderen. Het zwavelarme alternatief voor de nu reguliere stookolie is gasolie. Deze olie is echter een stuk duurder in aanschaf en stoot bij verbranding ook nog eens meer ultrafijne fijnstoffen uit.
Enter Value Maritime. Deze in 2017 opgerichte startup (4,5 fte) uit Oegstgeest ontwikkelde een soort filtersysteem dat reders kunnen aansluiten op de motors van hun schepen, waarna deze zogeheten scrubber een groot deel van de zwavel en fijnstof opvangt. Hierdoor kun je als reder gewoon de goedkopere stookolie blijven gebruiken en ben je volgens de startup ook nog eens milieuvriendelijker uit dan bij gasolie.
We verlagen de uitstoot van fijnstof met 90 procent
Value Maritime stelt de uitstootvermindering op kantoor voor zijn klanten te monitoren. Mede-oprichter Christiaan Nijst: “We reduceren 3,5 procent zwaveluitstoot bij stookolie tot een uitstoot van onder de 0,1 procent. De uitstoot van fijnstof die je bij gasolie zou hebben, wordt met stookolie in combinatie met onze scrubber verlaagd met 90 procent.”
Reders kunnen ervoor kiezen de opgevangen zwavel aan land te lozen of in zee te deponeren, aangezien zwavel een natuurlijk onderdeel is van zeewater. Voegen reders de opgevangen zwavel toe aan het zeewater, dan moeten zij wel voldoen aan strenge voorwaarden, zoals de juiste troebelheid en zuurgraden.
Wie zitten erachter?
Value Maritime komt uit de koker van Maarten Lodewijks (41) en Christiaan Nijst (37). Lodewijks werkte jarenlang voor maritiem transportbedrijf Spliethoff en probeerde voor zijn werkgever te voorsorteren op de aankomende regelgeving.
De huidige scrubbingsystemen bleken niet toereikend, waarop Lodewijks contact opnam met Nijst, die als technicus bij Shell werkte aan reinigingssystemen. Of hij niet een idee had om dit probleem op te lossen. Samen kwamen ze tot hun huidige product, hetgeen voor beide heren de reden was hun baan op te zeggen.
Wie zitten erop te wachten?
Reders verdienen de investering in 1 tot 2 jaar terug
Reders, uiteraard. De potentiële markt is groot, stelt Lodewijks: “Je hebt 60.000 schepen op de zee, waaronder 30.000 kleinere schepen. Zodra de schepen onze scrubber hebben geïnstalleerd, genieten zij van lagere brandstofkosten en een lagere uitstoot. Hierdoor verminderen hun kosten. Grote schepen hebben de investering in 12 maanden terugverdiend en kleine schepen binnen 2 jaar.” Value Maritime stelt dit jaar tien installaties gepland te hebben en volgend jaar nog eens veertig.
Hoe ver is het product?
Na een kleine 2 jaar te hebben gespendeerd aan de ontwikkeling van het product, is de scrubber nu klaar. Afgelopen oktober installeerden de ondernemers het eerste model op een schip. De ondernemers krijgen de onderdelen van de scrubbers van leveranciers. Lodewijks stelt nog op zoek te zijn naar een geschikte assemblagehal. “We willen dit model schaalbaar maken, dus uiteindelijk moet er ook zo’n hal komen in Polen, Azië en Amerika.”
Wat is het businessmodel?
Value Maritime vermarkt zijn scrubbers voor 750.000 euro tot en met 1,3 miljoen euro, afhankelijk van het aantal megawatt. De reders moeten volgens de startup rekening houden met 10.000 euro per jaar aan onderhoudskosten. “Er zit bijvoorbeeld een gekalibreerde, gecertificeerde meter in, die je jaarlijks moet kalibreren”, legt Lodewijks uit. De eerder beschreven schatting van een terugverdientijd voor reders van 1 tot 2 jaar is inclusief de kosten voor jaarlijks onderhoud, stellen de ondernemers.
Nog geld nodig?
Banken? Voor financiering heb je er geen bal aan
Een private investering is volgens Value Maritime welkom, aangezien er vele installaties aankomen. Het product is ontwikkeld en nu moet het geld verdiend worden met de verkoop. Lodewijks verwacht eind dit jaar al zwarte cijfers te schrijven. Hij stelt dat er in totaal “een paar miljoen euro” in zijn bedrijf zit, “deels eigen vermogen, deels afkomstig van investeerders uit de maritieme sector”. Onder deze investeerders zitten de eigenaren van het Nederlandse Aegir-Marine.
De ondernemers, die de meerderheid van de aandelen in handen stellen te hebben, lenen een miljoen euro bij het Nationaal Groenfonds. Geld lenen bij de bank lukte de heren tot dusver niet. Lodewijks windt er geen doekjes om: “Banken hebben het de hele dag over innovatie en circulaire economie, maar als je bij hen aanklopt voor financiering voor zo’n product heb je er geen bal aan.”
Lees ook:
Zo maakt We4Sea zeeschepen groener (en goedkoper)
Biobrandstof-startup GoodShipping laat eerste ondernemers varen op frituurvet
Shypple wil de Booking van de zeevaart worden