De enquête laat een duidelijke toename zien van “hoge taakeisen”, zoals snel moeten werken of heel veel werk moeten doen (een stijging van 35 procent in 2007 naar 40 procent in 2017). Tegelijkertijd ervaren meer werknemers een lage autonomie (van 38 procent naar 45 procent). Hierdoor steeg het aantal werknemers met burn-outklachten in 10 jaar tijd van 2007 tot 2017 van 11,3 naar 16,1 procent.
Deze klachten komen het meeste voor bij werknemers van 25 tot 35 jaar. Rond die leeftijd zijn werknemers vaak volop aan het bouwen aan een carrière met meer en meer verantwoordelijkheden, terwijl ze dikwijls tegelijkertijd een gezin stichten. Sectoren waar burn-out een heel belangrijk (en sterk gestegen) risico vorm, zijn de horeca, het onderwijs en de gezondheidszorg.
Behalve persoonlijk leed zijn daarmee ook steeds meer kosten gemoeid. Psychische klachten veroorzaken de helft van de 9 miljard euro aan kosten voor zieke werknemers. Ongeveer een kwart van het totaal aantal verzuimdagen houdt verband met psychische klachten, overspannenheid of burn-out.
Meer werk
Een van de mogelijke oorzaken is paradoxaal genoeg een aantrekkende economie. Deze zorgt weliswaar voor meer werk, maar dat extra werk moet soms door hetzelfde aantal mensen opgeknapt worden omdat er geen nieuwe mensen aangenomen worden. Dat kan ook ten koste gaan van autonomie, oftewel de vrijheid die je als ondernemer hebt om je eigen werk vorm te geven.
Ondertussen zijn werknemers (en ondernemers) continu ‘online’. “We zijn altijd aan het inchecken in de virtuele wereld”, verwoordde psycholoog Ulrika Leons het eerder tegen Sprout. “Digitalisering en de 24-uursecononomie hebben zo hun voordelen, maar de keerzijde is dat de dode momenten die we gebruiken om op adem te komen nu weg zijn.” Ook ‘open’ kantoren, met veel onrust en ‘flexplekken’, kunnen bijdragen aan meer stress (en burn-outs).
De bredere acceptatie van burn-outs lijkt de stijging niet te verklaren. Deelnemers aan het onderzoek werden niet rechtstreeks gevraagd naar een burn-out, enkel naar klachten die daarop kunnen wijzen (stelling: ‘Ik voel me compleet uitgeput door mijn werk’) .
Flexibilisering
Flexibilisering is volgens TNO niet per definitie een aanjager van meer burn-outs en verzuim. “Flexibilisering geeft een grotere autonomie door eigen regie over werktijden en het gemakkelijker combineren van arbeids- en zorgtaken.” De grenzen tussen werk en privé vervagen, aldus TNO: “Voor de ene werkende zal dit een betere balans geven, voor de andere vergroot dit juist de werkdruk en de kans op stress en burn-out.”
Flexibel werk gaat gepaard met baan- en inkomensonzekerheid, erkent het instituut. “Deze onzekerheid kan leiden tot een verminderd welzijn, meer stress en psychische problemen. Werkenden met een flexibel contract hebben ook vaker te maken met ongunstige fysieke en psychosociale arbeidsomstandigheden, en zij ervaren hun baan bijna twee keer zo vaak als belastend.”