Watt en Dickie waren amper 24 toen ze zich in de schulden staken voor BrewDog. Negen jaar later regeren ze over een bescheiden bierimperium met een omzet van 50 miljoen pond per jaar.
In 2010 opende het tweetal in Aberdeen hun eerste bar, sindsdien volgden er nog 41 stuks, van Scandinavië en Amerika tot Japan en België. Gebrouwen wordt er in het Schotse Ellon, een nieuwe brouwerij in Ohio is in aanbouw. Dat bier verkoopt BrewDog in 55 landen, onder namen als Punk IPA, Dead Pony Club, Vagabond Pale Ale en This. Is. Lager.
Niet dat de Schotten alleen maar uit zijn op winst of groei. Hun missie: zoveel mogelijk mensen laten genieten van ambachtelijk gebrouwen bier. Of anders gezegd: de strijd winnen tegen het smakeloze piss beer van de industriële brouwers.
Uit zijn boek Business for Punks blijkt dat Watt tijdens het doe-het-zelven lessen heeft geleerd die niet zo heel revolutionair zijn. Zoals: start niet zomaar een bedrijf om het geld, maar volg je hart en ga op missie. Omring jezelf met de beste mensen. Verlies jezelf niet in lange termijn planning. Wordt een crack in cijfers en een geldwolf als het om je cashflow gaat.
De drie pijlers waar een ‘punkbusiness’ volgens Watt op leunt klinken ook logisch: een sterke bedrijfscultuur, een kwalitatief product en een gezonde brutomarge. Doordat Watt dit uitlegt in ronde taal, doorspekt met radicale kreten die klinken alsof hij een punksong in de microfoon spuugt, wordt het boek alleen maar lezenswaardiger.
Handboek
James Watt vindt zijn bier alleen niet genoeg om de revolutie te verspreiden – daar hoort een handboek bij. Uitgangspunt: verscheur alle andere businessboeken, breek met alle conventies en ga het lekker op je eigen manier doen. Sprout vroeg Watts naar de lessen die hij voor Nederlandse ondernemers heeft.
Hoe hou je de startupmentaliteit overeind?
Hoe hou je je werknemers happy?
Hoe ga je om met banken?
Wat is het geheim van jullie marketingsucces?
