Op 16 mei verstreek de deadline voor de COL-lening, een crisismaatregel voor startups die in april vorig jaar in allerijl werd opgetuigd. Door de coronacrisis trokken veel investeerders zich terug, terwijl startups meestal niet in aanmerking kwamen voor de NOW-regeling (of bankleningen). Acht regionale investeringsmaatschappijen (ROM’s) en startup-ambassade Techleap sleutelden de regeling in elkaar en voerden hem uit.
In totaal dienden bijna 2500 startups een aanvraag in, waarvan naar verwachting in totaal 950 worden goedgekeurd. De definitieve eindstand laat nog even op zich wachten, aangezien de laatste (derde) ronde van de COL vrijdag wordt bepaald door de nationale beoordelingscommissie. Die geeft dan een definitieve klap op de selectie die de ROM’s hebben aangeleverd.
Startups leenden gemiddeld zo’n 300.000 euro per bedrijf, met een relatief groot aantal bedragen rond de 250.000 euro. Bij bedragen vanaf 250.000 euro gold de eis dat bestaande (of nieuwe) aandeelhouders minimaal een kwart van het totaal benodigde bedrag zouden inleggen.
Hoge druk
De COL-regeling werd een jaar geleden onder hoge druk uit de grond gestampt, in eerste instantie met een budget van 100 miljoen euro. ‘Het is eigenlijk bizar dat dit portal in twee weken is opgeleverd’, zegt Rinke Zonneveld, die namens het Zuid-Hollandse InnovationQuarter de kar trok bij het opzetten van het COL-loket. Hij schat dat er op het hoogtepunt zo’n 150 mensen betrokken waren bij het beoordelen van alle aanvragen.
‘We zijn super trots dat we bijna 1000 bedrijven hebben kunnen helpen met overleven. In het begin hebben we in het donker gestuurd. De werkdruk was hoog, met ook psychologische druk. Je velt toch een “ja-of-‘nee- oordeel over het bestaansrecht van een bedrijf.’
Criteria
De belofte om binnen twee weken uitsluitsel te geven, bleek al snel te optimistisch. Niet alleen vanwege het grote aantal aanvragen, maar ook omdat de criteria bij de COL minder eenduidig waren dan bij de NOW, een gift die vrijwel direct werd uitgekeerd op basis van omzetverlies. Zo moesten startups jaarrekeningen overleggen en beargumenteren dat ze geen toegang meer hadden tot regulier groeigeld. Ook moesten ondernemers aangeven hoe ze de lening zouden gebruiken.
Zonneveld: ‘We zijn qua beoordelingen dieper gegaan dan ik vooraf had gedacht. De belofte was aanvankelijk binnen twee weken, maar we bleken meer informatie nodig te hebben.’
Enorme hoos
Het COL-loket kreeg vooral in de eerste weken ‘een enorme hoos’ aanvragen binnen. Dat liep tot het sluiten van de regeling op 16 mei jongstleden terug tot ‘enkele tientallen’ aanvragen per week. Of er niet veel bedrijven in de kou blijven staan? Zonneveld: ‘Gezien de daling in het aantal aanvragen denk ik dat dat meevalt. Iedere ondernemer vindt natuurlijk dat zijn of haar aanvraag gehonoreerd moet worden. Het belangrijkste criterium is dat we geloven we in de gezondheid van het bedrijf, en in zijn terugbetaalcapaciteit na corona.’
Aflossen
Startups moeten de COL-lening (met een rente van 3 procent) binnen 3 jaar terugbetalen. De eerste tranche bedrijven moet nu zo’n beetje beginnen met aflossen. Een klein aantal startups heeft de lening al afgelost, nadat ze zijn overgenomen bijvoorbeeld, of omdat ze een nieuwe financieringsronde hebben opgehaald.
Een aantal startups vroeg om een verhoging van het eerder toegekende bedrag, maar omdat het einde van het budget in zicht kwam, verdween die optie al snel van tafel, vertelt Zonneveld.
Kritiek
De COL-lening kon vanaf het begin rekenen op kritiek van onder meer branchevereniging voor startups DSA, die stelde dat het te vaak onduidelijk was waarom aanvragen werden afgewezen. Zonneveld stelt dat er ‘uitvoerig terugkoppeling’ is gegeven.
Grofweg werd een lening om drie redenen afgewezen: de beoordelaars vonden de kwaliteit van de aanvraag niet goed genoeg, bijvoorbeeld qua cijfers, of een startup kon geen directe impact aantonen van de coronacrisis. Een ander mogelijk oordeel was deels subjectief, erkent Zonneveld: ‘Dat het naar onze inschatting zeer de vraag was of het bewuste bedrijf ook onder normale omstandigheden een duurzaam toekomstperspectief zou hebben.’
Sommige afgewezen bedrijven kregen alsnog een lening nadat ze met nieuwe informatie over de brug kwamen. Over het aantal klanten bijvoorbeeld, of een bewijs dat een financieringsronde vanwege de coronacrisis niet door was gegaan. Zonneveld: ‘Ons doel is niet om zoveel mogelijk bedrijven af te wijzen, maar om de beoordeling zo eerlijk mogelijk te doen.’
Niet geprobeerd
Volgens de DSA is desondanks maar een klein deel van alle 8.000 tot 10.000 Nederlandse startups geholpen met de COL-maatregel, reageert voorzitter Lucien Burm. ‘Dat meer dan de helft is afgewezen, betekent ook dat er nog veel meer zijn die het niet hebben geprobeerd, omdat ze niet voldeden aan de criteria.’
De startup-organisatie blijft het ‘vreemd’ vinden dat de COL een lening is, terwijl andere bedrijven in de vorm van de loonsteun NOW een gift kregen. ‘Waarom krijg je een andere beoordeling als startup?’, vraagt Burm zich af. ‘Want de overlevingskansen verschillen tussen startups en andere bedrijven standaard al niet heel veel, en door de crisis waarschijnlijk nog minder.’
‘En het blijft bijvoorbeeld gek dat er, bij de grotere leningen, aan investeerders werd gevraagd om die tegen dezelfde voorwaarden te matchen, terwijl die daar niet op ingericht zijn qua financieel model.’
De coronacrisis is nog niet voorbij, zegt Burm, ‘en startups zijn belangrijk voor het herstel’. De DSA zet nu in op maatregelen waarmee startups beter kunnen doorgroeien, zoals fiscale voordelen op het gebied van investeringen en aandelen voor medewerkers. ‘Er is veel geld in de markt, maar dat moet wel op de goede plek komen.’