Wie het over Rotterdam heeft, babbelt al snel over de haven, of de vele architecturale broedplaatsen. Toch ligt het belang van Rotterdam niet in containers en beton.
We moeten het zoeken in één burger van deze stad: Pim Fortuyn. En zijn enige evenknie kan alleen de Amsterdammer Van Gogh zijn. Hoewel de herinnering aan beiden vervaagt, is hun invloed nog steeds merkbaar. Dan doel ik niet op de stuiptrekkingen van het regentendom met Rinnooy Kan als geparalyseerde tamboer maître, de man die beweert dat Nederland in therapie moet omdat het teveel op de SP en PVV stemt. Ook verwijs ik niet naar het hoofdkussen van dialoog en respekt dat de PvdA ons permanent in het gezicht drukt als het over de Islam gaat. Nee, de ware invloed van beide mannen ligt elders én is heilzamer.
Hun nalatenschap van verwarring heeft de wij-zij-mentaliteit doen bloeien als nooit tevoren. Angelsaksische neoliberalen koesteren hun kroonjuwelen van een roofzuchtig kapitalisme, Rijnlanders pronken met hun vakmanschap, moslims lopen vaker in klederdracht en humanisten paraderen met de parels van de radicale Verlichting. Politieke partijen ter linker- en ter rechterzijde vreten gulzig het politieke midden leeg. Het postmoderne pragmatisme is inmiddels goeddeels verdampt behalve bij het achterlijke politieke midden met hun stofjasmentaliteit. Het debat over een goede economie en het goede samenleven wordt elders gevoerd: binnen en tussen de nieuwe zuilen. En dat is allemaal in Rotterdam (en Amsterdam) begonnen.
Joep Schrijvers is auteur van ‘Hoe word ik een rat' en andere kritische boeken over management, mens en maatschappij.