Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Waarom bonussen niet de boosdoener zijn

Schaamte speelt in bedrijven een invloedrijkere rol dan wij erkennen. Dat illustreert de werking van bonussen. Zijn die zo verderfelijk?

MT-expert Aart Broek over de werking van bonussen aan de hand van drie emoties.

Verlangens

Dé drijfveer achter het handelen van bankiers is: winnen. De keerzijde is dat ze één ding absoluut niet willen: verliezen. In het bankwezen zouden het intense verlangen om te winnen en de nog grotere angst om te verliezen worden aangejaagd door bonussen. De toekenning ervan zorgt ervoor dat mensen enorme risico’s nemen. Medewerkers worden aangespoord om het eigen belang boven het gemeenschappelijke belang van de organisatie te plaatsen en sowieso boven het belang van de klanten. Bonussen verhogen vooral ook de kans op fraude en fiasco’s.

Schaamte

Maar vormen bonussen het grote kwaad? Eerst een andere vraag: Wat gaat er achter het willen winnen en de angst voor verliezen verscholen? Wat anders is winnen dan de vervulling van het intense verlangen naar geborgenheid: acceptatie, erkenning, waardering, bewondering, koestering. Je op handen gedragen weten. Vandaar ook de angst voor verliezen. Dat is praktisch niets anders dan het verlies van die geborgenheid: sociaal-emotionele afwijzing, vernedering, kleinering, kortom: schaamte. Dat is afbraak van de weldadige bescherming. Schaamte is buitengesloten worden. De angst om uitgestoten te worden. We doen alles om dat te voorkomen. De hunkering naar bewondering en de angst voor afwijzing vormen onze feitelijke drijfveren, in én buiten het bancaire leven.
   
Er is geen enkele reden om aan te nemen dat bonussen op zich en op voorhand deze drijfveren in ongunstige zin voeden. Niet alleen zijn er tal van (internationaal opererende) organisaties – waaronder banken – waar bonussen niet tot excessen leid(d)en. Mensen blijken evenzeer buitensporige gedragingen te vertonen en opmerkelijke risico’s te nemen zónder een bonus: de ontdekking te voet van de Zuidpool, de uitvinding van de chemotherapie (luchtband, electrocardiogram, legostenen, post-it notitieblaadjes, internet, enzovoorts), het rennen van de honderd meter onder de tien seconden of het ‘overwinnen’ van de Niagarawatervallen door over een strakgespannen kabel van ruim vijfhonderd meter te schuifelen.

Bewondering

Niet de hebzucht maar de zucht naar waardering drijft ons: Bewonder mij! Koester mij! Dit zijn geen exclusief bancaire emoties. Ze teisteren ook de wereld van woningcorporaties, medische zorg, winkelketens, ict, gemeentelijke, provinciale en landelijke bestuursgremia, onderwijs en wetenschap, re-integratie en sociale werkvoorziening, sport, vastgoed, sociale hulp en justitiële interventies, enzovoort. Kortom, ze beheersen ons aller leven. Met het grenzeloze verlangen naar bewondering zal het afschaffen of verminderen van bonussen dan ook een remedie met beperkte genezende of preventieve werking blijken.

Er zijn tal van ongelukken op de weg maar dat wil nog niet zeggen dat we zouden moeten stoppen met autorijden. Ik ontken niet dat de omvang van of de redenen voor een bonus invloed hebben op het werken en de resultaten ervan. Het maakt stellig wat uit of je van Amsterdam naar Haarlem trekt op een tweedehands omafiets of in de nieuwste Lexus. Maar een veelvoud van andere factoren dan het vervoermiddel bepaalt of je een gevaar voor jezelf en/of anderen bent op dat traject. Doorslaggevend is dan niet het vervoermiddel – niet de bonus – maar gedrag en handelen, en bovenal het emotionele huishouden dat die voedt. Hoe geavanceerd de Lexus ook mag zijn, de auto heeft nog altijd een mens van vlees en bloed nodig om 160 km per uur te rijden op een provinciale tweebaansweg.

Pak het echte probleem aan

We staren ons blind op symptoombestrijding: weg met de bonussen! Moeten we allemaal op een omafiets? Nee, dat kan niet de bedoeling zijn. Hoe nu? Eérst weten wat er sociaal-emotioneel feitelijk speelt. De diagnose die hier wordt gesteld: het verlangen gekoesterd en bewonderd te worden en, meer in het bijzonder, de angst voor kleinerende afwijzing, de angst voor schaamte-ervaringen.

Gezien deze diagnose zal de kern van maatregelen moeten zijn: schaamteregulering: het kanaliseren van schaamte-ervaringen van de spelers in het veld, te beginnen bij de bestuurders. De trap moet van bovenaf worden schoongeveegd, zo wil een Nederlands spreekwoord met recht. Dát zal het vervolgverhaal moeten worden: schaamteloos handelen: het voorkomen en het weerstaan van schaamte. Daartoe kunnen wel degelijk bonussen behoren. Die zullen echter bescheiden mogen zijn: we willen tenslotte bovenal worden bewonderd.

Duurzame bewondering

We dwingen duurzame bewondering af door ons te onderscheiden, niet door ons serviel naar de groep te voegen. Heb als bestuurder dan ook de moed om nee te zeggen tegen bepaalde redenen voor toekenning van bonussen. Heb de moed om die ‘beloning’ terug te storten wanneer, bij nader inzien, je foute beslissingen nam. Dergelijk tegendraads handelen zal in eerste instantie een zekere afwijzing door collega’s met zich meebrengen. 

Inderdaad, tegenspraak zorgt voor weerstand en de kans om afgeserveerd te worden. Het moet echter tot de kwaliteiten van een bestuurder en van managers behoren om die schaamte te weerstaan, om gefundeerde tegenspraak te durven leveren en de groepsdruk te trotseren. Het hoofd bieden aan de eigen en andermans schaamte-ervaringen. Dergelijk schaamteloos bestuur en management is pas echt een bonus waard.

Meer blogs van Aart Broek: