Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Quantified Self: Grote verlosser of Big Brother?

Met Quantified Self op de werkvloer weet een werkgever werkelijk alles van zijn werknemers; (hoe) kan dat organisaties verbeteren?

Best een vernuftig appje, dat Xora. Eenmaal geïnstalleerd op een telefoon houdt het bij hoe werknemers naar hun werk komen, waar ze uithangen, wie er in de buurt is van een klant die meteen hulp nodig heeft. Klaar met werken? Dan 'klok' je uit op de app, en stopt het dataverzamelen. In theorie.

Ook de Amerikaanse Myrna Arias had het appje geïnstalleerd op de door haar baas geleverde Iphone. Tot ze erachter kwam dat haar baas ook in haar vrije tijd precies wist waar ze uithing, hoe hard ze reed, en wáár. Arias verwijderde de app – en werd door een woedende leidinggevende ontslagen.

Deze maand daagde ze haar oude baas voor de rechter, onder meer wegens inbreuk op haar privacy.

Oneindige data

Sinds telefoons en horloges meer kunnen dan bellen en de tijd aangeven alleen, is de hoeveelheid data die je over jezelf kunt verzamelen potentieel oneindig. In 2013 al publiceerde het Amerikaanse Pew Research Center dat 21 procent van de Amerikanen hun gezondheid bijhield met een tracker; een studie van PwC kwam eveneens met het cijfer één op vijf in 2014.

Het tracken varieert van gezondheidsmetingen – hoe hard je rent (Runkeeper), hoe ver je fietst (Strava) tot hoe veel je eet (Foodzy). En zoals het voorbeeld van Myrna Arias laat zien houdt het niet op bij het bijhouden van je persoonlijke data alleen: op de werkvloer buitelt de ene efficiency-app over de ander met het meten van gewerkte uren, minuten en seconden (Harvest) of projecten (Basecamp).

De intrede van Quantified Self op de werkvloer valt grofweg uiteen in twee categorieën: de productiviteitsmeters (zoals de voorbeelden hierboven) en gezondheidstrackers. Het toverwoord: efficiency. Door bijna van minuut tot minuut bij te houden wat waar gebeurt, is het werk beter in te delen, hoeven werknemers minder ver te reizen, gaat productiviteit omhoog – of, zo is althans het idee.

Het vernieuwde Taylorism

In dat opzicht, zo concludeerde de Amerikaanse schrijver en journalist Nikil Saval, lijkt de huidige trend van Quantified Self op de aloude theorie achter Taylorism en verwetenschappelijkt management. Door werk in de fabrieken te analyseren en te systematiseren, zo was de gedachte, zou productiviteit en efficiëntie alleen maar toenemen.

Het idee dat werk systematischer moest sloeg zo aan, aldus Saval in zijn boek 'Cubed: a secret history of the workplace', dat het diep geworteld zit in de westerse werkcultuur. De opkomst van apps en technieken die beloven dat door simpelweg data te verzamelen, je leven efficiënter wordt – en dus makkelijker, gelukkiger, mooier – moet volgens hem dan ook in dat opzicht worden bekeken.

Saval concludeert nogal pessimistisch dat er een gevaarlijke trend aankomt: de dag doorkomen is een probleem dat met goed management geoptimaliseerd kan worden. 'Het zorgt ervoor dat elk onderdeel van het leven gemanaged moet worden (…) Taylors droom van pure efficiency is bewaarheid geworden, maar in plaats van de werkvloer, managen we onszelf op wetenschappelijke wijze.'

Productiviteit doorgeschoten

De nieuwste generatie tech gaat nog verder dan het meten van gewerkte minuten via een app of desktop applicatie. Wearables voor de werkvloer meten ook sociale interactie, groepsdynamiek, hiërarchie. Dat gaat ver: zoals bijvoorbeeld met de Hitachi Business Microscope, een wearable van Japanse makelij. De badges hebben onder meer een ingebouwde infraroodsensor, een microfoon, een bewegingssensor.

Ze meten echter niet alleen hoeveel je beweegt of hoeveel stappen je zet, maar door de microfoon weten ze ook wie er met wie praat, waar, en of dat een energiek gesprek is of niet. Of je aanwezig bent op een vergadering, en of je wat inbrengt – of dat je alleen wat zit te knikken. Het deelt die informatie met het management.

Andere, minder invasieve wearables, zoals de Theatro-computer, waarmee met name verkooppersoneel met elkaar in contact blijft en snel up-to-date is van bijvoorbeeld voorraad, claimen een groei in verkoop van 5 tot 10 procent. Conclusie volgens velen: draagbare tech is hard op weg om de werkvloer zoals we die kennen ingrijpend te veranderen.

De resultaten zijn er…

Wearables kunnen een verschil maken. Dat blijkt wel uit een onderzoek van Goldsmiths, Universiteit van Londen waarbij 120 werknemers van een mediabedrijf gevolgd werden terwijl ze een tracker droegen, neemt de productiviteit van werknemers met 8,5 procent toe als ze een wearable om de arm hebben – soortgelijke studies ondersteunen die stelling.

Belangrijker misschien nog was de gemeten tevredenheid met het werk. Die nam óók toe, met 3,5 procent: volgens de onderzoekers onder meer omdat werknemers dankzij de apps en wearables letterlijk voor zich zagen hoe ze zich voelden en wanneer ze het best presteerden. Normaliter wisten ze dat wel, maar door in een grafiekje te zien dat ze elke middag een dip hadden, pasten ze hun gedrag erop aan.

Het onderzoek liet bovendien zien dat veel werknemers best een wearable wilden dragen voor het bedrijf: participanten bleken redelijk relaxed in het delen van bepaalde gegevens met hun werknemer, vaak omdat ze al gewend waren – op welke manier dan ook – data te verzamelen over zichzelf, en dat te delen.

… maar hoe ver is te ver?

Want ondanks alle beloftes, de oneindige mogelijkheden en de droom van ultieme efficiency van wearable tech op de werkvloer schuurt. Dat je als leidinggevende potentieel weet wanneer je werknemers uit hun neus zitten te eten, wil nog niet zeggen dat je het moet wíllen weten (nog los van het feit dat er onderzoeken zijn die laten zien dat lummelen óók belangrijk is voor productiviteit).

Niet voor niets vroeg CNN zich na de introductie van de Hitachi Business Computer bezorgd af het apparaatje puur en alleen een gereedschap was van managers om hun werknemers 'kort te houden', Yahoo noemde de beweging 'Orwelliaans'.

Uit het onderzoek van PwC bleek dat maar liefst 82 procent van de respondenten zich zorgen maakten om de privacy van hun gegevens, ondanks hun bereidheid wel degelijk een wearable te dragen. 'Als een bedrijf zijn personeel wil monitoren met wearable tech, moet het management helder en overtuigend duidelijk maken wat de toegevoegde waarde is,' schrijft PwC derhalve. 'Werknemers moeten in staat zijn om mee te beslissen en mee te praten (…).'

Maar één vraag dient het management ten alle tijde stellen. How far is too far?

Lees meer over Quantified Self:

Lees meer over de digitale revolutie:

Alles weten over het onderzoek naar de beste digitale dienstverleners? Lees het in de meest recente printeditie van Management Team. Ben je nog geen abonnee? Vraag de huidige editie dan aan als gratis proefnummer.