Steeds meer bedrijven halen productie terug naar Nederland. Met alle voordelen van dien. ‘Reshoring is vaak het startsein voor innovatie.’
Jarenlang liet Capi Europe zijn lichtgewicht bloempotten (zie voorbeeld boven) maken in China en Vietnam, om ze vervolgens te verschepen naar Europa. Totdat het bedrijf een aantal jaren geleden besloot om weer in thuisbasis Tilburg te gaan produceren. Inmiddels werken in de productielocatie van het bedrijf in Tilburg-Oost zo’n 60 mensen, bijgestaan door diverse robots.
Groeiende interesse
Capi Europe is daarmee een mooi voorbeeld van reshoring, vertelt Ton Wilthagen, hoogleraar arbeidsmarktvraagstukken bij Tilburg University (foto links). ‘Echt actuele cijfers zijn er niet, maar uit enquêtes blijkt dat een groeiend aantal ondernemers overweegt om productie terug te halen vanuit lagelonenlanden. Of, dat kan ook, om meteen hier te beginnen met nieuwe activiteiten.’
14 procent van kleintjes wil weer terug
Ongeveer 1 op de 10 ondernemers heeft inmiddels buitenlandse activiteiten teruggehaald, terwijl 1 op de 20 bedrijven overweegt om dat te doen. Reshoring leeft daarbij vooral onder de wat grotere bedrijven met meer dan 50 medewerkers; van deze groep overweegt ongeveer een kwart om productie terug te halen. Maar ook onder de kleinere bedrijven tot 50 medewerkers is reshoring in toenemende mate onderwerp van gesprek, constateert Wilthagen. ‘Onder deze groep overweegt 14 procent om hier – al dan niet opnieuw – te gaan produceren.’
14 procent van de kleinere bedrijven overweegt om hier – al dan niet opnieuw – te gaan produceren.’
Kwaliteit
In de VS is reshoring – onder het motto ‘bringing jobs back home’ – al langer een trend. In september 2013 overwoog meer dan de helft van de Amerikaanse maakbedrijven met meer dan een miljard dollar omzet om productie terug te halen, zo becijferde The Boston Consulting Group. Ook in Nederland lijkt sprake van een trend. Zo besloot een bedrijf als Philips enkele jaren geleden de productie van zijn scheerapparatenlijn terug te halen vanuit China naar Drachten. En garnalenpeller GPC Kant besloot, na de uitvinding van een innovatieve garnalenpelmachine, zijn garnalen niet meer in Marokko maar ‘gewoon’ in Nederland te laten pellen.
Na de uitvinding van een pelmachine besloot GPC Kant zijn garnalen niet meer in Marokko, maar ‘gewoon’ in Nederland te laten pellen.’
Hogere kwaliteit
Waarom doen deze bedrijven dat? Volgens Wilthagen is het om te beginnen vooral de hogere kwaliteit die een rol speelt. ‘Veel ondernemers die hun productie in Azië hebben ondergebracht, zijn maar matig tevreden over de geleverde kwaliteit. Soms is een uit China afkomstige container voor de helft onbruikbaar, zo horen we wel eens terug van gefrustreerde ondernemers. Zeker bedrijven die onderdelen maken die moeten voldoen aan hoge veiligheidsstandaarden – bijvoorbeeld omdat ze in een wolkenkrabber gebruikt worden – geven aan te weinig zicht te hebben op de kwaliteit van het productieproces.’
Soms is een uit China afkomstige container voor de helft onbruikbaar, zo horen we wel eens.’
Loonkosten zijn daar gestegen
Daar komt bij dat ook het argument van lage lonen steeds minder opgaat: in sommige Aziatische regio’s zijn de loonkosten de laatste jaren flink gestegen, soms tot wel 40 procent. Natuurlijk liggen de lonen nog altijd een stuk lager dan hier, maar het verschil wordt kleiner. ‘Tegelijkertijd blijft de arbeidsproductiviteit in Azië nog altijd achter bij die in Europa én loop je het risico dat je product gekopieerd wordt.’
Goedkope energie
Verder zijn de energiekosten in Azië relatief hoog, vervolgt Wilthagen. ‘Zeker in de VS, waar de energieprijzen onder invloed van de schaliegaswinning enorm zijn gedaald, is dat een belangrijk argument voor reshoring. Maar ook Europa is relatief goedkoop in dit opzicht. Bovendien is de energievoorziening in Azie vaak onzeker.’
Nieuwe collectie in de schappen
En dan is ook het drukken van de transportkosten volgens Wilthagen nog een argument voor reshoring. ‘Voor bedrijven die vooral voor de markten in Azië en Oceanië produceren is het uiteraard gunstig om daar te zitten, maar voor ondernemers die hun producten moeten laten verschepen naar Europa speelt dit zeker een rol. Ook tijd vormt een overweging; een bedrijf als Zara wil tegenwoordig elke drie weken een nieuwe collectie in de schappen hebben liggen, dat werkt niet als alles vanuit China moet komen.’
Arabische lente
Ten slotte spelen soms ook politieke overwegingen mee, vertelt Wilthagen. ‘Een bedrijf dat in Tunesië produceerde, lag na de Arabische lente in die regio drie weken stil.’
Een bedrijf dat in Tunesië produceerde, lag na de Arabische lente in die regio drie weken stil.’
Smart industry
Redenen genoeg dus om reshoring te overwegen, denkt Wilthagen.
- Hier hogere kwaliteit
- Daar lonen gestegen
- Hier energiekosten gedaald
- Transportkosten hoog
- Politieke overwegingen
‘Tegelijkertijd moeten we niet de illusie hebben dat bij reshoring de productie één op één wordt overgezet naar Nederland. Bij veel bedrijven gaat het terughalen van productie gepaard met gerichte investeringen in smart industry, bijvoorbeeld op het gebied van robotisering.’
Beroep op subsidies
Wat onverlet laat dat het nog altijd gaat om een significant aantal nieuwe banen die er anders überhaupt niet zouden zijn geweest, stelt Wilthagen. ‘Bij Capi in Tilburg werken nu zo’n 60 mensen, van wie een groot deel voorheen een afstand tot de arbeidsmarkt had. Zo gaan technologische en sociale innovatie hand in hand. Werkgevers kunnen daarbij overigens vaak een beroep doen op subsidies, in Noord-Brabant bijvoorbeeld vanuit het Innovatiefonds.’
(Geen) aflopende zaak
Lange tijd leefde in Nederland het idee dat de maakindustrie een aflopende zaak was, zegt Wilthagen. ‘De maakindustrie werd nog net niet doodverklaard, maar het scheelde niet veel. De crisis heeft ons geleerd dat júist de economieën met een sterke, moderne maakindustrie, zoals die in Duitsland, de economische storm het best doorstaan. De Nederlandse economie, met zijn grote dienstensector, is in dat opzicht kwetsbaar. Gelukkig zien we dat de maakindustrie weer steeds beter gewaardeerd wordt en dat het aantal jonge mensen dat kiest voor een technische opleiding na lange tijd weer toeneemt.’
Gelukkig zien we dat de maakindustrie steeds beter gewaardeerd wordt en dat het aantal jongeren dat kiest voor een technische opleiding weer toeneemt.’
Reshoringtool met 125 factoren
Inmiddels ontwikkelde Tilburg University (samen met een aantal partners) een reshoringtool, vertelt Wilthagen. ‘Reshoring is uiteraard geen beslissing die je zomaar even neemt. Met deze tool bieden we ondernemers daarom, aan de hand van 125 factoren, inzicht in de mate waarin reshoring voor hun bedrijf aantrekkelijk kan zijn. Zo maakt de tool, op basis van de antwoorden van de ondernemer, een vergelijking tussen de kostprijs van productie in verschillende landen. Een handig hulpmiddel voor de groeiende groep maakbedrijven die overweegt om productie terug te halen of in Nederland te houden.’
Dit artikel is onderdeel van het dossier Made in NL. Bij MT vinden we dat Nederland trotser mag zijn op zijn maakbedrijven. Met Made in NL wil MT de kennisdeling binnen én over de sector bevorderen en maakbedrijven een podium bieden. Opdat we terecht trots zijn op de hidden champions van de maakindustrie. In deze missie wordt MT vergezeld door de volgende partners: Centraal Beheer, MBCF, NIBC, Salesforce en TNO.