Zoals de industrie ooit stad en land onder dikke roetlagen bedolf, zo besmeurt de moderne reishandel grachtjes, binnensteden en natuur met de rotzooi van hun beleveniseconomie.
Waar je ook komt zie je dezelfde fraaie sfeerverlichting, gezellige winkelcentra, coole merchandising en unieke terrasjes. Met een beetje pech stuit je ook nog op plastic beesten. Je kunt geen straatje inslaan of plein oversteken of je botst weer tegen een koe, paard of beer. Ook de originele citymarketeers van Rotterdam moesten zo nodig. Zo'n vijftig olifanten vervuilen dit najaar de stad. Reis naar de Provence, dat inmiddels het Florida van Europa is geworden en verbaas je over de grijze golf, die met grote campers in lange files op bergweggetjes staat en verrukt de geur van diesel en lavendel opsnuift. Of bezoek Moskou, Parijs, Mexico en Amsterdam en onderga de authentieke sfeer, zoals huichelachtige reisgidsen ons beloven.
Daar aangekomen strompel je naar de zoveelste multimediaal verantwoorde megatentoonstelling van schilders die je toch al kent, eet je in lange rijen op straat en staar je naar winkels met dezelfde fucking boring global brands. Nike (gaap), Sony (gaap), Hugo Boss (gaap), Prada (gaap). Verveeld drink je een Haainukkuh. Nee, echt reizen is elitair en egoïstisch. Wie iets wil zien moet de reisindustrie mijden en zwijgen over waar hij is geweest, opdat roofzuchtige touroperators er geen vat op krijgen. Noord-Korea is op dit moment erg hot. Je moet er nu naar toe, voor het over vijf jaar in hun handen is gevallen…
Joep Schrijvers is auteur van ‘Hoe word ik een rat' en andere kritische boeken over management, mens en maatschappij.