De man – laten we hem Ed noemen – solliciteert naar de functie van account manager. "Stuurt u maar een e-mail met cv", zegt de HR-manager van het bedrijf.
Dat doet de man. De volgende dag treft hij een mailtje aan in zijn inbox dat duidelijk niet voor hem bedoeld is, maar wel verzonden is door het bedrijf. "Heeft die Surinamer wel een rijbewijs?", vraagt een manager van het bedrijf aan de HR-manager. Ed wordt vervolgens uitgenodigd voor een gesprek. Maar Ed heeft er na het mailtje helemaal geen zin meer in en zegt het gesprek af. Hij vindt 'die Surinamer' kwetsend en neerbuigend, ook al stond het in een intern mailtje, dat niet voor hem bedoeld was. Ed is naar mijn mening terecht beledigd en klaagt het bedrijf aan bij de Commissie Gelijke Behandeling wegens discriminatie op grond van afkomst.
De Commissie is het met Ed eens dat de uitlating discriminatoir is. Maar volgens hen heeft het bedrijf niet gediscrimineerd in de werving en selectie. Ed werd immers na het mailtje uitgenodigd voor een gesprek. Geschillen over discriminatie komen steeds vaker voor. Is men mondiger? Komt het door de vele anti discriminatiewetten? Is er schisma tussen groepen in de samenleving en daardoor minder tolerantie? En zijn bewoordingen als 'die Fries' of 'die Amsterdammer' ook neerbuigend? In ieder geval: managers, bezint eer ge op 'send' drukt, dat voorkomt veel onrust!
Marcus Draaisma is advocaat arbeidsrecht en partner Palthe Oberman Advocaten, arbeidsrecht specialisten