Geen producten in de winkelwagen.
Mag de manager een staart hebben, een legging dragen, zijn hoofd bedekken met een tulband of een hoofddoek?
De werkgever mag instructies geven over kleding. Wanneer binnen het bedrijf duidelijke kledingvoorschriften zijn, moet de werknemer, en dus ook de manager, deze opvolgen. Kledinginstructies gelden met name voor functies met veel klantcontact en voor zogenoemde bedrijfskleding (meestal in de bedrijfskleur).
Kledingvoorschriften zijn er voor de representativiteit, hygiëne en veiligheid. Een lange baard kan in de voedselindustrie onhygiënisch en onveilig zijn (risico op beknelling in de pinda-plet-en-roer-tot-pindakaas-machine). Voorschrift voor haardracht is lastiger, omdat dit het heilige privéleven van de werknemer raakt.
Wanneer kleding religieus bepaald is, zoals hoofddoekjes, keppeltjes en tulbanden, stuiten instructies op het verbod tot discriminatie op grond van geloof.
Dat geldt ook voor de baard van een sikh. Oranje Bhagwankleding mocht de werkgever in het verleden wel weigeren, evenals een nikaab. Over kleding op het werk is minder discussie als de werkgeverkledingvoorschriften in het personeelshandboek of in de arbeidsovereenkomst opneemt, met de mogelijkheid instructies dienaangaande te mogen wijzigen. Discriminatie op grond
van geloof blijft ook dan verboden. Ongenoegen over hoofddoekjes kan weggenomen worden door hoofddoekjes met het bedrijfslogo erop te verstrekken én het geeft een bedrijf gelijk een multiculturele uitstraling. Daar kan weinig bezwaar tegen zijn, omdat onze samenleving multicultureel is en ook wel zal blijven.
Marcus Draaisma is advocaat arbeidsrecht en partner bij Palthe Oberman Advocaten, arbeidsrecht specialisten.
