Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Bonuslessen: KPN en Wijers

Met de publicatie van jaarrapportages door beursgenoteerd Nederland delen de banken de bonusdiscussie weer een tijdje met de rest van het bedrijfsleven. Waar Akzo-topman Wijers tot nu toe weinig goed doet, geeft KPN vandaag een beter voorbeeld.

 

Telecomconcern KPN breekt met een traditie, zo blijkt uit het nieuwe jaarverslag. Het bedrijf dat zijn bestuurders al langere tijd on-Nederlands fors beloont, hanteerde tot voor kort een relatief laag basissalaris en een hoge variabele beloning. Daar komt dit jaar verandering in: de bonus voor de top wordt veel meer gekoppeld aan de prestaties op de middellange en lange termijn. In de kortetermijnbeloning worden bovendien doelstellingen opgenomen die niet financieel zijn. Zo is vastgelegd dat het management niet wordt aangemoedigd om het eigenbelang te volgen of risico's te nemen die niet in lijn zijn met de strategie.

Cultuuromslag

Voor KPN betekenen de nieuwe bonuscriteria een cultuurverandering. Topman Ad Scheepbouwer, die volgens het FD de afgelopen 10 jaar ruim 44 miljoen euro aan salaris, opties en aandelen opstreek, had de overtuiging dat een royaal beloningsbeleid voor meer groepsgevoel zou zorgen. Maar de strijd rond zijn opvolging liet de afgelopen jaren juist een vechtcultuur aan de top zien. Groepsgevoel leek ver te zoeken.

KPN wil nu met behulp van een nieuw beloningsbeleid meer inzetten op de lange termijn en op zachtere criteria, zoals werknemerstevredenheid, reputatie en duurzaamheid. 

Dun laagje vernis

Meer weten over hoe om te gaan met bonussen?

Managament Team organiseert samen met de Rotterdam School of Management (Erasmus Universiteit) in maart drie ontbijtsessies over het nieuwe belonen. Onder leiding van professor Frank Hartmann en professor Gerard Mertend wordt gesproken over thema's als: hoe voorkom je focus op alleen korte termijn, wat is de relatie tussen belonen en presteren en waarom verdienen top-managers zoveel.
 
Alles over de ontbijtsessies over Het Nieuwe Belonen

Wat dat laatste betreft kan de nieuwe ceo Eelco Blok, die per 1 april het roer overneemt van Scheepbouwer, vast lering trekken uit de recente flaters van Akzo-topman Hans Wijers. Wijers, die tevens voorzitter is van de beloningscommissie van olieconcern Shell, koppelde twee jaar geleden bij Akzo Nobel als eerste Nederlandse beursgenoteerde onderneming de langetermijnbonus aan duurzaamheid. Shell volgde al snel.

Beide partijen hanteerden als meetlat de prestaties op de duurzaamheidsindex van Dow Jones: de Dow Jones Sustainability Index (DJSI). Twee jaar later zijn de twee al weer om. Heel toevallig nadat beide uit de top van de index zijn gekukeld. 

Zwalkend bonusbeleid

Een dun laagje vernis, zo wordt het groene imago van Wijers inmiddels genoemd. Met zijn kleinzerige reactie op de keldering in de duurzaamheidsindex, schaadt hij niet alleen zijn eigen imago. Bij Shell en Akzo kan inmiddels wel gesproken worden van een zwalkend bonusbeleid.

Bij Shell is het overigens al langer bal. Het olieconcern wekte de afgelopen jaren mondiaal veel beroering doordat de top zichzelf hoge beloningen toekende terwijl het de daarvoor vastgestelde prestatiedoelen helemaal niet had behaald. Shell besloot vorig jaar het bonusbeleid aan te passen. Daarvoor werd Wijers aan het hoofd van de beloningscommissie gezet. Meer geloofwaardigheid uitstralen was het doel.

Uit duurzaamheidsindex

Eén van de maatregelen van Wijers was dus het linken van een deel (10 procent) van de variabele beloning aan de prestaties op de DJSI. Door de hoge score die Shell sinds de oprichting van de index in 1999 behaalde, leek dat deel van de bonus een zekerheidje. Tot Shell eind 2010 voor het eerst uit de top van de ranglijst verdween vanwege de olielekkages in Nigeria.

Na jarenlang gekoketteerd te hebben met de goede prestaties, stelde financieel directeur Simon Henry meteen dat de DJSI toch geen goede graadmeter is voor duurzaamheid. Wat dat voor het bonusbeleid van Shell zou betekenen, wilde het concern afgelopen jaar nog niet zeggen. Uit een interview met Hans Wijers in het FD werd deze week duidelijk dat het nu 'evident is dat Shell niet meer blijft werken met de duurzaamheidsindex'. Pats, weg geloofwaardigheid.

Een jaar gescoord

En dat geldt nu dus ook voor AkzoNobel. Daar werd in 2009 voor het eerst een groene bonus ingevoerd. De koppeling aan de DJSI pakte het eerste jaar meteen goed uit. Het verf- en chemiebedrijf scoorde hoog op de ranglijst en dat betekende voor Wijers een 40 procent hogere, voorwaardelijke lange termijnbonus. Waarde: 678.000 euro. Een mooie opsteker voor de topman, die als gevolg van de crisis geen optimale financiële prestatie neerzette met Akzo, maar op deze manier dus toch een aardig geldbedrag kon opstrijken.

Net als Shell is ook Akzo dit jaar lager op de DJSI uitgekomen dan verwacht. En prompt wordt de bonuskoppeling losgelaten. De bonus moet namelijk 'gerelateerd zijn aan meetbare prestaties', zegt Wijers. Naast de meetbare factoren velt ook een comité bij de DJSI een oordeel over zaken als het sociale beleid van het bedrijf. En dat is niet objectief genoeg, vindt de topman nu opeens.

Dat de DJSI deze manier van werken hanteert is overigens al langere tijd en breder bekend. Ook toen Wijers besloot de groene bonus aan de index te koppelen. 

Lessen trekken

De Akzo-topman heeft zelf nog niet echt lessen getrokken uit z'n eigen blunders. Dat blijkt uit het alternatief dat hij inmiddels heeft aangedragen om de duurzaamheid van AkzoNobel te meten. De uitkomst van de jaarlijkse duurzaamheidsenquete van Robeco-dochter SAM wordt leidend. Dit lijkt echter weinig verbetering ten opzichte van de DJSI. Het onderzoek van SAM bevat algemene vragen die niet zijn toegespitst op bedrijven afzonderlijk. De uitkomst wordt bovendien niet publiek bekend gemaakt. Transparantie blijft dus ver te zoeken.

Het is te hopen dat partijen als KPN, die ook willen inzetten op 'zachtere' bonusfactoren als duurzaamheid, wel hun lessen trekken uit de acties van Wijers en consorten.

Bonusdebat

Hoe de rest van het Nederlands bedrijfsleven inzet op bonussen wordt de komende weken inzichtelijk, wanneer weer een stortvloed aan jaarverslagen gepubliceerd wordt. Aandacht gaat nog steeds speciaal uit naar de financials. Duidelijk is al dat de top van ING voor het eerst sinds 2008 en 2009 weer bonussen ontvangt, terwijl de bank nog niet van het staatsinfuus af is. De precieze hoogte van de beloningen van ING wordt 17 maart bekendgemaakt.   

Variabele salariëring blijft de agenda's en debatten voorlopig nog wel even beheersen. Het risicovolle gedrag van bankiers, dat mede ten grondslag lag aan de crisis, werd deels gestuwd door de hoge bonussen die hen in het vooruitzicht waren gesteld. Na een wat gematigde periode, ligt bij veel internationale banken het prestatieloon inmiddels weer op de niveaus van voor de crisis. IMF-topman Dominique Strauss-Kahn noemde de terugkeer van de bankiersbonus deze week echter schandalig. En hij is niet de enige.

Bankiersbonussen

Bankiers zijn de bonusdiscussie inmiddels zat en vinden dat het onderwerp maar eens van tafel moet worden geveegd. 'We hebben een periode gekend van rouw en excuses en ik denk dat die tijd nu wel voorbij is', zei Barcalys-ceo Bob Diamond recent. Insiders in de financiële centra stellen dat er sinds de uitbraak van de crisis fundamenteel weinig is veranderd bij de banken. Dat ze daar weer toe zijn aan het grote geld bewijst Jamie Dimon, de ceo van JP Morgan Chase (overigens momenteel wel de best draaiende bank op Wall Street). Hij ontving over het afgelopen jaar een bonus van liefst 17 miljoen dollar.

In Nederland bezocht een aantal topbankiers deze maand de Tweede Kamer om te praten over hoe de cultuur bij banken is veranderd. De bijeenkomst verzandde echter direct in een debat over bonussen, waardoor de echte omslag in het functioneren van banken nauwelijks ter sprake kwam. Het bonusdebat kan dus ook andere zaken vertroebelen.

De teneur van de bankiers blijft: bonussen zijn nodig om talent aan te trekken, zeker in het buitenland. Dat dit een rol speelt wordt nu duidelijk zichtbaar in Groot-Brittannië. Daar zijn mede als gevolg van strengere belastingregels de bonussen verlaagd. Als gevolg hiervan, zo werd gisteren bekend, is het aantal Britse bank- en beleggingsprofessionals dat naar Zwitserland verhuist in 2010 al met bijna eenderde toegenomen. Ook trekken steeds meer bankiers weg uit het dure centrum van Londen naar goedkopere woningen in de buitenwijken omdat ze krapper bij kas zitten.

De bonusdiscussie lijkt met deze ontwikkelingen steeds onmogelijker te worden. Want wel of geen bonussen en hoe hoog? Bedrijven lijken door de bomen het bos niet meer te zien. Toch is de bonus al weer volop terug als onderdeel van het salaris.

Dossier belonen:

hrm