Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Weg met de denkfabriek, leve het klooster

Van handarbeiders zijn we denkwerkers geworden. Maar we worden gedwongen dat denkwerk in een fabriekshal uit te voeren. Die hal, ofwel kantoortuin, is de slechtste denkbare plek om te werken, stelt Thijs Peters.

Als je het adres van Management Team opzoekt, dan zul je achterhalen dat we gevestigd zijn in de 'Kauwgomballenfabriek'.  En dat is dan ook waar we huizen: een fabriekshal waar ooit kauwgumpjes werden gemaakt. Maar de machines zijn verdwenen en hebben plaatsgemaakt voor denkwerkers: journalisten en marketeers. Iedereen die hier binnenkomt, is enthousiast. Het is een mooie grote ruimte met wat hippe elementen. Een ruimte uitstekend geschikt voor sociale interactie, maar niet voor denkwerk. En je voelt hem al: dat is een probleem. Dit is geen kritiek op de directie van dit bedrijf, want eigenlijk is het bij vrijwel alle bedrijven mis. Overal werken mensen in veel te grote ruimtes met veel te veel mensen waar je veel te snel bent afgeleid. Toen we nog achter de lopende band stonden, was zo'n fabriekshal nuttig. Het is beter om een schroefje door te geven aan de persoon naast je, dan aan iemand in een andere kamer. Maar denken, dat doe je veel beter in rust. Voor de jaren vijftig van de twintigste eeuw hadden we dat ook goed door. Datatypisten en arbeiders op de vloer, de managers - de denkers - een eigen kantoor. Managers op de vloer Maar nu vrijwel iedereen in het bedrijf professioneel denker is geworden - voor het domme repeterende werk hebben we machines - zijn we in die fabriekshal blijven zitten. Sterker nog, de managers hebben hun terretorium prijsgegeven en zijn op de werkvloer komen zitten. Het idee hierachter is dat het goed is voor de creativiteit. Immers, twee weten meer dan een. Het is een enorme misvatting. Groepen mensen hebben wel meer creatieve kracht dan een individu, maar alleen als je ze bij elkaar zet op het moment dat ze al hebben nagedacht. En nadenken gaat niet zo lekker als je constant wordt afgeleid en alert bent op wat erom je heen gebeurt. Je kunt denken, "laat je dan niet afleiden". Maar dat is bijna onmogelijk. Als primaat levend in groepen zijn we geprogammeerd om constant de groep in de gaten te houden. Zeker als het jouw eigen groep is. Dat is waarschijnlijk de reden dat ik op een co-werkplek als Spaces beter werk dan in het eigen kantoor. De aanwezigen daar behoren niet tot mijn stam. Ik heb daar niet zo veel belangen en dus kan ik mijn sociale antenne ingeschoven laten. Stilteplekken Wat dan? Stilteplekken zijn geen oplossing. Wat we nodig hebben zijn lawaaiplekken, kletsruimtes en overlegarena's. Het moderne kantoor moet een bijenkorf zijn met zoveel mogelijk hokjes met een paar plekken waar je andere primaten kunt ontmoeten. Probleem is dat onze kantooren nog steeds als fabriek worden gebouwd. De cubicle - waar ik vorig jaar al een keer voor pleitte - is een tussenoplossing. Eigenlijk moeten we terug naar de middeleeuwen. Naar een van de weinige plekken waar toen wel diep werd nagedacht, het klooster. Iedereen zijn eigen cel en dan af en toe naar de refter om te eten en elkaar te spreken.
Foto: Getty Images

Als je het adres van Management Team opzoekt, dan zul je achterhalen dat we gevestigd zijn in de ‘Kauwgomballenfabriek’.  En dat is dan ook waar we huizen: een fabriekshal waar ooit kauwgumpjes werden gemaakt. Maar de machines zijn verdwenen en hebben plaatsgemaakt voor denkwerkers: journalisten en marketeers. Iedereen die hier binnenkomt, is enthousiast. Het is een mooie grote ruimte met wat hippe elementen. Een ruimte uitstekend geschikt voor sociale interactie, maar niet voor denkwerk. En je voelt hem al: dat is een probleem.

Dit is geen kritiek op de directie van dit bedrijf, want eigenlijk is het bij vrijwel alle bedrijven mis. Overal werken mensen in veel te grote ruimtes met veel te veel mensen, waar je veel te snel bent afgeleid. Toen we nog achter de lopende band stonden, was zo’n fabriekshal nuttig. Het is beter om een schroefje door te geven aan de persoon naast je, dan aan iemand in een andere kamer. Maar denken, dat doe je veel beter in rust. Voor de jaren vijftig van de twintigste eeuw hadden we dat ook goed door. Datatypisten en arbeiders op de vloer, de managers – de denkers – een eigen kantoor.

Managers op de vloer

Maar nu vrijwel iedereen in het bedrijf professioneel denker is geworden – voor het domme repeterende werk hebben we machines – zijn we in die fabriekshal blijven zitten. Sterker nog, de managers hebben hun territorium prijsgegeven en zijn op de werkvloer komen zitten. Het idee hierachter is dat het goed is voor de creativiteit. Immers, twee weten meer dan een.

Het is een enorme misvatting. Groepen mensen hebben wel meer creatieve kracht dan een individu, maar alleen als je ze bij elkaar zet op het moment dat ze al hebben nagedacht. En nadenken gaat niet zo lekker als je constant wordt afgeleid en alert bent op wat erom je heen gebeurt.

Je kunt denken, ‘laat je dan niet afleiden’. Maar dat is bijna onmogelijk. Als primaat levend in groepen zijn we geprogammeerd om constant de groep in de gaten te houden. Zeker als het jouw eigen groep is. Dat is waarschijnlijk de reden dat ik op een co-werkplek als Spaces beter werk dan in het eigen kantoor. De aanwezigen daar behoren niet tot mijn stam. Ik heb daar niet zo veel belangen en dus kan ik mijn sociale antenne ingeschoven laten.

Stilteplekken

Wat dan? Stilteplekken zijn geen oplossing. Wat we nodig hebben zijn lawaaiplekken, kletsruimtes en overlegarena’s. Het moderne kantoor moet een bijenkorf zijn met zoveel mogelijk hokjes met een paar plekken waar je andere primaten kunt ontmoeten. Probleem is dat onze kantooren nog steeds als fabriek worden gebouwd. De cubicle – waar ik vorig jaar al een keer voor pleitte – is een tussenoplossing. Eigenlijk moeten we terug naar de middeleeuwen. Naar een van de weinige plekken waar toen wel diep werd nagedacht, het klooster. Iedereen zijn eigen cel en dan af en toe naar de refter of de gang om elkaar te spreken.