Al hebben vrouwen een technische opleiding achter de rug, toch belandt 65 procent niet in de techniek. En dat terwijl slechts 18 procent van de dames hebben een technisch beroep heeft in Nederland. Hoe komt dit in hemelsnaam, vraagt een journalist van VNO-NCW mij. Is er dan zo’n groot verschil tussen de studententijd en het beroepsleven? Wat moet ik hier nou op zeggen? Natuurlijk is er een verschil. Je gaat toch ook niet eens per jaar in je pyjama naar werk? Op de universiteit is dat allemaal mogelijk. Of ’s ochtends naar een feestje nog voordat je werk begint?
Studentenleven
Het werkelijke leven is wel even wat anders dan een studententijd. Vrouwen op de werkvloer lopen tegen allerlei hindernissen aan. Het begint al bij het sollicitatiegesprek. Veel werkgevers zitten nog steeds in hun maag met het zwangerschapsverlof. Iedereen denkt dat hier in Nederland niet meer op beoordeeld wordt, maar schijn bedriegt. Een vrouw hoeft niet zwanger te zijn, maar het feit dat ze überhaupt drie maanden thuis kan blijven zitten vinden veel werkgevers al lastig. Om mannen dan ook maar drie maanden verlof te geven, lijkt mij niet echt de oplossing. Men gaat er vanuit dat vrouwen sneller gaan parttimen, eerder naar huis gaan voor een ziek kind en waarschijnlijk toch al niet zo technisch zijn als mannen.
Vooroordelen
Dit zijn allemaal vooroordelen. Mijn moeder kan sneller een IKEA-kast in elkaar zetten dan mijn vader. Veel mannen zijn bereid om bij te dragen in de opvoeding van hun kinderen. Niet iedere vrouw moet dus eerder naar huis om haar kind eten te geven. Enkel wordt haar salaris hier wel op berekend. Vrouwen verdienen nog steeds minder dan mannen voor dezelfde functie.
Waarom heb ik dan niet veel vrouwelijke werknemers in dienst? Ben ik net als de rest bevooroordeeld? Nee. In onze sector zijn er gewoon geen vrouwen te vinden. En dit is geen flauw, goedkoop antwoord. Ik ben nog geen vrouwelijke stagiaire werktuigbouwkunde tegengekomen, evenals een vrouwelijke lasser, constructiebankwerker of industrieel spuiter. Wel moet ik erbij vermelden dat er een algemeen tekort is aan technisch personeel in de metaalsector. Volgens onze brancheorganisatie is dat tekort nu 5 procent en gaat dit nog toenemen. We zitten dus te springen om technische dames!
België
Wat enigszins zou helpen is kinderopvang beter regelen en goedkoper maken. In België, waar ik heb gestudeerd en nu woon, zie je veel meer meisjes op technische opleidingen. De mogelijkheden van voor- en naschoolse opvang zijn daar groter en vooral ook goedkoper. Vrouwen werken vaak ook fulltime, terwijl vrouwen in Nederland vaak parttime werken, ook als ze nog geen kinderen hebben. Dat maakt waarschijnlijk ook uit bij het vinden van een baan in de techniek. Daarnaast moeten meisjes meer technische rolmodellen zien. Als je techniek voor meisjes promoot, moet je dat niet laten doen door een oude grijze meneer. Laat zien dat vrouwen ook technisch zijn of directeur kunnen worden.
Kristel Groenenboom schreef een boek over vooroordelen tegen vrouwen aan de top: ‘Mag ik meneer Kristel even spreken?’ Je kunt het boek hier bestellen.