Afgelopen oud en nieuw was ik met mijn gezin in een mooi hotel in het buitenland. Er waren daar zo veel rijke, ongelukkige mensen. Ik schrok er gewoon van. Oudere mannen met veel te jonge of volledig verbouwde vrouwen, en met kinderen die tijdens het diner achter een beeldscherm met koptelefoon werden gezet.
Ik zag er geen liefde of verbondenheid, maar leegheid. Is dat dan hoe succes eruitziet? En kun je vanuit zulke leegheid wel een goede ceo zijn?
Hangt er vanaf wat je goed vindt, zul je denken. Klopt. Ik weet nog dat de ceo van een concurrerend softwarebedrijf afscheid nam, en ik zei: ‘Wat een pannenkoek was dat zeg, echt de slechtste ceo ever. De medewerkertevredenheid en klanttevredenheid zijn in zijn periode gekelderd en er is niet één nieuwe release uitgekomen.’
Nou, dat was mijn gesprekspartner niet met mij eens. Toen deze ceo aantrad was het bedrijf 300 miljoen waard, toen hij vertrok werd het voor 500 miljoen verkocht. Over winst gesproken.
Jij gelukkig, zij gelukkig
Zo kijk ik niet naar succes. Ik vind het belangrijk dat medewerkers zelf gelukkig zijn, en dat ze van daaruit anderen gelukkig maken. Dan rollen de euro’s er vanzelf wel achteraan.
Dat je iets goed kan, betekent nog niet dat je ervan oplaadt
Maar dat kan niet zonder op te laden in je vrije tijd. Alleen dan houd je het duurzaam. Voor mij betekent opladen: cocoonen met het gezin. In het weekeinde maken we zo min mogelijk afspraken, ravotten we op de bank of gaan we met zijn allen het bos in.
Het betekent niet dat er helemaal geen werk mag zijn. Op zaterdag maak ik meestal een uitgebreide brunch. Zet ik een headset op en luister ik bijvoorbeeld sprintmeetings en afdelingsmeetings terug. Dat vind ik genieten.
Elke ja is ook een nee
Van feestjes, premières en borrels krijg ik minder energie. Het duurde even voordat ik dat doorhad. Ik ben best goed in gezelschap, en daardoor lijkt het alsof ik superextravert ben. Maar dat je iets goed kan, betekent nog niet dat je ervan oplaadt. In mijn geval niet tenminste.
De kunst is dus te begrenzen. En nee zeggen doet soms pijn. Zeker voor ondernemers, want die zijn vaak bovenmatig enthousiast en nieuwsgierig, én vinden vrijwel alles leuk.
Elke ‘ja’ die je uitspreekt, is een ‘nee’ tegen iets of iemand anders
Soms heb ik het gevoel dat ik geen nee kán zeggen. Je wilt graag mensen helpen, en ergens onderhuids is er ook nog de angst dat je gezien wordt als die arrogante eikel die niet normaal kan doen (kijk vooral even dit filmpje over hoe Bill Gates ergens arriveert met chauffeur en journalisten negeert, terwijl Elon Musk zelf rijdt en de tijd neemt voor vragen, dan begrijp je precies wat ik bedoel).
En toch moet het soms. Want elke ‘ja’ die je uitspreekt, is een ‘nee’ tegen iets of iemand anders. Tegen je gezin, of tegen jezelf.
Het belang van écht vrij zijn
Op kantoor moeten werknemers ook de vrijheid hebben om ‘nee’ te zeggen. Dat kan door een afwezigheidsmelder op je telefoon zetten en de groepsapp tijdelijk te verlaten als je op vakantie bent.
We houden bijeenkomsten over goed slapen en over grenzen bewaken. En we delen de laatste tips en gadgets, waarmee we elkaar helpen om gas terug te nemen.
Zoals Microsoft Viva. Daarmee kun je instellen dat mailtjes pas verzonden worden tijdens werktijden en als de ontvanger géén afwezigheidsassistent heeft aan staan. Ná zijn vakantie of vrije dag dus. Die gebruiken we, om daarna opgeladen weer aan de slag te gaan.
Lees meer columns van Bas van der Veldt:
- Naam vergeten van een collega? Dit is de beste tactiek
- Zo gebruik je taal voor een sterke organisatiecultuur
- Waarom je prima zonder juridische afdeling kunt (en wilt)