Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Verschillen kunnen ons juist verrijken: gooi groepsdruk dus overboord

We hebben aversie tegen verschillen, terwijl die ons juist kunnen verrijken. Laat de groepsdruk dus los, stelt Remco Claassen.

Verbinden, samenwerken, co-creatie: het zijn prachtige, hoopvolle woorden. Met elkaar mooie dingen maken en zorgen dat het geheel groter wordt dan de som der delen, het klinkt me allemaal als muziek in de oren. Maar hoe goed zijn wij eigenlijk in het creëren van zulke synergie?

De mens is een ingenieus wezen. We hebben diverse antennes die ons helpen razendsnel situaties van elkaar te onderscheiden en te zien wat deze voor ons kunnen betekenen. Grofweg zijn deze in te delen in twee basale categorieën: ‘Kan ik het eten?’ of: ‘Eet het mij?’ Deze capaciteit heeft een effectieve, maar ook een ineffectieve uitwerking.

De geschiedenis staat stijf van de voorbeelden ervan. Onze ’gave’ om verschillen te zien en te voelen ligt zelfs aan de basis van alle oorlogen. Waar verschil ontstaat, volgt conflict. Of het nou verschil is in taal, huidkleur, afkomst, religie, geaardheid, afdeling, of politieke voorkeur.

De ander overwinnen

Als we maar genoeg van dezelfde soort bij elkaar krijgen, kunnen we altijd de ‘ander’ overwinnen. Dan hoeven we niet bang te zijn dat wíj moeten veranderen.

Het wij/zij-syndroom is een dramatisch ineffectief restproduct van ons arsenaal overlevingstechnieken. De snelheid waarmee dit denken ontstaat, is zeer beangstigend. In mijn trainingen ben ik soms genoodzaakt mijn publiek op te delen in subgroepjes.

Wat er dan gebeurt is bizar. Ineens ontdek je dat de tot dan toe zo eensgezinde cursusgroep een plotselinge vijandigheid jegens elkaar ontwikkelt. Zelfs als er geen competitief element in de oefening zit, willen ze elkaar nog verslaan. Binnen luttele minuten veranderen nette professionals in licht ontvlambare pestkoppen en strijdbare gladiatoren.

Apenpakken

Een prachtig voorbeeld van wij/zij-vorming vond ik in de annalen van de film The Planet of the Apes. Daarin zijn drie soorten apen te zien; chimpansees, orang-oetangs en gorilla’s. Naast de echte acteurs werden veel apenpakken ‘bewoond’ door dansers, studenten en sporters.

Wat bleek: tijdens de allereerste lunch zaten de figuranten al niet meer bij hun vrienden van de dansgroep of het voetbalteam, maar bij hun eigen apensoort. De chimpansees bij de chimpansees, de gorilla’s bij de gorilla’s en de orang-oetans bij de orang-oetans. Verschil is eng; gelijkheid verbroedert meteen.

Aversie tegen verschil is doodzonde

Doodzonde vind ik deze natuurlijke aversie tegen verschil. We omringen ons liever met ‘gelijken’ dan dat we ons door verschil laten verrijken. In verschil zit juist waarde, het geeft groei, voedt creativiteit en is spannend.

Laten we daarom proberen het wij/zij-syndroom wat vaker te herkennen en om te turnen in win-win-denken. De volgende stap in onze evolutie: werken aan meer wij-sheid onder de apen. Dan staan er nog mooie dingen te gebeuren.