Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Ondernemer, kom uit je bubbel

Als ondernemer ben je een selfmade (wo)man. Maar in hoeverre heeft je succes iets te maken met je huidskleur? Sprout-blogger Marnix Geus kijkt in de spiegel, en doet een oproep aan andere ondernemers.

Sinds de moord op George Floyd op 25 mei jongstleden, gaan nog steeds duizenden mensen over de hele wereld de straten op om te protesteren tegen racisme. Of, zoals de vrouw op de foto hieronder het zegt: ‘i can’t believe i’m 66 and still protesting this shit’.

Als kind groeide ik op met een oudere broer en een jonger zusje, de ene wit en de ander zwart. Bruin, zeiden wij. Mijn zusje is geadopteerd uit Mauritius. Door deze jeugd is een andere huidskleur voor mij zowel doodgewoon als bijzonder. Want zij was wel de uitzondering in het nogal wit gedomineerde netwerk van ons gezin. Op zich niks geks aan: in Nederland wonen nu eenmaal veel witte mensen. Maar ik heb er nooit bij stilgestaan wat dat witte netwerk voor rol in mijn leven heeft gespeeld.

Is de paus katholiek?

Ik moet bekennen dat ik de #BLM-leus, toen ik ‘m voor het eerst las, niet begreep – onbewust van het feit dat dit een bestaande organisatie is in de VS. Ik vond ‘m vooral nogal beledigend, bijna racistisch in zichzelf. Natuurlijk doen zwarte levens ertoe! Kan in het rijtje ‘Is de paus katholiek?’. Welke gek heeft dit bedacht?

Maar geleidelijk kwam ik erachter dat ik niet alleen onwetend bleek, maar ook naïef. Dat ik zo geprivilegieerd ben, dat ik niet meer door heb dat er op dit basisniveau nog geprotesteerd moet worden. Niet zozeer voor specifieke mensenrechten, maar dat überhaupt het leven van een zwarte man of vrouw ‘ertoe doet’. Ik voel schaamte.

Self-made (wo)man

Als ondernemer ben je een self-made (wo)man. Iets waar je best een beetje trots op mag zijn als het je lukt om je eigen broek op te houden en ook nog die van een heleboel anderen. Tegelijkertijd ben ik me altijd wel bewust geweest van mijn geluk, dus die trots maakt dan snel plek voor dankbaarheid. Dankbaar dat ik uit een liefdevol nest kom. Dat ik mede hierdoor zelfvertrouwen heb kunnen ontwikkelen. Dankbaar dat ik de kans heb gekregen om te studeren.

Maar dat het relatieve succes van mijn ondernemerschap ook iets te maken had met mijn huidskleur, kwam niet eerder in mij op. De vraag ‘Had ik mijn bedrijf net zo succesvol kunnen opbouwen als ik zwart was geweest?’, voelt dan ook als een heel pijnlijke.  

Het bedrijf uit de bubbel

Nu hoef je je als ondernemer niet te schamen voor je huidskleur, ook niet als je er voordeel bij hebt. Het roept alleen bij mij wel de vraag op hoe je ervoor kunt zorgen dat jouw werkvloer kleurrijker wordt. Want een beetje ondernemer wil niet alleen winst maken, maar ook een goede werkgever zijn met een grote mate van maatschappelijke betrokkenheid. Laten we ons vanuit die bevoorrechte positie dan ook actief inzetten voor gelijke kansen.

Als jij alleen maar witte mensen aanneemt, wordt de drempel voor iemand die niet wit is telkens groter. Net zoals mannenbolwerken ontoegankelijk zijn voor vrouwen. Je kunt je niet blijven verschuilen achter het feit dat er geen zwarte mensen bij je solliciteren. Het is meer dan logisch dat je liever onder ‘gelijken’ blijft, als je gewend bent gediscrimineerd te worden door anderen. Dit betekent dat we als ondernemers actief op zoek moeten naar meer diversiteit in het team. Het gaat niet vanzelf.

Omar

In de twaalf jaar dat ik mijn Amsterdamse pr-bureau runde, kwamen er nauwelijks zwarte mensen solliciteren. Aan witte, hoogopgeleide hockeymeisjes uit ‘het betere milieu’ geen gebrek. Totdat Omar bij ons aanklopte. Toen gebeurde er iets. Want hij had toegang tot een veel diverser netwerk aan mensen. Hij introduceerde nieuwe talenten, die voor de afwisseling eens niet 100 procent kaas waren, iets waarvoor ik hem nog steeds dankbaar ben.

Toegegeven, ik had een beetje geluk met Omar, want hij kwam op mijn pad. Maar ik had hem leren kennen via LinkedIn, waar hij een oproep had geplaatst voor hulp bij een liefdadigheidsproject. Zodoende nodigde ik hem uit. Niet vanwege zijn Marokkaanse achtergrond, maar vanwege zijn leuke bericht. 

Natuurlijk kan je bij gelijke geschiktheid heel goed aan positieve discriminatie doen, maar pas op dat iemand nooit het gevoel krijgt dat hij of zij is aangenomen als ‘excuus’, zoals een coachee mij ooit eens toevertrouwde. De pijn zit diep, dieper dan waar witte mensen zich bewust van zijn.

Good business

Ongelijke kansen zijn de voornaamste oorzaak. Zwarte kinderen krijgen al jong van hun ouders te horen dat ze twee keer zo hard moeten knokken om wat te bereiken in het leven. En het is waar. Als je alle verhalen leest van mensen die keer op keer hun tas moeten openen voor een beveiliger in een winkel. Die geen studentenkamer kunnen vinden ‘omdat ze toch niet zo goed pasten’. Die de ene na de andere afwijzing krijgen bij sollicitaties zonder heldere argumentatie.

Zo blijven er witte scholen en witte universiteiten. En nog meer witte werkvloeren en witte (rijke) wijken. Zeker, we moeten ook blijven beseffen dat driekwart van de Nederlanders wit is. Maar die andere 25 procent is onevenredig vertegenwoordigd in het onderwijs, de politiek, ons rechtssysteem en zeker ook binnen ondernemend Nederland. 

Kans

Daar ligt niet alleen een verantwoordelijkheid maar ook een kans voor ondernemers. Want we zouden geen ondernemers zijn, zwart of wit, als we niet zouden kijken naar de voordelen van een divers team. Sla er maar wat studies op na. ‘Companies in the top quartile for racial and ethnic diversity are 35 percent more likely to have financial returns above their respective national industry medians.’ (Why diversity matters, McKinsey, 2015).

Vijf. En. Dertig. Waarom? Diverse teams zijn creatiever, innovatiever, leren meer van elkaar en last but not least: ze geven logischerwijs toegang tot een veel diverser, dus breder klantenbestand. Zo wordt het aannemen van mensen met een andere dan de dominante huidskleur geen sociaal project, maar gewoon business. En vooral: people business. Dankzij #BLM hopelijk ook spoedig business as usual

Foto: Karen Eliot | Flickr (CC)