Het is me herhaaldelijk overkomen dat collega’s naar me toe kwamen met een vraag, en daaraan toevoegden: ‘Nu wil ik een antwoord van Marcel De Mens, en niet van Marcel De Directeur, of Marcel De Organisatieadviseur.’ Ik weet nooit zo goed wat ik daar mee aan moet. Welk deel van mij is op zo’n moment niet, of juist wel, uitgenodigd om deel te nemen aan het gesprek?
Het lukt mij niet meer om een deel van mezelf buiten beschouwing te laten. Ik heb die neiging van mensen om te segmenteren altijd al gek gevonden. Als je in een bepaalde context alleen maar bepaalde aspecten van jezelf mag laten zien en andere moet verbergen, dan voelt dat voor mij alsof je uit elkaar wordt getrokken.
Frederic Laloux schreef over het verlangen ‘een heel mens’ te willen zijn. Mensen willen niet alleen maar ingezet worden om wat ze goed kunnen, maar willen helemaal en als mens gezien worden. Dat betekent dat je ook op werk mag zijn wie je bent, niet alleen maar je functie, en dat je ook wel eens chagrijnig mag zijn.
Dat herken ik. Want dat ben ik. Dat is iedereen. Maar het wordt je soms moeilijk gemaakt dat ook te laten zien, want het is niet makkelijk om zowel elkaars zon- als elkaars schaduwkanten te accepteren.
Vier dimensies
Dat streven naar heelheid is sterk gelieerd aan de vier dimensies die centraal staan in de leiderschapstrainingen die ik begeleid: het fysieke, mentale, emotionele en het spirituele dat in elk van ons aanwezig is. De ene dimensie kan niet zonder de andere. Een goede balans tussen deze vier kanten van jezelf stelt je in staat om opgewassen te zijn tegen de eisen van het leiderschap in deze complexe tijd.
Sommige lezers haken af van dergelijke holistische teksten, dat realiseer ik me best. Want het is nog steeds heel gebruikelijk dat leiders bepaalde dimensies van zichzelf beschouwen als ‘privé’: dat deel van jezelf dat je niet op je werk laat zien. En soms zelfs niet eens aan jezelf. Maar je bent pas effectief als je er helemaal mag zijn.
In een serie interviews die ik ooit hield voor mijn onderzoek naar leiderschap zeiden negen van de tien leidinggevenden in de loop van het gesprek iets als: ‘Ik ben thuis veel aardiger dan op mijn werk.’ Of: ‘Privé heb ik veel meer humor.’ Dat zegt wel iets over hoe leiders hier in het algemeen in staan.
Hele leiders
Dat alle delen van jezelf onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, merkte ik afgelopen najaar weer eens heel duidelijk, bij De Verrijking, de leiderschapsretraite van CALL. Hier zaten vier leidinggevenden en een zzp’er aan tafel, uit zeer uiteenlopende sectoren. Alle vijf hadden ze voorafgaand aan deze week in Frankrijk een focusvraag geformuleerd om mee aan het werk te gaan. Vier vragen waren persoonlijk van aard, één ging meer over werk.
Na afloop concludeerde een aantal deelnemers dat de persoonlijke vragen waren beantwoord door een ontwikkelrichting in de werksfeer aan het licht te brengen; het antwoord op de ‘werkvraag’ lag juist in de persoonlijke sfeer. Het één is niet los te zien van het ander. Wanneer de dimensies in balans zijn, versterken ze elkaar. Je wordt een ‘heel mens’.
Iets mooiers kan ik je niet wensen: een heel, gelukkig nieuw jaar.