Hoewel de nieuwe Arbeidsomstandighedenwet vorig jaar al werd ingevoerd, kregen werkgevers nog tot 1 juli 2018 de tijd om bestaande contracten aan te passen. Deze overgangsperiode loopt nu bijna af. Nieuwe contracten moeten overigens al wel aan de nieuwe regels voldoen.
Vanaf 1 juli gaat de inspectie SZW erop toezien dat de contracten aan de juiste regelgeving voldoen en kan er dus een controleur bij je op de stoep staan. Belangrijk dus dat je voor die tijd het contract hebt aangepast. Ramon van Lieshout, jurist bij DAS, legt uit aan welke voorwaarden het contract met je arbodienstverlener vanaf 1 juli moet voldoen.
#1. Je hebt een basiscontract gemaakt
Heb je nog helemaal geen contract met een bedrijfsarts? Dan heb je echt geen tijd meer te verliezen. Vanaf 1 juli is zo’n basiscontract namelijk verplicht. De wetgever neemt dan geen genoegen meer met afspraken die mondeling tot stand zijn gekomen of ergens in het mailverkeer zijn verstopt. In het basiscontract leg je de afspraken vast die je met jouw arbodienstverlener bent aangegaan.
#2. De bedrijfsarts heeft vrije toegang
In deze afspraken moet expliciet staan dat je de bedrijfsarts vrije toegang geeft tot de werkvloer. Geen enkele werkplek mag daarbij worden uitgezonderd. Als de bedrijfsarts wil langskomen om een werkplek te beoordelen, dan ben je straks dus verplicht daarvoor toestemming te geven.
#3. Er is een gecertificeerde preventiemedewerker
Een belangrijke rol in het voorkomen van beroepsziekten is tegenwoordig weggelegd voor de zogeheten preventiemedewerker. In kleine bedrijven is dat vaak de ondernemer zelf. Ben je al wat groter, dan kun je hiervoor één van de medewerkers aanwijzen.
Deze benoeming moet volgens de nieuwe richtlijnen wel worden goedgekeurd door de OR of personeelsvertegenwoordiging. De preventiemedewerker moet gecertificeerd zijn. Vermeld in het contract wie het is, welke taken hij of zij heeft en hoe je er als werkgever voor zorgt dat deze persoon z’n functie goed kan uitoefenen.
#4. Je hebt een open spreekuur ingesteld
In veel oude contracten staat niet duidelijk omschreven hoe medewerkers in contact kunnen komen met de bedrijfsarts. De nieuwe richtlijnen stellen hier harde eisen aan. Zo dien je er als werkgever voor te zorgen dat elke medewerker met vragen over zijn gezondheid de bedrijfsarts kan benaderen. Ook als het gaat om niet-werkgerelateerde problemen, zoals een burn-out als gevolg van een scheiding. Dit doe je door het instellen van een open spreekuur.
#5. Werknemers hebben recht op een second opinion
Ook de bedrijfsarts zelf is aan nieuwe regels gebonden. Zo kan het gebeuren dat een medewerker twijfelt aan de diagnose die is gesteld. Tot nu toe leidde dat regelmatig tot discussies en onenigheid. In het contract met je arbodienstverlener moet vanaf 1 juli expliciet staan dat medewerkers altijd recht hebben op een second opinion.
Alleen bij zeer zwaarwegende argumenten wil de wetgever hiervoor een uitzondering maken. De kosten van deze tweede diagnosestelling zijn voor rekening van de werkgever. Dat dan weer wel.
#6. De klachtenprocedure is duidelijk
Opdringerig, brutaal of niet ter zake kundig. Tot nu toe was niet altijd duidelijk waar medewerkers terecht kunnen bij dit soort klachten over een bedrijfsarts. In het opgepoetste contract moet je in ieder geval een alinea inruimen voor de klachtenprocedure.
Vermeld hier precies waar en hoe iemand een klacht kan indienen over het werk van de bedrijfsarts. Deze regel geldt overigens voor álle bedrijfsartsen, ook als die zelfstandig opereren en dus niet in dienst zijn van een gecertificeerde arbodienst.
#7. Het proces bij ziekteverzuim staat op papier
Eén van je medewerkers meldt zich ziek en is waarschijnlijk een poosje uit de running. Hoe nu te handelen? In het contract met de arbodienstverlener moet een hoofdstuk zijn ingeruimd voor dit proces van ziekteverzuimbegeleiding.
De bedrijfsarts speelt hierin een belangrijke rol, iets dat in het contract moet worden onderkend. De verantwoordelijkheid voor het overnemen en uitvoeren van de adviezen ligt bij de werkgever én medewerker.
#8. De bedrijfsarts mag beroepsziekten melden
In Nederland wordt elk jaar bij zo’n 20.000 mensen een beroepsziekte geconstateerd. Volgens de nieuwe richtlijnen mag een bedrijfsarts deze diagnose altijd melden bij het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten (NCvB).
Dat kan dus alleen de bedrijfsarts doen en niet de ondernemer zelf. Het NCvB is een landelijk kennisinstituut voor arbo-professionals en registreert beroepsziekten via het nationale melding- en registratiesysteem.
Over de auteur
Ramon van Lieshout is jurist bij DAS. Hij biedt hulp bij arbeidszaken en contractuele geschillen over onroerend goed. Vragen aan Ramon, stuur een mail naar [email protected].