Vorige week betoogde business school professor Martin Parker dat het tijd is voor een bulldozer door de business schools, en een geheel nieuwe manier op te eisen van denken over management, business en markten. Het probleem is volgens hem studenten het idee wordt geleerd dat de wereld één grote markt is, en dat op een wijze die geen ruimte laat voor andere manieren om de wereld te zien.
‘Hoe dit werkt, zien we als we het business school curriculum en hoe het wordt onderwezen nader bestuderen. Neem bijvoorbeeld finance. In finance gaat men bijna altijd uit van het feit dat het verdienen van rente op kapitaal (hoe het ook is verkregen) een legitieme en misschien zelfs prijzenswaardige activiteit is. Succesvolle financiële strategieën zijn strategieën die maximaal rendement opleveren in de kortste periode, en die daardoor de sociale ongelijkheden die ze in de eerste plaats mogelijk maakten, nog verder verergeren.
Of neem human resource management. De naam van het vakgebied is treffend, omdat het impliceert dat mensen gelijk zijn aan technologische en financiële resources, in zoverre dat ze een element zijn dat kan worden gebruikt door het management om een succesvolle organisatie neer te zetten. Hoewel in de naam zit, is human resource management nou niet bijster geïnteresseerd in wat het betekent om mens te zijn. Waar het in geïnteresseerd is, zijn categorieën – vrouwen, etnische minderheden, de onderpresterende werknemers – en hun rol in het functioneren van de organisatie.
Business scholen gebruiken bedrijfsethiek en maatschappelijk verantwoord ondernemen als aankleding in de marketing, en als dekmantel voor het geweten van business school directeuren – alsof praten over ethiek en verantwoordelijkheid hetzelfde is als er iets mee doen. Ze adresseren vrijwel nooit systematisch het simpele idee dat aangezien de huidige sociale en economische relaties de problemen produceren die ethiek en MVO proberen op te lossen, het deze sociale en economische relaties zijn die veranderd moeten worden.
Rationele egoïsten
Al deze vakken die de verschillende aspecten van bedrijfsvoering behandelen hebben een gedeelde aanname. Het eerste wat deze onderwerpen delen, is een krachtig idee dat het wenselijk is om sociale orde vanuit marktwerking te bezien. De versnelling van de wereldhandel, het gebruik van marktmechanismen en managementtechnieken, de uitbreiding van bijvoorbeeld accounting, finance en operations worden niet regelmatig bevraagd. Binnen de business school wordt het kapitalisme verondersteld het einde van de geschiedenis te zijn, een economisch model dat alle andere heeft overtroffen, en dat nu wordt onderwezen als wetenschap, eerder dan als ideologie.
Het tweede is de aanname dat menselijk gedrag – van werknemers, klanten, managers enz. – het best kan worden begrepen als we iedereen zien als rationele egoïsten. Het motiveren van werknemers, marktfalen corrigeren, lean management systemen ontwerpen of klanten overreden hun geld uit te geven, zijn allemaal uitingsvormen van hetzelfde probleem. Het belang dat hierin voorop staat is dat van de persoon die de controle wil, en de mensen die een rol spelen in dat belang, kunnen worden behandeld als mensen die gemanipuleerd kunnen worden.
De laatste overeenkomst die ik wil aanwijzen betreft de aard van kennis die wordt geproduceerd en verspreid door de businessscholen. Omdat de business school de toga en afstudeerhoed van de universiteit leent, hult ze haar kennis in wetenschap – belangrijke tijdschriften, professoren, dure woorden – en kun je makkelijk gaan denken dat de kennis en manier waarop de business school die verkoopt minder vulgair en stupide is dan die werkelijk is. Zoals Joel M. Podolny, oud-directeur van Yale School of Management eens zei: ‘De manier waarop bedrijfsscholen tegenwoordig concurreren, leidt ertoe dat studenten zich afvragen: ‘Wat kan ik doen om het meeste geld te verdienen?’ En de manier waarop docenten lesgeven stelt studenten in staat de morele consequenties van hun acties te beschouwen als iets om achteraf pas over na te denken.’
Onderzoek
Er zijn diverse enquêtes onder business school studenten die suggereren dat ze een instrumentele benadering van onderwijs hebben; ze verwachten dat hun ongecompliceerde en praktische concepten zullen worden onderwezen, en hulpmiddelen die zij als nuttig bestempelen in hun toekomstige loopbaan. Filosofie is voor de vogels.
Een ander onderzoek suggereerde dat de kans op het plegen van bedrijfscriminaliteit groter werd als de betrokkene aan een business school had gestudeerd of in militaire dienst had gezeten. (Beide carrières veronderstellen vermoedelijk dat de verantwoordelijkheid op een organisatie wordt afgeschoven.)
Andere onderzoeken suggereren dat studenten op dag 1 een business school binnenkomen met geloof in het welzijn van werknemers en klanttevredenheid, en vertrekken met het idee dat aandeelhouderswaarde het belangrijkste is, en dat business school studenten vaker vals spelen dan andere studenten.
Of de oorzaken en gevolgen (of de bevindingen) zo helder zijn als dergelijke enquêtes suggereren, betwijfel ik, maar het zou even dom zijn om te suggereren dat de business school géén effect heeft op haar afgestudeerden. Het hebben van een MBA maakt een student misschien niet hebzuchtig, ongeduldig of onethisch, maar zowel het expliciete als verborgen curriculum van de business school leert wel bepaalde lessen.
Niet dat deze lessen worden erkend als er iets misgaat, want dan ontkent de business school meestal alle verantwoordelijkheid. Dat is echter een lastige stellingname, omdat, zoals een editorial in de Economist in 2009 het stelde, ‘Je kunt niet beweren dat het jouw missie is om “leiders op te leiden die een verschil maken in de wereld” en dan de handen van je alumni in onschuld te wassen wanneer het verschil dat ze maken slecht is.’
Tunnelvisie
Alles wat op universiteiten gedoceerd wordt, bestaat bij de gratie van uitsluiting. Een vak bestaat omdat het dit leert en niet dat, omdat het over ruimte gaat (geografie) en niet tijd (geschiedenis), over groepen mensen (sociologie) en geen individuen (psychologie), enzovoort. Natuurlijk sijpelt er soms iets doorheen, en dit is vaak waar het meest interessante denken plaatsvindt, maar deze verdeling van de wereld is maatgevend voor elke universitaire discipline. We kunnen niet de hele tijd alles bestuderen, en daarom zijn er verschillende departementen en afdelingen.
De business school is daar echter extremer in. Het wordt gevormd door het commerciële leven te scheiden van de rest van het leven, maar ondergaat vervolgens een verdere specialisatie. De business school neemt aan dat kapitalisme, bedrijven en managers de standaard vorm van organisatie zijn, en dat al het andere geschiedenis, anomalie, uitzondering, en alternatief is. Op het gebied van curriculum en onderzoek is al het andere randzaak.
De meeste business schools bestaan als onderdeel van een universiteit, en universiteiten worden over het algemeen gezien als instellingen met verantwoordelijkheden naar de samenlevingen die zij dienen. Waarom gaan we er dan van uit dat opleidingen in het bedrijfsleven slechts één organisatievorm moeten onderwijzen – kapitalisme – alsof dat de enige manier is waarop het leven van de mens kan worden ingericht?
As usual
Het soort wereld dat wordt geproduceerd door het marktmanagment dat de business school verkoopt, is geen prettige. Het is een soort utopie voor de rijken en machtigen, een groep waarvan de studenten worden aangemoedigd zich voor te stellen dat ze zich daarbij zullen voegen. Maar een dergelijk voorrecht wordt gekocht tegen een zeer hoge prijs, resulterend in milieurampen, grondstoffenoorlogen en gedwongen migratie, ongelijkheid binnen en tussen landen, het aanmoedigen van overconsumptie en aanhoudende antidemocratische praktijken op het werk.
Het verkopen van de business school werkt door deze problemen te negeren, of door ze ‘uitdagingen’ te noemen en ze vervolgens te negeren in de praktijk van onderwijs en onderzoek. Als we willen kunnen reageren op de uitdagingen waarmee we als mensen op deze planeet wordt geconfronteerd, moeten we onderzoek doen naar en leren over zo veel verschillende organisatievormen als we ons samen kunnen voorstellen.
Aannemen dat het wereldwijde kapitalisme zo kan doorgaan, betekent dat we het pad naar vernietiging inslaan. Dus als we af willen van ‘business as usual’, moeten we ook de ‘business school as usual’ radicaal opnieuw uitvinden. En dat betekent meer dan vroom gemompel over maatschappelijk verantwoord ondernemen. Het betekent wegdoen wat we hebben, en opnieuw beginnen.’
Dit artikel is een vertaling van een stuk geschreven door Martin Parker in The Guardian.