De economieën van Azië en de Verenigde Staten zijn al, zoals ene Trump het zou omschrijven, húúúge, maar ze beloven de komende jaren nog veel groter te worden. Wat kunnen we in Europa doen om onze startups ook de komende tijd te laten floreren, zodat we niet weg worden geconcurreerd door Amerikanen en Aziaten? En, ach ja, wat gaat er nu al goed? Wie dat wilde weten, kon vanochtend aanschuiven bij een sessie in startuptoren Capital C, te Amsterdam-Oost.
Tijdens een panelgesprek deelden drie in Europa gestationeerde investeerders hun visie; BaoY van Cong, die in Londen voor VC Target Global werkt, Stephanie Opdam, die in dezelfde stad met kapitaal strooit voor durfinvesteerder Notion en Samir Ahmad, die vanuit Amsterdam werkt voor KPN Ventures, de investeringstak van KPN.
Goed ecosysteem
Ahmad ziet de laatste jaren vaker dat Chinese investeerders deelnemingen doen in Europa, en snapt wel waarom. Je kunt in dit continent nog relatief betaalbaar leven en het zogeheten startup-ecosysteem is goed. Volgens Opdam heeft ons continent meer voordelen ten opzichte van de VS en Azië. Er werken bijvoorbeeld 5,5 miljoen developers in Europa, terwijl de VS er maar 4,4 miljoen tellen.
Ondernemers die Europees denken, hebben volgens Van Cong de meeste groeipotentie. Denk dus niet: ik ben een Nederlandse founder, maar zie jezelf als Europese ondernemer, is haar advies.
Aziatische copycats
De Europese grond brengt innovatieve bedrijven voort, zoals Spotify en Adyen, meent Opdam. In Azië ziet ze daarentegen veel zogeheten copycats, die concepten uit de VS en Europa nabootsen om er in de eigen regio succes mee te oogsten.
Bovendien zijn de startup-broeinesten in de VS en Azië volgens haar sterk gecentreerd rondom succesvolle landen en steden. In Azië komt het gros van de startups uit China en India, en de VS moeten het vooral van Silicon Valley, New York en Seattle hebben. In Europa daarentegen verspreiden startups zich veel meer over het continent.
Meer kapitaal
Wel is er meer kapitaal nodig in Europa, menen alle drie de investeerders. Zowel overheden als de grote bedrijven zouden op dit vlak stappen moeten zetten, vindt Opdam. 77 procent van de Fortune 100-bedrijven in de VS zit volgens haar in startups, terwijl Europese corporates wat conservatiever zijn qua deelnemingen. Daarnaast pleit ze voor het vergroten van de mogelijkheden voor aandelenparticipatie. Op die manier zouden meer mensen binnen startups volgens haar grote sommen aan kapitaal kunnen vergaren, om zo een nieuwe generatie investeerders te creëren.
Ook moeten we onszelf beter leren verkopen in Europa, meent Van Cong. Amerikaanse startups kunnen dat wél goed, terwijl hun producten vaak van mindere kwaliteit zouden zijn. Betere pitches dus, om het Made in Europe-gevoel internationaal te bevorderen.